Psychiatrie door de eeuwen heen

Psychiatrie door de eeuwen heen De voorgeschiedenis van de psychiatrie gaat zo’n tweeduizend jaar terug. In de laatste 150 jaar zijn echter de meeste ontwikkelingen geweest, waarin de psychiatrie is ontstaan zoals we die nu kennen. In het verleden lag de nadruk op de medische kant van de psychiatrie. In de jaren na de oorlog werd het medische aspect minder belangrijk. De laatste jaren wordt er weer meer vanuit een medisch oogpunt gekeken. Zo blijven de ontwikkelingen binnen de psychiatrie heen en weer slingeren.

Oudheid

Zolang de mens bestaat, doet hij een poging om inzicht te krijgen in zijn eigen wezen en de werking van lichaam, geest, de wisselwerking hiertussen en de ziektes die kunnen ontstaan. De Grieken spraken over de aanwezigheid van inwendige krachten of de wil van de goden wanneer iemand geestesziek was. Hippocrates (460-375 v.C.) legde het verband tussen het lichamelijk en het geestelijk functioneren. Hierdoor ontstond het besef dat een geestesziekte een ziekte van de hersens was. Er werd gezocht naar meer wetenschappelijke verklaringen en de magische verklaringen waren niet langer afdoende. Toen werd heel erg gezocht naar lichamelijke oorzaken voor psychiatrische problemen. Dit noemt men de biologische psychiatrie.

De Middeleeuwen

In de Middeleeuwen kwam de zorg voor geesteszieken neer op het gezin en de naaste familie. In deze tijd werd er meer en vaker geprobeerd om hen een behandeling te bieden. Er waren toen nog geen medicijnen, dus er werd gebruik gemaakt van kruiden, gebeden en duivelsuitdrijving, Bij duivelsuitdrijving worden onder andere de heksenverbrandingen bedoeld, waarbij iedereen die verdacht werd van hekserij, eindigde op de brandstapel. Veel geesteszieken waren hier de dupe van. De behandeling van lichamelijke klachten was niet veel anders. Als de zorg van de familie niet hielp, werden geesteszieken vaak opgegeven. Deze mensen kwamen dan vaak op straat te staan en gingen een zwervend bestaan leiden en zichzelf verwaarlozen. De huidige psychiatrische ziektebeelden komen overeen met de beschrijvingen van de ziektebeelden uit de tijd van de Middeleeuwen. Er kwam steeds meer behoefte aan opvangmogelijkheden voor de zwervende geesteszieken. In het begin van de 15e eeuw ontstonden de eerste inrichtingen. Het eerste gesticht in Nederland werd opgericht in 1425. Deze tehuizen werden een soort gevangenissen voor alle lieden die men uit de maatschappij weg wilde hebben. Deze mensen zaten in de inrichtingen zonder therapeutisch doel of vooruitzicht. De criminelen – die ook in deze inrichtingen terecht kwamen – werden gebruikt als goedkope arbeidskrachten. Zij hadden op den duur echter last van hun geesteszieke medebewoners. Er ontstonden toen dolhuizen om de geesteszieken in onder te brengen.

Rationalisme

Rond 1800 brak de tijd van het rationalisme aan, waarbij meer inzicht kwam in de ziektebeelden en de overtuiging ontstond dat de ziektes te behandelen – en wellicht zelfs te genezen – waren. De Parijse arts Phillipe Pinel (1745-1826) schreef het eerste handboek over de psychiatrie. Er werd gezocht naar manieren om op een menselijke wijze te verplegen, zonder het gebruik van dwangmiddelen. Halverwege de negentiende eeuw kwam het inzicht dat psychiatrisch patiënten er baat bij hadden om structuur in hun dag te krijgen en hierin begeleid te worden. In 1841 kwam de eerste krankzinnigenwet tot stand. Door deze wet werd het eenvoudiger om krankzinnigen op te nemen. En bovendien bood de wet middelen en regels om de rechtspositie van verpleegden te verbeteren. Ondanks de verbeterde inzichten, wist men nog steeds niet goed wat ze aanmoesten met geesteszieken. Enerzijds wilde men de mensen terugkrijgen in de maatschappij, aan de andere kant plaatste men nieuwbouw aan de rand van de stad om daar geesteszieken onder te brengen. Ook was de samenstelling van de inrichtingen nog erg gemengd, met naast de geesteszieken ook verslaafden, dementen en asociale mensen. De wetenschappelijke bloei in de tijd van het rationalisme (uitvinding van de röntgenstralen, ontwikkeling op scheikundig gebied etc.) bracht meer kennis van de psychiatrie met zich mee en had invloed op de benaderingswijze binnen de psychiatrie. Zo werd de psychiatrie een vak op zich. Een belangrijk aandeel binnen de psychiatrie had de Duitse arts Emil Kraepelin ( 1856-1926), vanwege zijn theorie over de ziekteleer. De Franse neuroloog Jean Charcot (1825-1893) werd beroemd tegen het eind van de negentiende eeuw. Hij deed proeven op patiënten met behulp van hypnose. Een van de mensen die bij hem colleges volgden, was de Weense neuroloog en psychiater, Sigmund Freud (1856-1939). Over Freud staat verderop in dit verslag meer informatie. Zeker is in ieder geval, dat de leer en theorieën van Freud van ongekend grote invloed zijn geweest op het hele maatschappelijke leven, en met name op de psychiatrie.

Situatie tot 1950

Tegen deze tijd waren er de vrijgevestigde psychotherapeuten en de gestichtpsychiaters. Ieder had een eigen werkwijze. In deze periode werden binnen de inrichtingen veel vrouwelijke verpleegkundigen aangenomen, om de inrichtingen een opener en vriendelijker uitstraling te geven. Er ontstond arbeidstherapie. Het inzicht kwam dat het belangrijk is om bezig te zijn en een dagbesteding te hebben. Mensen werden dus zoveel mogelijk aan het werk gezet, aangepast aan hun mogelijkheden, zodat het een therapeutisch effect kon hebben. De middelen om mee te behandelen waren nog steeds gering. Om de rust op een afdeling te bewaren, werd gegrepen naar zwaar kalmerende middelen en opiaten, waar mensen al snel ongevoelig voor werden en aan verslaafd raakten.

Situatie na 1950

In de jaren ’50 kwam de opkomst van medicijnen, die een totale ommekeer teweeg brachten binnen de psychiatrie. Er was geen onrust meer op afdelingen, er vond veel minder dwangverpleging plaats en sociale contacten kwamen tot stand. De gebruikte medicijnen waren effectief, maar gaven vaak vervelende bijwerkingen, waardoor mensen liever geen medicijnen slikten, zeker als hun klachten afnamen. Er kwamen depotpreparaten, waarbij met tussenpozen van enkele weken of een maand een injectie werd gegeven, die langzaam in het lichaam werd opgenomen. Hierdoor konden mensen zelfstandiger leven en waren zij niet meer gebonden aan het dagelijks innemen van hun medicijnen. Doordat er steeds meer disciplines kwamen die zich bezighielden met het dagelijks leven van psychiatrisch patiënten, ontstond er een verzet tegen de medische macht. Zij waren tegen alle bemoeienis en vroegen zich af of dit allemaal wel zo nodig is. Deze verzetsbeweging staat bekend als de antipsychiatrie.

Antipsychiatrie en dehospitalisatie

Door de komst van de nieuwe medicijnen in de jaren ’50, kwam de overtuiging dat psychiatrisch patiënten te genezen waren van hun ziektes, en dat uiteindelijk inrichtingen gesloten zouden kunnen worden. Dit bleek echter niet zo te zijn, aangezien maar weinig chronische aandoeningen te genezen waren. Zonder medicatie kwamen de klachten terug, en ook deze medicijnen hadden bijwerkingen. De antipsychiatrie die ontstond, had de overtuiging dat de psychiatrische klachten niet zozeer een ziekte omvatten, maar een uiting van problemen was die speelden binnen de samenleving. Er ontstond een drang om onder autoriteit uit te komen en een eigen leven te leiden. Hierdoor kwamen er communes en nam het drugsgebruik toe. Binnen de psychiatrie werd dit idee gevolgd en de afstand tussen patiënten (vanaf dan cliënten genoemd) en behandelaars werd verkleind om minder autoriteit uit te stralen. Er werd niet meer behandeld, maar begeleid. De hiërarchie verdween en de psychiater stond niet meer aan het hoofd van de tafel, maar kwam terecht in het ‘team’ van diverse disciplines. Uit deze periode komt de dehospitalisatie voort, waarbij mensen met een chronische ziekte zoveel mogelijk ontslagen werden uit de inrichtingen. Hier kwam de nadruk op te liggen, en niet meer op de behandeling op zich. Er werd ingezet op de dagbestedingen van patiënten en er werd geïnvesteerd in sociale voorzieningen. Dit had echter tot gevolg dat mensen tussen het wal en het schip belanden, niet op passende wijze behandeld werden en hierdoor dakloos werden. Van deze overtuiging is men toen ook terug gekomen.

Huidige situatie

Het blijkt door de geschiedenis heen, dat de psychiatrie de opvattingen in de maatschappij volgt. Er wordt steeds geprobeerd een balans te vinden tussen de zelfstandigheid van een psychiatrisch patiënt en de professionele ‘betutteling en bemoeienis’ die hierbij komt kijken. Een grote ontwikkeling is het ontstaan van e DSM-IV. Dit is een handboek, dat wereldwijd gehanteerd wordt en een eenduidige taal biedt om te diagnosticeren. Hierdoor is de psychiatrie veel exacter geworden. De psychiatrie blijft zich op deze manier ontwikkelen aan de hand van de samenleving.
© 2012 - 2024 Joycekk, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Geschiedenis van de psychiatrieGeschiedenis van de psychiatrieDe psychiatrie bestaat nog niet zo lang zoals wij het kennen, mensen met een psychiatrische stoornis werden begin vorige…
Psychiatrie: vroeger en nuPsychiatrie: vroeger en nuMensen met een psyiatrische stoornis hebben nu de mogelijkheid om goede hulp te krijgen bij hun probleem. Dit is in onze…
Wat doet een psychiater?Wat doet een psychiater?Een psychiater behandelt mensen die psychische stoornissen of andere problemen hebben. Voorbeelden hiervan zijn stemming…
Leren, werken, info in en over psychiatrieLeren, werken, info in en over psychiatriePsychiatrie, een fenomeen die je vaak terug ziet in films en tv series en waar vele legubere verhalen over bestaan. Maar…

Bovenbeen/dijbeen gebroken, en nu?Bovenbeen/dijbeen gebroken, en nu?Na een harde val of zwaar ongeluk kan men het bovenbeen breken. De patiënt kan hierbij in shock verkeren en veel bloed v…
Het verschil tussen voedingsallergie en voedingsintolerantieHet verschil tussen voedingsallergie en voedingsintolerantieDe begrippen voedselallergie en voedingsintolerantie worden vaak door elkaar gebruikt. Toch is er een duidelijk verschil…
Bronnen en referenties
  • Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg, ThiemeMeulenhoff, ISBN: 9006924512
Joycekk (5 artikelen)
Laatste update: 17-10-2012
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.