Herpes in het oog (oculaire herpes of oogherpes)
Het herpesvirus kent diverse soorten: herpes simplex virus-1 (HSV-1) en herpes simplex virus-2 (HSV-2), herpes zoster (HZV, ook bekend als gordelroos-waterpokkenvirus), cytomegalovirus (CMV), en andere. Herpes simplex virus-1 (HSV-1) is het meest voorkomende herpesvirus dat zich mogelijk presenteert in de ogen. Dit is hetzelfde virus dat koortsuitslag op de lippen veroorzaakt. Herpes zoster, wat waterpokken veroorzaakt in de kindertijd en gordelroos in de volwassenheid, heeft mogelijk ook gevolgen voor het oog. Het cytomegalovirus veroorzaakt een oogziekte bij patiënten met een zwak immuunsysteem, zoals HIV-geïnfecteerde patiënten met een laag aantal T-cellen.
Epidemiologie herpes in het oog
Bij circa 0,15% van de bevolking treedt een herpesoogaandoening op. De incidentie van herpes keratitis bedraagt 5-32/100.000. De helft van deze groep heeft een nieuwe infectie, de andere helft een terugkerende infectie. Een patiënt tussen de 20-60 jaar krijgt het vaakst deze infectie. Maar ook
baby's krijgen hier soms mee te maken waardoor
neonatale conjunctivitis (oogbindvliesontsteking bij pasgeborenen) tot stand komt. Het virus kent geen geslachtsvoorliefde.
Oorzaken oculaire herpes
Hoewel een zeer groot percentage van de bevolking (85% of meer) het
herpes simplex-1-virus draagt, krijgt niet elke drager van het virus een ooginfectie. Wanneer een persoon met het virus bijvoorbeeld een zwakker immuunsysteem krijgt door
een hiv-infectie,
medicijnen (
corticosteroïden,
chemotherapie), de leeftijd en zelfs
stress, activeert dit virus sneller wat mogelijk resulteert in een ooginfectie. Echter in vele (zo niet alle) gevallen van HSV-infectie is de frequentie van ooginfecties willekeurig en niet noodzakelijk gerelateerd aan perioden van stress of een
verzwakt immuunsysteem.
Symptomen oogherpes
Een
virale ooginfectie door het herpesvirus is mogelijk in alle delen van het oog; in
medische termen is er dan sprake van herpes ophthalmicus. Het hoornvlies wordt het meest aangetast door HSV en HZV. Een infectie of
ontsteking van het hoornvlies heet
keratitis. Maar deze virussen tasten mogelijk eveneens de huid van de oogleden, de iris en de choroidea (vaatvliezen), en het netvlies aan. Een
huiduitslag rond de ogen komt bij een aantal patiënten eveneens tot stand. De oogarts doet bijgevolg een grondig
oogonderzoek om de mate van betrokkenheid van het oog te beoordelen. Een patiënt met oculaire HSV en HZV-infectie heeft
pijn en heeft last van
glazige ogen,
rode ogen,
gezwollen oogleden,
oogirritatie en
tranende ogen. Verder is de patiënt
gevoelig voor licht, zijn de oogleden gezwollen en ziet hij wazig (
wazig gezichtsvermogen). HZV gaat ook vaak gepaard met een gordelroosuitslag (kleine "blaasjes") op het voorhoofd aan de aangetaste zijde en mogelijk ook aan de punt van de neus, rond het oog of op het ooglid.
Diagnose en onderzoeken
Meestal stelt de arts de klinische diagnose op basis van de aanwezige symptomen. Herpes keratitis geeft gewoonlijk een duidelijke erosie van de buitenste laag van het hoornvlies. Deze kleine uitholling, een "dendriet", heeft vertakkingspatronen (herpesdendriet, herpestak). De arts geeft de patiënt speciale oogdruppels met een gele kleurstof (
fluoresceïne) en gebruikt blauw licht om deze herpesdendriet zichtbaar te maken. Dit kleurt dan groen aan. Verder gebruikt de oogarts een spleetlampmicroscoop waarmee hij naar verdere aanwijzingen zoekt om onderscheid te maken tussen HSV- en HZV-keratitis, hoewel de initiële antivirale behandeling in beide gevallen hetzelfde is. Grondig onderzoek van de andere oogweefsels (met inbegrip van de huid, conjunctiva (
medische term voor "
oogbindvlies"), voorste oogkamer, iris, retina, en nog veel meer) biedt ook extra aanwijzingen om de diagnose te stellen. In twijfelachtige gevallen maakt de oogarts een kweek om de diagnose te bevestigen.
Behandeling van infectie oog door virus
Voor de herpesinfectie zelf is er geen effectief bewezen behandeling mogelijk. De behandeling is daarom gericht op het verminderen van de kans op
littekens, het vermijden van oogdrukproblemen, en het behandelen van de directe schade aan de oogweefsels. Wel dient de behandeling zo snel mogelijk te gebeuren om hoornvliesproblemen te voorkomen. De initiële behandeling gebeurt met ofwel
oogzalf,
oogdruppels of orale (via de mond ingenomen)
antivirale medicatie. In sommige minder voorkomende gevallen is intraveneuze medicatie noodzakelijk. De
antivirale geneesmiddelen onderdrukken de reproductie van het virus, waardoor het aantal actieve virussen verminderen. Dit verkort de duur en de ernst van de infectie en vermindert de kans op herhaling. Naast de antivirale geneesmiddelen, neemt de patiënt preventief
antibiotische druppels of zalf om de kans op een bacteriële infectie te ontwikkelen in het gebied van de virale infectie. Wanneer de cornea namelijk aangetast is, is dit kwetsbaar voor een bacteriële infectie.
Als de oogdruk (intraoculaire druk) toeneemt als gevolg van interne zwelling (ontsteking) van het oog of door de herpes virusinfectie, is oogdruk verlagende medicatie, een
laserbehandeling, een
trabeculectomie of een
glaucoom-drainage-implant noodzakelijk. De oogarts meet de oogdruk via een
oogdrukmeting, ook wel tonometrie genoemd. Op deze manier valt
glaucoom op te sporen.
Bij een chronische of terugkerende ontsteking van de weefsels van het oog schrijft de arts mogelijk
anti-inflammatoire geneesmiddelen, zoals steroïden voor. Hoewel met steroïden de ontsteking goed onder controle te krijgen valt, brengen ze ook het immuunsysteem in gevaar. Daarom past de arts dit meestal zorgvuldig toe wanneer de actieve virussen goed onder controle te houden zijn door antivirale geneesmiddelen.
Bij ernstige littekenvorming op het hoornvlies is een
hoornvliestransplantatie vereist, al is het mogelijk dat het virus ook dat weer aantast.
Complicaties
Verder leidt een onbehandelde herpes ooginfectie tot een hoornvliesontsteking en in het ergste geval tot blindheid,
chronische pijn en het verlies van het oog.
Een overblijvend hoornvlieslitteken zorgt mogelijk bij beide typen herpes ooginfecties voor een verminderd gezichtsvermogen. In sommige gevallen corrigeert de arts dit met een operatie.
Schade aan de hoornvlieszenuwen leiden mogelijk tot chronische, milde tot matige gevoelloosheid van de cornea, waardoor
droge ogen,
cornea-erosie of
hoornvlieszweren ontstaan.
Oogdruppels en soms
ooglidcorrecties helpen bij het beschermen van het hoornvlies.
Helaas is er steeds een mogelijkheid dat zowel HSV als HZV ophthalmicus terugkeren met onvoorspelbare frequentie in beide ogen. De kans op recidief is ongeveer 10% gedurende het eerste jaar, en verhoogt naarmate de tijd verstrijkt. Zo bedraagt deze reeds 50-65% binnen de tien à vijftien jaar na de eerste episode. Indien een patiënt regelmatig een terugkerende ooginfectie heeft, gaat hij best naar een arts voor een algemeen medisch onderzoek om een mogelijk onderliggende aandoening die het immuunsysteem zwakker maakt, uit te sluiten.
Tot slot heeft de patiënt mogelijk ook een minder stabiele traanfilm en minder traanproductie wat de oogarts onderzoekt via de
Schirmer-test.
Preventie infectie
Er bestaat geen vaccin tegen HSV. Er is echter een vaccin tegen HZV bij kinderen (vaccin tegen
waterpokken) en een vaccin tegen HZV-gordelroos voor volwassenen.
Prognose
Gelukkig beperken de meerderheid van HSV-ooginfecties zich tot de cornea en verdwijnt de infectie nadat de patiënt een aantal weken antivirale therapie heeft genomen. Normaalgezien berokkent de infectie daarbij weinig schade. Bij HZV en
gordelroos (virale infectie met
huiduitslag en symptomen aan
gezicht) verdwijnt de keratitis eveneens binnen een aantal weken. Het is echter niet ongewoon dat het pijnlijke, brandende gevoel nog maanden of zelfs jaren blijft hangen in het gebied van de huiduitslag. Deze “
postherpetische neuralgie" (
zenuwpijn door
gordelroos) reageert soms op neurologische geneesmiddelen.
Lees verder