Gehoor en de gehoorstoornissen
Er kunnen drie verschillende gehoorstoornissen onderscheiden worden, namelijk een stoornis in de geleiding, een perceptiestoornis en een gemengde stoornis. Deze gehoorstoornissen kunnen een erfelijke oorsprong hebben en ontstaan zijn voor (prenataal), tijdens (perinataal) en na de geboorte (postnataal). Bij slechthorendheid of oorproblemen is het van belang om zo snel mogelijk een oorarts te raadplegen. Via de Algo-gehoortest is het mogelijk om een auditieve beperking bij baby's op te sporen.
Anatomie van het oor
Wanneer er geluidsgolven zijn vangen we deze op met onze oorschelp (1). De oorschelp noemen we ook wel het buitenoor. De gehoorgang (10) zorgt er voor dat het geluid zich kan voortzetten richting het trommelvlies (hier begint het middenoor). Het trommelvlies is via de mond verbonden met de buis van Eustachius (7). In een holte gevuld met vloeistof aan de binnenkant van het trommelvlies bevinden zich 3 gehoorbeentjes die onderling met elkaar verbonden zijn, namelijk de hamer (2), het aambeeld (3) en de stijgbeugel (8). Deze geven het geluid via het ovale venster 'samengeperst' door aan het slakkenhuis (6). Vanaf hier begint het binnenoor. Vervolgens wordt door de druk van het samengeperste geluid de haarcellen in werking gesteld. Deze staan via de gehoorzenuw (5) in verbinding met de hersenen. Tenslotte hebben we ook nog het evenwichtsorgaan (4).
Ontstaan gehoorstoornissen - prenataal, perinataal en postnataal
De periode voor, tijdens en na de geboorte kan een belangrijke impact hebben op het eventueel later ontwikkelen van een auditieve beperking. Er kunnen verschillende oorzaken aan de basis liggen van een verhoogde kans op latere gehoorstoornissen.
- Prenataal (voor de bevalling): ziektes moeder, middelengebruik, zwangerschapsvergiftingen en rhesus antagonisme.
- Perinataal (tijdens de bevalling): zuurstoftekort, vroeggeboorte en algemene complicaties tijdens de bevalling.
- Postnataal (na de bevalling): hersenvliesontsteking, voedselstoornissen, virussen en infecties.
Stoornissen in het gehoor
Geleidingsstoornis
Bij een geleidingsstoornis is er een disfunctioneren in de weg die de geluidsgolven afleggen tussen gehoorgang, trommelvlies en de gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel). Toch kan het binnenoor hierbij normaal werken en is beengeleiding (de mogelijkheid om de geluidsgolven op te vangen, te versturen naar het slakkenhuis en vervolgens de gehoorzenuw te activeren) mogelijk. Er is bij deze fase dus enkel sprake van slechthorendheid, maar nog niet van doofheid.
Perceptiestoornis
Een perceptiestoornis situeert zich op de weg van het binnenoor, gehoorzenuw, gehoorbaan en hersenschors. Deze keer is er ook sprake van een stoornis in de beengeleiding. Dit kan leiden tot een ernstigere vorm van slechthorendheid of zelfs doofheid.
Gemengde stoornis
Bij een gemengde stoornis komen beide types voor op verschillende manieren en in verschillende gradaties.
Behandeling
Het is van groot belang dat de oorarts zo snel mogelijk het precieze 'defect' kan opsporen. In de praktijk zien we dat slechthorendheid goed opgelost kan worden via een hoorapparaat of een operatie. Dit gebeurt vooral bij een geleidingsstoornis. Wanneer er echter sprake is van een perceptiestoornis is de aandoening al veel moeilijker aan te pakken.
Algo-gehoortest
Via de Algo-test is het mogelijk om een auditieve beperking bij baby's op te sporen van de geboorte tot een leeftijd van 6 maanden. Deze gehoortest duurt een 7-tal minuten en hierbij meet men de elektrische spanning ter hoogte van de hersenstam die ontstaat bij het aanbieden van geluiden. Dit doet men door elektroden te plaatsen op het hoofdje van de baby en zo kan men onderzoeken hoe de hersenen reageren op deze geluiden. Vervolgens kan men de hersenactiviteit aflezen op een scherm. Opvallend is dat deze test al slapend afgenomen kan worden.