Ziekte van Pelizaeus-Merzbacher: Hersenaandoening
De ziekte van Pelizaeus-Merzbacher, die bestaat uit twee types, is een leukodystrofie-aandoening van het centraal zenuwstelsel. Hierbij is de beschermlaag van de zenuwen in de hersenen en ruggenmerg niet goed gevormd. De patiënt vertoont diverse afwijkingen met betrekking tot de coördinatie, de intellectuele functie, de motoriek en de ogen. Friedrich Pelizaeus, een Duitse neuroloog, rapporteerde deze aandoening voor het eerst in de medische literatuur in 1885. In 1910 beschreef Ludwig Pelizaeus, een Duitse arts, de aandoening nog gedetailleerder.
Synoniemen ziekte van Pelizaeus-Merzbacher
De ziekte van Pelizaeus-Merzbacher (PMD) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Aplasia axialis extracorticalis congenita
- Cockayne-Pelizaeus-Merzbacher Disease
- Diffuse familiale hersensclerose
- Extracortical axial aplasia
- Familial centrolobal sclerosis
- Pelizaeus-Merzbacher disease
- Pelizaeus-Merzbacher-hersensclerose
- Perinatal Sudanophilic leukodystrophy
- Sclerose; hersenen, Pelizaeus-Merzbacher
- Sudanofiele leukodystrofie, type Paelizeus-Merzbacher
Epidemiologie ziekte
Naar schatting 1 op 100.000 tot 1 000.000 mannen wereldwijd lijdt aan de aandoening. Vrouwen zijn zelden getroffen. De ziekte is gerapporteerd bij mensen van Aziatische, Midden-Oosten en Europese afkomst.
Oorzaken en erfelijkheid aandoening
Mutaties in het PLP1-gen veroorzaken de ziekte van Pelizaeus-Merzbacher. De ziekte kent een X-gebonden overervingswijze. Een vrouw draagt de genmutatie en geeft deze door, maar vertoont zelf geen symptomen van de aandoening. In sporadische gevallen kent de aandoening een autosomaal recessieve overervingswijze. Bij ongeveer 5 tot 10% van de patiënten ontstaat de aandoening de novo (spontaan); er is dan geen familiale geschiedenis bekend.
Symptomen en indeling
De ziekte van Pelizaeus-Merzbacher is een multisystemische aandoening waarbij de hersenen en het ruggenmerg zijn aangetast, waardoor tal van symptomen mogelijk zijn. De ernst en uitgebreidheid van de symptomen variëren per type en per patiënt. Zelfs leden van dezelfde familie presenteren zich soms met een erg verschillend verloop van de ziekte. De symptomen starten bij de meeste patiënten in de (vroege) kindertijd.
De ziekte van Pelizaeus-Merzbacher is onderverdeeld in een klassiek en connataal type.
Klassiek
De klassieke ziekte van Pelizaeus-Merzbacher komt het vaakst voor. De patiënt heeft geen aangeboren symptomen, maar deze ontwikkelen zich wel binnen het eerste levensjaar. De patiënt heeft meestal binnen de eerste twee weken à twee maanden van het leven
nystagmus (
medische term voor "wiebelogen"), wat stopt naarmate het kind veroudert. Ook
spierzwakte en een vertraagde motorische ontwikkeling zijn zichtbaar bij heel jonge kinderen. Spastische samentrekkingen, moeilijkheden met lopen en ongecontroleerde spierbewegingen treden later op. Meestal komen de motorische vaardigheden zoals kruipen, zitten en lopen stilaan op gang. In de tienerjaren stopt de ontwikkeling hiervan, om dan geleidelijk aan te verslechteren.
Verder heeft de patiënt geen controle over de hoofdbewegingen, spreekt hij abnormaal traag, heeft hij
ataxie, maakt hij ongecontroleerde spierbewegingen, heeft hij
bevingen aan de bovenste ledematen, heeft hij milde
dementie, heeft hij een abnormale spierspanning met aanhoudende spiercontracties en heeft hij een verminderde cognitie.
Connataal
De connatale ziekte van Pelizaeus-Merzbacher is ernstiger. Patiënten vertonen een vertraagde ontwikkeling en ernstige neurologische symptomen. De symptomen zijn al te merken bij
baby's en omvatten voedingsproblemen, een
piepende ademhaling (
ademhalingsproblemen), nystagmus, hypotonie, progressieve
spasticiteit wat leidt tot contracturen waardoor de beweging beperkt is, spraakproblemen door een zwakke keelholte (
dysartrie), ataxie en
epileptische aanvallen. Bij de getroffenen patiënten met connatale ziekte van Pelizaeus-Merzbacher zijn de intellectuele functie en de motorische vaardigheden slecht ontwikkeld.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van de ziekte van Pelizaeus-Merzbacher gebeurt op basis van de klinische kenmerken. Een
MRI-scan geeft het tekort aan myeline aan. De uiteindelijke diagnose stekt de arts door middel van een genetisch onderzoek.
Behandeling
De ziekte valt niet te genezen, maar een ondersteunende en symptomatische behandeling is wel mogelijk. Medicatie helpt bij toevallen en stijfheid of abnormale spiercontracties. Ook fysiotherapie en regelmatige orthopedische consultaties zijn aanbevolen.
Prognose hersenaandoening
Patiënten met de connatale vorm van de ziekte van Pelizaeus-Merzbacher overlijden meestal binnen de eerste tien jaar ten gevolge van respiratoire complicaties. Evenwel zijn er patiënten gemeld die tot in het derde decennium blijven leven mits een adequate zorg en behandeling. De levensverwachting bij de klassieke vorm bedraagt gemiddeld veertig tot zestig jaar.