Elektronystagmografie: Evenwichtsonderzoek
Een elektronystagmografie is een diagnostisch onderzoek om onwillekeurige oogbewegingen (nystagmus) te meten. Dit is nodig om de diagnose van onder andere duizeligheid (vertigo) of evenwichtsproblemen te stellen doordat het onderzoek het vestibulaire systeem test. Een ENG biedt een objectieve beoordeling van de oogbewegingen en het evenwichtsorgaan. Het pijnloze onderzoek kent een tijdsduur van ongeveer negentig minuten.
Synoniemen elektronystagmografie
Een elektronystagmografie (ENG) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- electronystagmografie
- electro-oculografie / Elektro-oculografie
- electrooculografie / Elektrooculografie
- evenwichtsonderzoek
- nystagmografie
- oogbewegingsonderzoek
Doel evenwichtsonderzoek
Een elektronystagmografie is een onderzoek dat oogbewegingen meet. De arts beoordeelt met het onderzoek de werking van de twee zenuwen in de
hersenen:
- Vestibulaire zenuw (achtste hersenzenuw): Deze zenuw loopt van de hersenen naar de oren.
- Nervus oculomotorius: Deze zenuw loopt van de hersenen naar de ogen.
Via het onderzoek weet de arts of de patiënt een evenwichts- of zenuwaandoening heeft die
duizeligheid of vertigo veroorzaakt. Het onderzoek is dan ook nuttig voor patiënten die lijden aan duizeligheid (vertigo) of
gehoorverlies. Bovendien is onderzoek een handig onderzoeksinstrument voor patiënten die mogelijke beschadiging van het binnenoor vertonen door het nemen van bepaalde
medicijnen.
Indicatie
Heel wat aandoeningen of verwondingen brengen mogelijk schade aan aan de gehoorzenuw, wat resulteert in vertigo. Dit omvatten onder andere deze ziektes:
Voor het onderzoek
De patiënt vertelt vooraf aan de arts welke medicatie hij neemt. Mogelijk moet hij voor de elektronystagmografie tijdig stoppen met het nemen van medicijnen. De patiënt mag alleszins zelf niet beslissen om plots te stoppen met de medicijnen of zijn medicatieschema aanpassen zonder overleg met de arts. Verder moet de patiënt
cafeïne en
alcohol 24 tot 28u voor het onderzoek vermijden. Tot vier uur voor de test mag de patiënt niet eten. De patiënt neemt tevens zijn bril en/of gehoortoestel mee naar het onderzoek.
Oorsmeer verwijdert de patiënt grondig voordat het onderzoek start.
Afhankelijk van een mogelijk aanwezige aandoening, hanteert de patiënt mogelijk nog meer of andere voorzorgsmaatregelen. Dit bespreekt hij uitgebreid met de arts.
Aanbrengen elektrodes
De onderzoeker reinigt eerst het
gezicht met een wattenstaafje gedrenkt met alcohol. Daarna controleert hij de oren van de patiënt op oorsmeer, ontstekingen en andere onregelmatigheden. Oorsmeer verwijdert hij alleszins voor het onderzoek (
oorprop). Vervolgens plaatst hij elektroden onder en aan weerszijden van de ogen, boven de wenkbrauw en rond de neus. De elektroden zijn vastgehecht met een soort pasta. Deze elektrodes bevestigt hij aan een hoofdband. Een andere elektrode bevestigt hij aan het midden van het voorhoofd. De patiënt is hiermee nog steeds in staat zijn ogen te sluiten.
Onderdelen onderzoek van de oogbewegingen
Een standaard ENG bestaat uit drie delen:
- Oculomotorische evaluatie
- Positie- en positioneringstesten
- Calorische stimulatie van het evenwichtsorgaan (Calorisch onderzoek)
Oculomotorische evaluatie
Het oculomotorische ENG-gedeelte beoordeelt de oogbewegingsfunctie van de verschillende oogbewegingssystemen in afwezigheid van de vestibulaire stimulatie (evenwichtsorgaan). Tijdens de oculomotorische evaluatie krijgt de patiënt verschillende visuele stimuli te zien. De patiënt volgt bijvoorbeeld lichtflitsen of bewegende lijnen met zijn ogen. De arts beoordeelt hierbij de oogbewegingen (nystagmus).
Positie- en positoneringstesten
Het onderzoeker plaatst het hoofd van de patiënt naar rechts of naar links. Daarna gaat de patiënt liggen met het hoofd eveneens naar rechts of links geplaatst. De patiënt blijft gedurende minstens twintig seconden in deze positie liggen terwijl de onderzoeker de oogbewegingen registreert. De patiënt krijgt hierbij een donkere bril met een ingebouwde infraroodcamera op de ogen. Tot slot gaat de patiënt weer zitten. Als de arts
nystagmus waarneemt, gebeurt de test opnieuw om
vermoeidheid van de respons te evalueren.
Calorische stimulatie van het evenwichtsorgaan (Calorisch onderzoek)
De onderzoeker spuit op verschillende tijdstippen koud water of koude lucht in elk oor zodat de arts in staat is om op een objectieve manier de functie van elk afzonderlijk labyrint te beoordelen. De elektrodes registreren oogbewegingen die optreden wanneer water of lucht de zenuwen in het binnenoor stimuleren. Wanneer koud water het oor binnenkomt, krijgt de patiënt normaalgezien nystagmus. Het koude water voelt voor een aantal patiënten enigszins ongemakkelijk aan, waardoor mogelijk zelfs duizeligheid (vertigo) optreedt. Bij koele irrigatie slaat de snelle fase van nystagmus in de richting tegengesteld aan het gestimuleerde oor (dwz koele irrigatie in het rechteroor veroorzaakt linksdraaiende nystagmus).
Vervolgens plaatst de onderzoeker warm water of lucht in het oor. De patiënt ligt hierbij met zijn hoofd op een hoek van dertig graden. Bij warme irrigatie slaat de nystagmus in de richting van het gestimuleerde oor (dwz warme stimulatie van het rechteroor produceert rechtsdraaiende nystagmus).
Na het onderzoek
De onderzoeker verwijdert de elektroden en pasta en daarna wast hij het gezicht van de patiënt. De arts evalueert de patiënt nadien om zeker te zijn dat hij zich niet zwak, duizelig of
misselijk voelt. De neuroloog of een andere arts bespreekt na het onderzoek de onderzoeksresultaten met de patiënt. Het onderzoek meet de oogbewegingen nadat de onderzoeker warm of koud water of lucht in de oren inspuit. In het normale evenwichtsorgaan verkrijgt de arts een gelijkwaardige reactie van elk oor. Een normale calorische reactie sluit een vestibulaire pathologie echter niet uit. De normale waarde varieert enigszins tussen verschillende laboratoria. Afwijkende resultaten geven een beschadiging aan de zenuwen van het binnenoor of andere hersendelen aan die de oogbewegingen controleren.
Risico's elektronystagmografie
In zeldzame gevallen resulteert een te hoge druk op het water in het oor op een verwonding van het trommelvlies. Wanneer de patiënt onlangs een perforatie van het trommelvlies heeft gehad, is het onderdeel met het water in het oor niet toegelaten. Ook bij mensen met een verlaagd immuunsysteem is dit onderdeel niet aangewezen. Verder komt duizeligheid of vertigo soms voor tijdens het onderzoek. Rug- of nekproblemen verergeren mogelijk door de snelle positiewijzigingen die nodig zijn voor het onderzoek. Een verminderd gezichtsvermogen, oorsmeer,
overmatig knipperen met de ogen en bepaalde geneesmiddelen interfereren voorts mogelijk met de onderzoeksresultaten.