Mucopolysaccharidose type VI: Afwijkingen gezicht en skelet
Mucopolysacharidose Type VI is een zeldzame lysosomale stapelingsziekte gekenmerkt door een tekort aan arylsulfatase B (ASB). Bij deze progressieve en erfelijke aandoening vergroten weefsels en organen, geraken ze ontstoken of vertonen ze littekens. Skeletafwijkingen zoals onder andere dwerggroei zijn ook gebruikelijk bij deze aandoening. De snelheid waarmee de symptomen verergeren varieert tussen de betrokken patiënten. Maroteaux et al. beschreven dit syndroom voor het eerst in 1963.
Synoniemen aandoening
Mucopolysaccharidose type VI is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- ARSB Deficiëntie
- Arylsulfatase B-deficiëntie
- ASB-deficiëntie
- Maroteaux-Lamy Syndroom
- MPS VI
- MPS 6
- Mucopolysaccharidosis VI
- Mucopolysacharidose 6
- N-acetylgalactosamine-4-sulfatase deficiëntie
- Polydystrofische Dwerggroei
Epidemiologie mucopolysaccharidose type VI
De exacte incidentie van MPS VI is onbekend, maar naar schatting 1 op 250.000 tot 600.000 pasgeborenen is getroffen door deze aandoening. Turkse immigranten in Duitsland zijn vaker getroffen door de aandoening met een incidentie van 1 op 43.000 geboorten, terwijl in Zweden de incidentie slechts 1 op 1.500 000 geboorten bedraagt. Informatie over de seksuele voorliefde is niet gevonden in de geraadpleegde bronnen. Verder presenteert de ziekte zich vanaf de kindertijd.
Oorzaken en erfelijkheid aandoening
Mutaties (wijzigingen) in het ARSB-gen veroorzaken mucopolysaccharidose type VI. De patiënt heeft hierdoor een gedeeltelijk of volledig gebrek aan activiteit van het enzym arylsulfatase B. Dit leidt tot de accumulatie (ophoping) van complexe koolhydraten glycosaminoglycanen (voorheen mucopolysacchariden) in het lichaam. Hierdoor zijn meerdere orgaansystemen progressief aangetast.
De overerving van deze aandoening verloopt op autosomaal recessieve wijze, waardoor beide kopieën van het gen in elke cel mutaties hebben. De ouders van een patiënt met een autosomaal recessieve aandoening dragen elk een exemplaar van het gemuteerde gen, maar vertonen meestal zelf geen symptomen van de aandoening.
Symptomen: Afwijkingen gezicht en skelet
Mucopolysaccharidose type VI is een multisystemische aandoening waarbij de patiënt afwijkingen vertoont aan het
gezicht en het skelet. Daarnaast zijn bijkomende symptomen mogelijk. De ernst, uitgebreidheid en het optreden van de symptomen variëren per patiënt. De symptomen presenteren zich veelal in de kindertijd.
Baby’s groeien normaal of zelfs heel veel tijdens het eerste jaar, maar kennen daarna een tragere ontwikkeling.
Gezicht
De gezichtsafwijkingen zijn pas zichtbaar in de kindertijd. De patiënt heeft een groot hoofd (
macrocefalie), een
waterhoofd (te veel hersen- en ruggenmergvocht in de schedel), een grof en bol gezicht, een brede en afgevlakte neusrug, verdikte lippen door een overmatige groei van het tandvlees en een grote tong (
macroglossie). Sommige patiënten hebben een korte en
stijve nek.
Skelet
MPS VI veroorzaakt tevens diverse
skeletafwijkingen die zichtbaar zijn in de kindertijd. De patiënt heeft een
kort gestalte (90-140 cm) alsook contracturen die de mobiliteit beïnvloeden. Het
carpaal tunnel syndroom ontwikkelt zich bij veel kinderen met MPS VI. Bij dit syndroom is de middelste zenuw (nervis medianus) bij de pols bekneld, waardoor gevoelloosheid,
tintelingen en
zwakte in de
handen en
vingers ontslaan. Een vernauwing van het wervelkanaal (
medische term is "stenose") in de hals is ook mogelijk; dit resulteert in schade aan het ruggenmerg.
Bijkomende symptomen
Bijkomende symptomen omvatten
hirsutisme (overbeharing, vooral in het gezicht), hartklepafwijkingen, een vergrote lever (
hepatomegalie) en vergrote milt (
splenomegalie), een
navelbreuk (uitstulping van buikwand rond navel) of een
liesbreuk (uitstulping of zwelling in lies of balzak). De luchtwegen zijn bij sommige patiënten smaller wat leidt tot frequente bovenste luchtweginfecties en
slaapapneu (slaapstoornis met tijdelijk gestopte ademhaling). Ook een vertroebeld hoornvlies en
fotofobie (overgevoeligheid voor licht),
nachtblindheid,
glaucoom,
stuwingspapil (zwelling van de oogzenuw door een verhoogde hersendruk),
oogzenuwatrofie en mogelijk nog meerdere oogafwijkingen komen voor, waardoor de patiënt soms een ernstige
visuele handicap ontwikkelt. Terugkerende oorontstekingen en
gehoorverlies zijn eveneens gerapporteerd. De intelligentie van de patiënt is niet aangetast.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van het syndroom gebeurt aan de hand van een grondig lichamelijk onderzoek op basis van de zichtbare symptomen. Een
bloedonderzoek bevestigt de diagnose. Ook een
urineonderzoek biedt vaak al informatie over de mogelijke aanwezigheid van een stofwisselingsziekte. Een röntgenonderzoek (
radiografisch onderzoek), een
echocardiografie, een MRI van de
hersenen en het ruggenmerg en radiografie (
radiografisch onderzoek) van de wervelkolom zijn andere nuttige onderzoeksinstrumenten. De ooggerelateerde problemen zijn op te sporen via een
uitgebreid oogonderzoek via een
fundoscopie (spleetlamponderzoek).
De differentiële diagnoses omvatten het Scheie-syndroom, multiple sulfatase deficiëntie, Mucopolysaccharidose Type VII, Mucopolysaccharidose Type IH / S, Mucopolysaccharidose Type IH, Mucopolysaccharidose Type IS, Mucopolysaccharidose Type IV en Multiple sulfatase deficiëntie.
Behandeling MPS 6
Deze aandoening valt niet te genezen maar een ondersteunende en symptomatische behandelingswijze is wel mogelijk waarbij de artsen trachten de symptomen te verlichten. Diverse artsen werken hierbij multidisciplinair samen: geneticus, cardioloog, audioloog, oogarts, neurochirurg, orthopedist, longarts, revalidatiearts en andere zorgverstrekkers.
Antibiotica, een
CPAP-apparaat (
luchtwegaandoeningen, vooral bij slaapapneu), logopedie (bij gehoorverlies) en fysiotherapie zijn mogelijk. Hartchirurgie is aangewezen bij hartklepafwijkingen, een tracheotomie (
tracheostomie) helpt bij luchtwegobstructies, ook een operatie bij het carpaal tunnel syndroom is mogelijk. Tevens zijn neurochirurgie en orthopedische chirurgie soms vereist. Bij ernstige gehoorproblemen is een
hoorapparaat aangewezen. Ook wanneer de patiënt oogproblemen heeft, zijn visuele en
optische hulpmiddelen handig. Een heupprothese helpt bij heupproblemen. Het ontbrekende enzym arylsulfatase B valt ook wekelijks bij de patiënt toe te dienen via een infuus. Tot slot is een
beenmergtransplantatie mogelijk, al is dit een enorm zware behandeling. Dit remt de progressie zodat de patiënt niet verder achteruit gaat.
Prognose aandoening
Veelal zijn de activiteiten van een patiënt beperkt als gevolg van contracturen, stijfheid en pulmonaire insufficiëntie. Hierdoor zijn ze vanaf de adolescentie meestal rolstoelgebonden. Mogelijke complicaties omvatten het verlies van het gezichtsvermogen door de hoornvliesvertroebeling, gehoorvlies, het carpaal tunnel syndroom, pulmonaire hypertensie, hypoventilatie,
hartfalen (slecht rondpompen van bloed door het hart) en
verlamming.
De levensverwachting van patiënten met MPS VI is afhankelijk van de aanwezigheid, de ernst, de startleeftijd en de mate van progressie van de symptomen. Daarnaast hangt de prognose af van de kwaliteit van de verkregen medische zorg. Zonder behandeling leven zwaar getroffen patiënten tot de late kindertijd of adolescentie. Patiënten met mildere vormen leven meestal tot in de volwassenheid, hoewel de levensverwachting meestal wel gereduceerd is.
Hartaandoeningen en obstructie van de luchtwegen zijn de belangrijkste doodsoorzaken bij patiënten met MPS VI.