Oogproblemen bij de ziekte van Parkinson
De ziekte van Parkinson is een veel voorkomende aandoening van patiënten van middelbare leeftijd en ouderen. Bij deze neurologische aandoening ontstaan ook motorische problemen waardoor o.a. bewegingsproblemen tot stand komen. Sommige patiënten met de ziekte van Parkinson merken problemen met het gezichtsvermogen naarmate de ziekte vordert. De patiënt ziet bijvoorbeeld wazig en hij heeft droge ogen. Daarnaast treden tal van andere oogproblemen op. Voor het behandelen van de vele symptomen zijn tal van zelfzorgtips of medische behandelingen beschikbaar.
Ziekte van Parkinson en de ogen
De
ziekte van Parkinson is een progressieve aandoening waarbij het centrale zenuwstelsel achteruitgaat. Tal van symptomen zijn hierbij mogelijk, onder andere oogafwijkingen. De ooggerelateerde symptomen van de ziekte van Parkinson zijn te wijten aan een motorische of een zintuiglijke disfunctie. Bij deze neurologische aandoening is het dopaminegehalte verlaagd in het centrale zenuwstelsel, maar ook in de ogen. Dopamine is een neurotransmitter die zorgt voor de signaaloverdracht tussen zenuwcellen. Door het lage dopaminegehalte ontstaan zowel
motorische als sensorische symptomen. Dopamine bevindt zich in amacriene cellen (zenuwcellen zonder lange uitlopers) in het netvlies van het oog, wat mogelijk tal van oogproblemen veroorzaakt.
Symptomen door een verlaagd dopaminegehalte
Diverse oogaandoeningen zijn mogelijk bij de ziekte van Parkinson. Deze veroorzaken afwijkingen in het gezichtsvermogen.
Oogaandoeningen
Bij een aantal patiënten
convergentie-insufficiëntie op. De ogen werken niet goed samen wanneer de patiënt naar een object vlakbij de ogen kijkt. De ogen richten zich namelijk niet of onvoldoende naar de neus. Hierdoor treedt
vermoeidheid op en heeft de patiënt bijvoorbeeld last met het lezen van teksten. Daarnaast heeft de patiënt een verlaagde knipperfrequentie. Hierdoor heeft hij last van
droge ogen en heeft hij een
wazig gezichtsvermogen.
Diplopie (dubbelzien),
blefaritis (
ontsteking van de ooglidranden),
blefarospasme (ooglidkramp) en het niet kunnen openen van de oogleden (apraxie) zijn andere veel voorkomende symptomen. De patiënt overwint de apraxie van het ooglid door het openen van het oog met de vingers. Bij de
veroudering van het oog treden soms nog
glaucoom (verhoogde oogboldruk),
cataract (staar: troebele ooglens) of
maculadegeneratie (centraal zicht vervaagt) op.
Gezichtsvermogen
Door het verlies van dopamineneuronen in het netvlies van het oog, heeft de patiënt afwijkingen in het gezichtsvermogen. De patiënt heeft problemen met het inschatten van afstand en bovendien heeft hij geen ruimtelijk inzicht meer. Tevens is het voor hem moeilijk om gezichtsuitdrukkingen van anderen in te schatten. Daarnaast treden wijzigingen op in het kleurenzien. De patiënt lijdt namelijk aan een vorm van blauw-geel-
kleurenblindheid. Een ander ooggerelateerd kenmerk van de ziekte van Parkinson, is de verminderde contrastgevoeligheid (kleur en helderheid). De patiënt ziet hierdoor minder scherp. Tot slot treden
visuele hallucinaties (zien van onechte beelden) op waardoor de patiënt flikkerende lichten ziet. Dit is mogelijk een gevolg van medicatiegebruik.
Diagnose en onderzoeken
De oogarts heeft informatie nodig over de
medische geschiedenis van de patiënt. Daarna krijgt de patiënt een
uitgebreid oogonderzoek. De oogarts onderzoekt de contrastgevoeligheid via een speciale
contrastgevoeligheidstest. Hij identificeert een
verminderde gezichtsscherpte, een
verminderd kleurenzicht,
nystagmus (wiebelogen), convergentie-insufficiëntie, een verminderde knipperreflex (met als gevolg een “starend” uiterlijk) en een verminderde contrastgevoeligheid. De oogarts voert ook nog een
gezichtsveldonderzoek uit. Af en toe heeft de patiënt namelijk
gezichtsvelddefecten die duidelijk in beeld komen bij dit onderzoek.
Behandeling oogproblemen
Algemene behandeling
De arts behandelt de aandoening zelf, bijvoorbeeld via extra dopamine. Hij controleert de patiënt wel regelmatig.
Medische therapie
Patiënten met de ziekte van Parkinson krijgen twee brillen namelijk één voor veraf (kijken op afstand) en één voor dichtbij (lezen). Soms is een prismabril een betere optie.
Kunsttranen en zalven,
topische anti-inflammatoire druppels, orale (via de mond ingenomen)
visolie en andere orale medicatie zijn
medicijnen die helpen bij
droge ogen. Het is tevens belangrijk om een correcte ooglidhygiëne te hanteren. Warme, vochtige kompressen of zalven verminderen de
oogirritatie. Blefarospasme en apraxie van de ooglidopening zijn te behandelen met
botulinum toxine injecties (
botox). Visuele
hallucinaties zijn het gevolg van de onderliggende ziekte of van medicatiegebruik. Indien mogelijk past de neuroloog de dopaminerge medicatie aan. Atypische
antipsychotica bestrijden eveneens de symptomen.
Lees verder