Plasproblemen (mictiemoeilijkheden): Problemen met urineren
Urineproblemen ontstaan mogelijk door fysiologische factoren, zoals de leeftijd, de anatomie en de hormonale spiegel. Mictieproblemen komen eveneens tot stand bij een (neurologische) aandoening, een infectie en drank- of medicatiegebruik. Mictiemoeilijkheden zoals vaak plassen, nadruppelen en 's nachts urineren zijn soms erg vervelend voor de patiënt waarbij hij mogelijk veel ongemak ervaart. De uroloog noteert de symptomen, onderzoekt de patiënt en voert zo nodig bijkomende onderzoeken uit. Op deze manier behandelt hij de problemen met de urinelozing. Indien nodig behandelt de arts ook de onderliggende oorzaak.
’s Nachts urineren: Nycturie
Bij
nycturie staat een patiënt minimaal twee keer per nacht op om te wateren. Dit gebeurt bij o.a. een
nieraandoening, hartinsufficiëntie, varices (
spataderen) en een
verlamming van de onderste ledematen. Ook bij de
overgang en een zwangerschap is dit symptoom regelmatig zichtbaar. Daarnaast leiden sommige
medicijnen tot het nachtelijk urineren. Fysiologisch komt nycturie voor wanneer de patiënt erg veel drinkt ’s avonds.
Acute retentie
De patiënt is bij acute
retentie plots niet meer in staat om de blaas te legen. Hij ervaart hierbij hevige en dikwijls pijnlijke plasdrang. Diverse oorzaken zijn bekend voor dit probleem, zoals een blaasobstructie (verstopping van de blaas), een neurologisch probleem of een zwelling van de blaas (door uitstelgedrag van het plassen). Urineretentie beschadigt de blaas en leidt dan tot chronisch
nierfalen.
Moeilijke start
Wanneer een afvoerkanaal verstopt geraakt, is een moeilijke start van het plassen vaak het eerste symptoom. De patiënt gaat veelal druk uitoefenen op de buik om de mictie op te starten.
Nadruppelen: post micturition dribbling (PMD)
Wanneer urine in de urinebuis achterblijft, gaat de patiënt nadruppelen. Dit is te wijten aan een vernauwing van de urinebuis (
plasbuisvernauwing), verslapte bekkenbodemspieren bij prostaatproblemen, een uitstulping in de urinebuis, een
prostaatvergroting of een moeilijk doorgankelijke plasbuis als gevolg van te strak zittend ondergoed bijvoorbeeld. Ook
radiotherapie en chirurgische ingrepen leiden mogelijk tot nadruppelen.
Onderbroken plasstraal (mictiestroom)
Soms stopt een plasstraal plots om dan even later weer op te starten. Dit komt bijvoorbeeld voor bij een
blaassteen (harde ophopingen van mineralen in de blaas) die voor de blaashals rolt. Hierbij ervaart de patiënt erg veel pijn. Ook een andere obstructie (verstopping) veroorzaakt mogelijk een onderbroken mictiestroom.
Plots en dringend wateren: Urinaire urgentie / urine-urgentie
De patiënt moet bij
urinaire urgentie plots en dringend plassen. Het gevoel van moeten plassen is onweerstaanbaar. De blaas is hierbij overactief of geïrriteerd. Indien de patiënt te laat op het toilet zit, is sprake van urgentie-incontinentie.
Vaak plassen: Pollakisurie
Bij
pollakisurie urineren peuters, kinderen en volwassen abnormaal of frequent tijdens de daguren (> 8 keer). Soms moeten patiënten zelfs elke vijf of tien minuten plassen. Frequent urineren komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes, en kleuters en kinderen zijn ook vaker getroffen dan volwassenen.
Pollakisurie gebeurt in deze omstandigheden:
- een kleinere baas
- een overblijvend restant urine
- een gedeeltelijke obstructie (verstopping) als gevolg van een prostaatvergroting
- een ontsteking van de blaaswand (door een tumor, een vreemd lichaam of een infectie)
- verlittekening van de blaaswand (door radiotherapie, blaasontsteking (interstitiële cystitis), tuberculose)
- een overactieve blaas
- stress
- urine-incontinentie: Sommige vrouwelijke patiënten met incontinentie plassen gewild erg vaak omdat ze op deze manier urineverlies trachten te voorkomen.
De behandeling is afhankelijk van de oorzaak.
Weinig urineren
De patiënt plast hierbij maar één of twee keer per dag. Dit komt vrij vaak voor bij patiënten die nierdialyse krijgen. Soms is dit uit gewoonte door het toiletbezoek uit te stellen omdat bepaalde toiletten vuil zijn op school of het werk bijvoorbeeld. Hierdoor ontwikkelt de patiënt een residu en een zeer grote blaascapaciteit.
Zwakke plasstraal
Wanneer een verstopping van de urinebuis plaatsvindt, trekt de blaasspier met meer kracht samen. Wanneer dit samentrekken verminderd is, ontstaat een zwakte van de urinestraal. De zwakke urinestraal vindt ook plaats zonder obstructie van de urinebuis. De zwakke plasstraal is niet altijd eenvoudig om te beoordelen; zeker niet wanneer dit geleidelijk optreedt.
Lees verder