Osteochondroom: Tumor van kraakbeen en bot bij groeiplaat
Een osteochondroom is een overmatige groei van kraakbeen en bot, aan het einde van het bot bij de groeiplaat. Meestal zijn de lange botten in het been, het bekken of het schouderblad aangetast. Vaak ontstaat deze goedaardige tumor in de kindertijd wanneer het skelet volop in de groei is. Bij veel patiënten zijn geen symptomen aanwezig, maar soms ontstaan verschillen in de lengte van de ledematen of treedt pijn op van de nabijgelegen spieren. Ook enkele andere tekenen wijzen mogelijk in de richting van een osteochondroom. Beeldvormend onderzoek onthult deze goedaardige tumor. De tumor behoeft niet altijd een behandeling, maar chirurgie is mogelijk. Zeer sporadisch wijzigt de goedaardige tumor zich naar een kwaadaardige tumor (kanker), maar ook deze tumor valt met chirurgie veelal goed te behandelen.
Epidemiologie osteochondroom
Een osteochondroom is de meest voorkomende vorm van goedaardige botgroei (35-40% van de goedaardige
bottumoren). Het is echter vrij lastig om de werkelijke frequentie te bepalen omdat veel patiënten asymptomatisch zijn. Vooral bij patiënten tussen tien en dertig jaar komt de ziekte voor; dit is de periode van de meest snelle groei van het skelet. Mannen zijn drie keer vaker dan vrouwen aangetast door een osteochondroom.
Oorzaken goedaardige tumor
Het is niet goed geweten wat een osteochondroom veroorzaakt. De goedaardige tumor is niet het gevolg van een blessure. Wel is de meest voorkomende vorm (70%) erfelijk door een defect in het EXT1-gen. De overervingswijze van een osteochondroom die tot stand is gekomen door een defect in het EXT1-gen verloopt via een autosomaal dominant overervingspatroon, waardoor één gemuteerd gen van een betrokken ouder al genoeg is om de aandoening te laten verschijnen. Een andere vorm van een osteochondroom is dan weer niet erfelijk.
Gepaard met andere aandoeningen
Een osteochondroom komt geïsoleerd voor, maar soms is dit ook onderdeel van volgende aandoeningen:
- de ziekte van Trevor, ook wel bekend als “dysplasia epiphysealis hemimelica”
- multipele osteochondromen, ook wel bekend als “diafysaire aclasis”
Symptomen: Pijn en skeletwijzigingen
In de helft van de gevallen zijn de onderste ledematen (knie, scheenbeen, dijbeen, voeten en bekken) getroffen. In 10 tot 20% van de gevallen is het opperarmbeen aangetast. Minder vaak zijn de handen of het schouderblad betrokken. Af en toe presenteert een osteochondroom zich in het achterste gedeelte van de wervelkolom. De meeste patiënten met een osteochondroom hebben geen symptomen. Zijn deze toch aanwezig, dan zijn dit de meest voorkomende symptomen:
- druk of irritatie bij fysieke activiteiten
- een been of arm is mogelijk langer dan het andere been of de andere arm
- een harde, pijnloze en niet beweegbare tumor vaak in de buurt van de gewrichten (vaak knieën of schouder)
- een kortere lengte dan normaal voor de leeftijd
- gevoelloosheid of tintelingen doordat de tumor zich vaak in de buurt van een zenuw bevindt, zoals achter de knie. Veroorzaakt de tumor druk op een zenuw, dan treden gevoelloosheid of tintelingen op.
- pijn van de nabijgelegen spieren
- veranderingen in de bloedstroom waardoor het getroffen lichaamsdeel een andere kleur krijgt of waardoor geen pols meer te voelen is; dit gebeurt slechts zeer zelden
Een osteochondroom groeit mogelijk wanneer het kind groeit, maar de groei stopt wel wanneer het kind gestopt is met groeien.
Wanneer meerdere osteochondromen optreden, varieert het aantal en de locatie hiervan. In ernstige gevallen is de botgroei abnormaal (
kort gestalte, misvormingen aan de onderarmen, …). Milde symptomen zijn soms pas zichtbaar vanaf de vroege volwassenheid.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Tijdens het lichamelijk onderzoek bemerkt de arts dat de patiënt soms pijn heeft en gevoelig is op de plaats waar de tumor zich bevindt. Hij test tevens het bewegingsbereik in het gebied van de pijn. Afhankelijk van de locatie heeft de patiënt mogelijk functieproblemen.
Diagnostisch onderzoek
Diverse
beeldvormende onderzoeken zijn nodig om een osteochondroom te identificeren met name een
röntgenfoto, een
CT-scan en een
MRI-scan.
Behandeling: Chirurgie
De behandeling van een osteochondroom hangt af van diverse factoren:
- de aanwezigheid of ernst van de symptomen
- de algemene gezondheid en medische voorgeschiedenis van de patiënt
- de grootte van de tumor
- de leeftijd van de patiënt
- de omgang met medicijnen, behandelingen of therapieën
- de snelheid van het ontwikkelen van de symptomen
- de verwachte duur van de aandoening
- de voorkeuren en wensen van de patiënt
De behandeling bestaat uit een operatie om de tumor te verwijderen of
medicijnen om pijn te bestrijden. Soms behandelt de arts een osteochondroom niet wanneer het bot niet verzwakt is of de tumor niet groeit. De patiënt komt dan wel regelmatig naar een controlebezoek zodat de arts in staat is om de botgroei op te volgen.
Complicaties van tumor van kraakbeen en bot bij groeiplaat
In 1% van de geïsoleerde osteochondromen en 5-25% van multiple osteochondromen, wijzigt de aanvankelijk goedaardige tumor naar een maligne vorm (
medische term: kwaadaardig). Dan is sprake van een
chondrosarcoom (botkanker die ontstaat in kraakbeenweefsel). Deze tumor is meestal laaggradig en valt in de meeste gevallen goed chirurgisch te verwijderen waardoor de patiënt weer herstelt. Een goedaardige tumor die verwijderd is, steekt in 2% van de gevallen terug de kop op. Een verwijderde kwaadaardige tumor komt in maximaal 15% van de geopereerde patiënten terug.
Lees verder