Infectie: Routes van overdracht (verspreiding van ziekte)
Mensen krijgen op diverse manieren een ziekte. Ziekteverwekkende organismen komen in het lichaam terecht via onder andere lucht, water, voedsel, insecten, geslachtsgemeenschap, … Een moeder geeft daarnaast mogelijk ook een ziekteverwekker door aan het kind rond de bevalling. De verspreiding gebeurt op een directe wijze, bijvoorbeeld via seks of een injectie. Ook een indirecte verspreiding van een infectie is mogelijk, bijvoorbeeld via het aanraken van besmette voorwerpen, voedsel, de lucht, …
Consumptie van besmet materiaal
Veel voedinggerelateerde zoönotische infecties (ziekte die van dier op mens kan overgaan) zijn het gevolg van de besmetting van voedsel met dierlijke feces. Bij deze ziekten vindt strikt genomen een fecaal-orale overdracht plaats (overdracht via de ontlasting naar de mond). Niettemin worden verscheidene ziekten direct overgebracht in dierlijke producten. Deze omvatten een aantal stammen van
Salmonella (eieren, kippenvlees),
brucellose (ongepasteuriseerde melk), en de
prionziekten kuru (eten van besmette
hersenen) en
de variantziekte van Creutzfeldt-Jakob (progressieve hersenaandoening).
Directe persoon naar persoon besmetting
Organismen kunnen direct aan andere personen worden doorgegeven via seksueel contact (SOA's), via de huid of via het bloed. Enkele voorbeelden van
huidinfecties die tot stand komt door een verspreiding via de huid, zijn
ringworm,
schurft en
hoofdluizen. Ook via het bloed of een andere lichaamsvloeistof is een organisme direct door te geven, hetgeen gebeurt tijdens het seksueel contact, maar ook van moeder op het kind rond de geboorte, of tussen intraveneuze (in een ader)
drugsgebruikers die injectiemateriaal delen. Ook bij hergebruikte besmette medische of andere apparatuur (zoals tattoonaalden), of bij een bloedtransfusie (besmet bloed of
bloedproducten) of bij het sporten is een directe overdracht van een organisme via het bloed mogelijk.
Door vector overgedragen ziekten
Vectoren zijn meestal
insecten die ziekten overdragen naar mensen. Veel
tropische infecties, zoals
malaria komen terecht bij mensen door een geleedpotige vector. Door vector overgedragen ziekten zijn ook te vinden in een gematigd klimaat, maar ze zijn relatief zeldzaam. In de meeste gevallen vindt een deel van de levenscyclus van de parasiet plaats in het lichaam van de geleedpotigen. Voor elke soort parasiet is bovendien een specifieke vector vereist.
Endogene infectie
Bij een endogene infectie, ook gekend als een auto-infectie, is de eigen endogene flora van het lichaam de oorzaak van een infectie. Dit is vaak het gevolg van een
verzwakt immuunsysteem bij de gastheer als gevolg van ziekte of
chemotherapie. Zo dringen normaal onschadelijke huid- en darmflora (commensalen) binnen tot diepere weefsels en veroorzaken ze een infectie. Dit vindt bijvoorbeeld plaats bij colonbacteriën die infiltreren in de vrouwelijke urinewegen en daar een urineweginfectie veroorzaken.
Cellulitis (huidinfectie met
pijnlijke, rode en gezwollen huid) is dan weer het gevolg van een
snijwonde of kraswonde op de huid waarbij de commensalen de kans krijgen om dieper in de weefsels door te dringen.
Fecaal-orale overdracht
De verspreiding van organismen door de fecaal-orale route (overdracht via de ontlasting naar de mond) vindt plaats in volgende omstandigheden:
- door besmet voedsel of water (meestal)
- door besmetting van kleding of huishoudelijke artikelen (meestal in instellingen of in slechte hygiënische omstandigheden)
- door directe overdracht (meestal bij kleine kinderen)
In elk mogelijk stadium komen ziekteverwekkers van menselijke of dierlijke ontlasting terecht in de voedselvoorziening. Rioolwater wordt bijvoorbeeld gebruikt als meststof in vele delen van de wereld, hetgeen resulteert in besmette groenten en fruit. Een slechte hygiëne leidt mogelijk tot een besmetting tijdens de productie, de verpakking, de bereiding of het serveren van levensmiddelen. In de westerse wereld veroorzaakt de centralisatie van de voedselvoorziening en de toegenomen verwerking van levensmiddelen mogelijk op grote schaal uitbraken van door voedsel overgedragen infecties. Wereldwijd hebben ongeveer 1,1 miljard mensen geen toegang tot schoon water en 2,6 miljard mensen hebben geen sanitaire basisvoorzieningen. Door onvoldoende toegang tot schoon water, gebeuren vaak door water overgedragen infecties via de oraal-fecale route.
Verspreiding door de lucht
Bij veel luchtweginfecties gebeurt de verspreiding van persoon tot persoon door het inademen van lucht of druppels (
hoesten,
niezen, uitademen). Een nieuw slachtoffer ademt vervolgens deze afscheidingen in. Bij sommige virale darminfecties gebeurt de overdracht eveneens door het inademen van de lucht van ontlasting of braaksel.