Choanale atresie: Verstopping of vernauwing van neusopening
Bij choanale atresie, een aangeboren aandoening, is de achterste neusopening die in de keel uitkomt, verstopt of vernauwd. Dit is het gevolg van de aanwezigheid van weefsel dat normaal gezien reeds bij de geboorte van de baby verdwenen is. Deze verstopping of vernauwing gebeurt aan één of beide zijden van de neus en brengt voor de baby ademhalingsproblemen met zich mee, zeker als beide zijden zijn aangetast. Daarom is na een eventuele reanimatie een operatie nodig zodat de luchtwegen weer vrijgemaakt zijn. De prognose voor patiënten met choanale atresie zijn uitstekend na de operatie. Af en toe komen echter luchtweggerelateerde complicaties voor als gevolg van de zeldzame ziekte.
Synoniemen choanale atresie
Diverse synoniemen zijn bekend voor choanale atresie:
- atresia choanae
- choaan atresie
- choanal atresia
- choane atresie
Epidemiologie zeldzame aandoening
Ongeveer 1 op de 7.000-12.500
baby’s komt anno oktober 2020 ter wereld met choanale atresie. De aandoening is de meest voorkomende neusafwijking bij pasgeborenen. Meisjes krijgen deze aandoening ongeveer twee keer zo vaak als jongens. Meer dan de helft van de getroffen kinderen hebben ook andere aangeboren problemen.
Oorzaken: Weefsel is nog aanwezig
De oorzaak van choanale atresie is onbekend anno oktober 2020. Het dunne weefsel (vlies) dat de neus en de mondholte van elkaar scheidt bij de foetus tijdens de laatste fase van de zwangerschap, blijft aanwezig na de geboorte. De ziekte is bijna nooit erfelijk.
Symptomen: Ademhalingsproblemen bij baby's
Pasgeborenen ademen het liefst door de neus. Bij zuigelingen met choanale atresie bemerkt de arts dat ze enkel ademen door hun mond (
mondademhaling) als ze
huilen. Baby's met choanale atresie hebben
ademhalingsproblemen, tenzij ze huilen. De
aangeboren aandoening tast één of beide zijden van de neusluchtweg aan. Meer dan de helft van de zuigelingen ervaren een
verstopte neus van slechts één zijde (unilateraal), waardoor minder ernstige problemen aanwezig zijn. Choanale atresie is tevens soms onderdeel van een syndroom waardoor de pasgeborene kampt met bijkomende problemen.
Eén zijde
Meestal heeft de baby bij een eenzijdige (partiële) choanale atresie een ingetrokken
borstkas, tenzij het kind ademt door de mond of huilt. De ademhalingsproblemen na de geboorte leiden tot
cyanose (blauwverkleuring), tenzij de baby huilt. De baby is voorts niet in staat om tegelijkertijd gevoed te worden en te ademen. Ook is het voor de arts niet mogelijk om een
katheter te plaatsen aan weerszijden van de neus naar de keel. Voorts is een persistente eenzijdige neusblokkade of afscheiding aanwezig.
Beide zijden
Choanale atresie waarbij beide zijden (bilateraal) van de neus geblokkeerd zijn, leidt tot acute ademhalingsproblemen met cyanose (blauwverkleuring) en
ademhalingsfalen (ernstige ziekte met langzame ademhaling). Zuigelingen met een bilaterale choanale atresie moet de arts tijdens de bevalling vaak reanimeren, omdat anders de kans op
verstikking groot is.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van choanale atresie gebeurt veelal kort na de geboorte, wanneer het kind zich nog in het ziekenhuis bevindt. Een lichamelijk onderzoek onthult een obstructie van de neus. De bevestiging van de zeldzame aandoening gebeurt via een
endoscopie (inwendig kijkonderzoek van de binnenkant van het lichaam) van de neus (
neusendoscopie). Hierbij plaatst de arts een sonde in de neus. De sonde blokkeert echter bij de keelingang. Andere diagnostische instrumenten omvatten een
CT-scan en een
röntgenfoto van de sinus.
Behandeling van verstopping of vernauwing van neusopening
De arts reanimeert de baby meteen na de geboorte indien nodig. De arts moet soms de luchtweg openen zodat de zuigeling in staat is om te ademen. Dit gebeurt dan via een intubatie (het aanbrengen van een buisje in de luchtpijp) of een tracheotomie (chirurgisch maken van een kunstmatige opening in de luchtpijp). Sommige kinderen leren echter om door de mond te ademen, waardoor de noodzaak van onmiddellijke chirurgie vertraagd is. Een operatie om de obstructie te verwijderen geneest het probleem, maar is dus niet onmiddellijk nodig wanneer het kind door de mond ademt. Meestal gebeurt deze herstellende chirurgische ingreep wanneer het kind twee jaar oud is. De operatie gebeurt door de neus (transnasaal, vaakst voorkomend) of via de mond (transpalataal). Meestal herstelt de patiënt zonder
littekens.
Prognose van chirurgie is uitstekend
De patiënt met choanale atresie herstelt volledig na de chirurgische ingreep waardoor hij eveneens in staat is om door de neus te ademen
Complicaties: Luchtweggerelateerde problemen
Mogelijke complicaties zijn:
- aspiratie tijdens het voeden en ademhalingsproblemen bij het ademen door de mond
- een ademstilstand
- een terugkeer van de vernauwing na de operatie