Kleurentest: Oogtest voor opsporen van kleurenblindheid
Ongeveer 6% van de mannen en 0,5% van de vrouwen lijdt aan kleurenblindheid. Dankzij een kleurenonderzoek zijn problemen met het kleurenzien op te sporen. Een kleurentest is een eenvoudig, veilig en niet-invasief oogonderzoek waarmee de oogarts het vermogen meet om onderscheid te maken tussen verschillende kleuren. De patiënt hoeft geen speciale voorbereidingen te treffen voor een kleurenonderzoek, maar vaak is het voor (kleine) kinderen verstandig om op voorhand informatie te geven over het doel en de werking van de oogtest. Het onderzoek gebeurt veelal door het bekijken van een kleurenkaart waarin patronen van een getal of symbool verwerkt zitten. Uit de resultaten blijkt dat de patiënt lijdt aan een vorm van kleurenblindheid of een probleem heeft met de oogzenuw. Kleurentesten geven wel een idee over de aanwezigheid van het kleurenzienprobleem, maar meerdere onderzoeken zijn nodig om de oorzaak te achterhalen.
Indicatie opsporen van zien van kleuren
Deze oogtest is nodig om mogelijke problemen met het zien van kleuren en
kleurenblindheid op te sporen. Verdere onderzoeken zijn echter nodig om de oorzaak hiervan te achterhalen.
Voor het onderzoek
Kinderen (vanaf vier jaar) krijgen op voorhand van de ouder of anders van de oogarts informatie over het nut en verloop van het onderzoek. Het is altijd aangewezen dit even in te oefenen of voor te doen met een pop. Het kind is doorgaans minder
angstig als het weet wat er waarom gaat gebeuren. Meestal is een voorbeeldkaart met veelkleurige stippen beschikbaar, waarbij bijna iedereen het patroon kan identificeren, zelfs patiënten met een vorm van kleurenblindheid. Kinderen en ook volwassenen mogen tijdens het onderzoek ook de bril ophouden of de
contactlenzen inhouden.
Tijdens de kleurentest
Kaarten
Doel
De oogarts maakt gebruik kleurkaarten wanneer de patiënt aangeboren problemen heeft met de lichtgevoelige cellen (kegeltjes) van het netvlies (lichtgevoelige weefsel aan de achterkant van het oog).
Praktisch
De patiënt zit in een comfortabele positie in een gewoon verlichte ruimte; de kamer is dus niet verduisterd. De patiënt bedekt vervolgens één oog zodat de oogarts in staat is om elk oog apart te testen op een
kleurenzienstoornis. De arts laat de patiënt een aantal kaarten met gekleurde stippatronen zien. Deze kaarten zijn gekend als “Ishihara-platen”. In de patronen zijn sommige stippen weergegeven als getallen of symbolen. De patiënt krijgt de vraag om deze symbolen indien mogelijk te identificeren. De onderzoeker houdt de kaart 35 centimeter van het
gezicht van de patiënt. Hij vraagt vervolgens om snel het symbool in elke kleurpatroon te identificeren.
Doppen
Doel
Een andere mogelijkheid is dat de patiënt lijdt aan een
oogzenuwaandoening. Dit is de zenuw die visuele informatie van het oog naar de
hersenen stuurt). Bij een vermoeden van een oogzenuwaandoening gebruikt de oogarts de doppentest. Hij wil hierbij een idee krijgen in hoeverre de patiënt problemen heeft met het zien van de intensiteit van een kleur.
Praktisch
De patiënt krijgt namelijk de vraag om enkele tientallen tot honderd dopjes te groeperen waarvan de bovenkant gekleurd is.
Resultaten oogonderzoek
Normale resultaten
De patiënt ziet alle kleuren en is in staat om deze van elkaar te onderscheiden.
Abnormale resultaten
Aangeboren stoornissen
Dankzij de oogtest is het opsporen van volgende aangeboren kleurenzienproblemen mogelijk:
- achromatopsie: Volledige kleurenblindheid; de patiënt ziet alleen maar grijstinten.
- deuteranopie: De patiënt heeft problemen om het verschil tussen rood/paars en groen/paars te zien.
- protanopie: Hierbij heeft de patiënt het lastig om het verschil tussen blauw/groen en rood/groen te zien.
- tritanopie: Het verschil tussen geel/groen en blauw/groen is voor de patiënt moeilijk te onderscheiden.
Verworven stoornissen
Bij volgende oogaandoeningen en andere ziekten ontdekt de oogarts mogelijk afwijkingen in het kleurenzien:
Risico’s oogtest voor kleurenblindheid
Aan een kleurentest zijn geen risico's verbonden. Deze oogtest gebeurt wel best enkel door een oogarts; hij spoort bijkomende oogproblemen op en heeft tevens het geijkte materiaal en de geschikte professionele kennis voor het uitvoeren van het oogonderzoek.
Lees verder