Beenmergpunctie: Onderzoek van bloedcellen en beenmerg
Soms is een patiënt ziek en biedt een bloedonderzoek onvoldoende informatie over de aanwezige gezondheidsproblemen van een patiënt. De arts besluit daarop soms om een beenmergpunctie (beenmergonderzoek) uit te voeren. Dit is een medisch onderzoek waarbij de arts een beetje vloeibaar (beenmergaspiratie) en vast (beenmergbiopsie) beenmerg uit de botten wegneemt. De arts krijgt hierdoor een beter idee over de conditie van het beenmerg en de bloedcellen. Het weggenomen beenmerg gaat naar een laboratorium voor verder onderzoek en onthult dan mogelijk een infectie, een ziekte, of een ander beenmergprobleem. Beenmerg is namelijk weefsel in het bot dat zorgt voor de aanmaak van bloedcellen en bloedplaatjes.
Indicatie onderzoek
Tal van aandoeningen zijn geassocieerd met een beenmergafwijkingen. De arts beslist vaak om dit onderzoek uit te voeren wanneer de waarden van de bloedplaatjes of witte of rode bloedcellen laag zijn. Bij dit onderzoek weet dat arts of sprake is van een ziekte of infectie, en ook kent hij de progressie van de ziekte dankzij een beenmergpunctie. Hij gebruikt bovendien een beenmergpunctie om de effecten van een behandeling na te gaan. Vermoedt de arts dat de patiënt lijdt aan
kanker, dan is hij dankzij een beenmergpunctie in staat om te kijken of reeds metastasen (
uitzaaiingen) van de kanker gebeurd zijn.
Diverse aandoeningen tasten het beenmerg aan:
- een beenmergziekte
- bloed- of beenmergkanker
- bloedarmoede (anemie)
- bloedcelafwijkingen
- infecties
- andere
Beenmergziekte
In sommige gevallen is het beenmerg zelf aangetast door een ziekte:
Bloed- of beenmergkanker
In o.a. volgende soorten kanker gebeurt een aantasting van het beenmerg:
Bloedarmoede
Een laag aantal rode bloedcellen (
anemie) komt voor bij o.a.:
Bloedcelafwijkingen
Bij volgende bloedcelafwijkingen ontstaan afwijkingen in het beenmerg:
Infecties
Ook enkele infecties leiden tot problemen met het beenmerg:
Andere
Verder zijn
koorts van onbekende oorsprong en
hemochromatose, een erfelijke aandoening waarbij
ijzer zich opbouwt in het bloed andere indicaties voor een beenmergpunctie.
Voor het onderzoek
Voor het beenmergonderzoek heeft de patiënt een vraaggesprek met de arts. Hij deelt hierbij mee welke medicijnen,
kruiden- en voedingssupplementen hij neemt, alsook of hij bepaalde
allergieën heeft. Soms is het namelijk nodig om tijdelijk met bepaalde
geneesmiddelen te stoppen (zoals
bloedverdunners), maar dit bespreekt de patiënt steeds vooraf met de arts. Vlak voor het onderzoek krijgt de patiënt indien nodig een licht kalmerend middel. De patiënt draagt voor het onderzoek ook een ziekenhuisjurk. Een beenmergpunctie kent een tijdsduur van circa tien tot vijftien minuten.
Tijdens de procedure
De patiënt gaat op de zij of op de buik liggen. Een arts of verpleegkundige geeft een
plaatselijke verdoving in het gebied waar de arts de punctie uitvoert. Dit is meestal aan de achterzijde van het bekken (cristapunctie), maar af en toe is de punctie nodig vanaf het borstbeen (sternumpunctie). De patiënt voelt een klein prikje bij het injecteren van de verdoving. Daarna maakt de arts een kleine chirurgische insnijding (incisie). Hij plaatst vervolgens een holle naald voorbij de huid in het bot. Hiermee verzamelt de arts een cilindervormig monster, gekend als een kernmonster. De arts neemt mogelijk zowel vast als vloeibaar beenmerg weg. Het verwijderen van een vast deel van het bot is gekend als 'biopsie' (beenmergbiopsie). Aspiratie is de medische term voor het wegnemen van het vloeibare deel van het beenmerg (beenmergaspiratie). Sommige patiënten voelen een stekende of doffe
pijn of ongemak wanneer de arts de vloeistof of het weefsel wegneemt, omdat een verdoving van de binnenkant van de botten niet mogelijk is. Onmiddellijk na de procedure sluit de arts de incisie en is het onderzoek afgelopen.
Na een beenmergpunctie
De arts of verpleegkundige brengt de patiënt naar een ziekenhuiskamer waar de patiënt even mag uitrusten op de rug, zodat het prikgaatje met het gewicht dichtgedrukt blijft. De patiënt mag pas zelfstandig naar huis wanneer de verdoving is uitgewerkt. Heeft de patiënt echter een kalmerend medicijn gekregen, dan moet een begeleider hem naar huis brengen nadat de medicatie en verdoving uitgewerkt zijn. De patiënt moet de wonde voorts gedurende 24 uur na de beenmergbiopsie droog en schoon houden. Tot ongeveer één week na de ingreep voelt de patiënt ook nog wat lichte pijn waarvoor hij gewone
pijnstillers mag nemen.
Pijnbestrijding
Medisch
Een beenmergpunctie speelt een cruciale rol in de diagnose en behandeling van diverse hematologische en systemische ziekten. De meeste patiënten beschouwen de procedure als zeer pijnlijk en ongemakkelijk. Lokale infiltratie met lidocaïne of soortgelijke lokale analgetica is de pijnbestrijdingsnorm in de meeste ziekenhuizen. Ook sedatie (verdoving), meestal door middel van
benzodiazepinen (medicatie bij
angst), vermindert de anticiperende angst, biedt analgesie (pijnstilling) en zorgt ook voor
geheugenverlies voor de korte termijn. Combinaties van verschillende geneesmiddelen verlagen de vereiste dosis van elk individueel geneesmiddel en minimaliseren hierdoor bijwerkingen. Volledige
anesthesie is vrij ongebruikelijk bij een beenmergpunctie wegens de korte tijdsduur van het onderzoek en de korte pijn die hierbij optreedt. Bij erg jonge kinderen maken artsen vaak wel gebruik van een volledige verdoving, maar oudere kinderen zijn vaak wel in staat om met plaatselijke verdoving het onderzoek te ondergaan.
Psychisch
Niet-farmacologische factoren spelen ook een belangrijke rol in de pijnbestrijding bij een beenmergpunctie. Patiënten hebben vooraf volledige en begrijpelijke informatie nodig. Afleidingstechnieken, zoals
cognitieve gedragstherapie (vorm van psychotherapie), hypnose en muziektherapie minimaliseren bij een aantal patiënten bovendien de pijn.
Resultaten van verwijderen vast en vloeibaar beenmerg
Het laboratorium onderzoekt het verkregen beenmerg. Zowel het vloeibaar als het vast beenmerg bieden verschillende maar wel aanvullende informatie over de conditie van het beenmerg en de bloedcellen. Meestal gaat de patiënt na één week terug naar het ziekenhuis voor een bespreking van de onderzoeksresultaten, hoewel het onderzoek van sommige biopten meer tijd in beslag neemt. Abnormale resultaten zijn te wijten aan kanker, bloedarmoede of een andere aandoening. De arts voert soms nog bijkomende onderzoeken uit om een diagnose te bevestigen of om de ernst van de ziekte te controleren.
Complicaties bij onderzoek van het beenmerg
Een beenmergpunctie is invasief onderzoek dat over het algemeen veilig is. Complicaties zijn zeldzaam en komen voornamelijk voor bij patiënten met andere problemen aan het immuunsysteem, of patiënten met een laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie). Complicaties omvatten langdurige pijn op de plek waar de
biopsie werd genomen, (grote) bloedingen, een allergische reactie op de anesthesie op de plaats van de punctie en, heel af en toe, lokale infecties. Zelden krijgt een patiënt na een beenmergpunctie te maken met
sacro-ilïtis (
ontsteking van het gewricht tussen heiligbeen en darmbeen) en
pyoderma gangrenosum (huidaandoening met pijnlijke diepe en grote
huidzweren).