Aandoening: Beroerte

Als de toevoer naar de hersenen onderbroken wordt, dan spreekt men van een beroerte. In Nederland zijn er per jaar zo'n 41.000 mensen die een beroerte krijgen waarvan er éénvijfde binnen een jaar aan overlijd.

Inhoud

• Beroerte
• Symptomen
• De stof flavonolen
• Risicofactoren
• Behandeling
• FAST-test

Beroerte

In Nederland krijgen er meer dan 100 mensen per dag een beroerte. Een beroerte is een verzamelnaam voor een herseninfarct of een hersenbloeding. Bij een beroerte kan er een verlamming ontstaat in de ledematen, en een verandering van de spraak. Het kan zo'n paar minuten aanhouden. Een beroerte wordt ook wel attaque of CVA genoemd. Ongeveer driekwart van alle mensen die jaarlijks een beroerte krijgen zijn ouder dan 65 jaar. Als je merkt dat iemand een beroerte zou kunnen hebben doordat de klachten meer dan 1 tot 2 uur aanhouden, bel dan 112 en weet dat het dan echt ernstig is. Laat een ambulance komen of laat een familielid/buurman rijden. Rij nooit zelf!

Symptomen

• Scheve mond
• Verlamming in de ledematen
• Tintelingen
• Zware hoofdpijn
• Verwarrend praten
• Evenwichtsstoornis
• Duizeligheid

De stof flavonolen

Hoe raar het ook klinkt, als iemand 3 koppen thee op een dag drinkt, verminderd de kans op een beroerte met 20%. Het gaat om de stof flavonolen. Het onderzoek is gedaan op 100.000 mensen. Overigens zit de stof flavonolen ook in rode wijn, chocola, fruit en verschillende soorten groenten zoals broccoli en boerenkool.

Risicofactoren

Behandeling

Het ligt aan je klachten welke behandeling je krijgt. De behandelingen kunnen zijn: fysiotherapie, logopedie of ergotherapie. De behandeling moet zo snel mogelijk na de beroerte starten. Een operatie is niet geschikt als behandeling. Hiervoor zijn je hersenen te ernstig beschadigd. Het herstel kan wel weken tot maanden duren, en soms kan je er zelfs volledig van herstellen.

FAST-test

1. Als je snel bij iemand wil herkennen of hij/zij een beroerte heeft, dan doe je de FAST-test.
2. Vraag aan de persoon of hij zijn tanden wil laten zien of wil lachen om te kijken of de mondhoek niet scheef hangt. Als dit wel zo is kan het zijn dat hij een beroerte heeft.
3. Vraag aan de persoon of hij zijn handen omhoog wil houden en wil strekken naar voren. Als dit niet lukt en de handen zakken weg dan kan het zijn dat hij een beroerte heeft.
4. Vraag aan anderen om de persoon heen of zijn spraak is verminderd of veranderd. Als dit zo is dan kan het een beroerte zijn.