Cholecystectomie - verwijdering van de galblaas

De galblaas is een orgaan, waar gal opgeslagen wordt. De galblaas staat in verbinding met de lever en ligt er ook dicht bij. Wanneer er door kristalliseren van vaste bestanddelen met plaatsvindt, ontstaan er galstenen. Het hebben van galstenen of een ontstoken galblaas kan aanleiding zijn voor het verwijderen van de galblaas, ook wel een cholecystectomie genoemd. In dit artikel wordt uitgelegd hoe deze operatie in zijn werking gaat.

Functie van de galblaas

De galblaas is een orgaan, waar gal opgeslagen wordt. Gal wordt aangemaakt in de lever en vervolgens via de galwegen naar de galblaas getransporteerd. Hier wordt het gal iets ingedikt. De hersenen geven een seintje aan de galblaas, wanneer er vet eten in de maag komt. Hierdoor trekt de galblaas samen en geeft die gal af aan de dunne darm. In de dunne darm zorgt het gal voor een goede vertering van de vetten. Het gal emulgeert met behulp van galzouten de vetten. Dit betekent dat de vetten worden verkleind door hele kleine druppeltjes. Hierdoor kunnen de spijsverteringsenzymen beter hun werk doen.

Ligging van de galblaas

De galblaas is een hol orgaan in de vorm van een peer. De galblaas is gelegen in de buikholte aan de rechterkant, onder de lever. De galblaas staat in verbinding met de bovenliggende lever en via de twaalfvingerige darm met de dunne darm.

Galstenen

Cholelithiasis, oftewel galstenen, hebben een vaste structuur en liggen in de galblaas of de galwegen. Galsteen wordt gevormd uit gal en bestaat in 80 procent van de gevallen uit cholesterol. De andere 20 procent van de galstenen zijn pigmentstenen. Het hebben van galstenen is geen zeldzame aandoening en ongeveer 30 procent van de mensen krijgen er last van. Het hebben van galstenen hoeft niet te leiden tot klachten. Wanneer er wel klachten ondervonden worden door het hebben van galstenen, dan wordt vaak overgegaan tot het verwijderen van de galblaas. Galstenen kunnen ook de oorzaak zijn voor een ontstoken galblaas, maar de kans hierop is heel klein.

Behandeling

'Gewone' cholecystectomie

Bij de gewone cholecystectomie wordt de galblaas verwijderd via de bovenbuik. De arts maakt tijdens de operatie een snee in de buik van tussen de tien en vijftien centimeter lang. Via deze snee wordt de galblaas losgehaald en verwijderd. Bij het maken van een grote snee in de buik, zal je na afloop van de operatie een groot litteken er aan overhouden.

Laparoscopische cholecystectomie

Bij de laparoscopische cholecystectomie wordt de galblaas ook via de buik verwijderd, maar nu met behulp van een paar kleine sneetjes. Hierdoor zullen de littekens, die je aan de operatie overhoudt, minder groot zijn dan bij de 'gewone' cholecystectomie.
Zoals de naam al doet vermoeden wordt er bij deze operatie een laparoscoop gebruikt. Dit is een lange rechte buis, waar een camera en een lamp zijn gemonteerd. Deze laparoscoop wordt door een snee van ongeveer twee centimeter vlak naast de navel ingebracht. Door de andere gemaakte sneetjes worden stuk voor stuk speciale instrumenten de buikholte ingebracht, die nodig zijn om de operatie uit te voeren. Het kan zo zijn dat na de verwijdering van een galblaas nog een wonddrain achter wordt gelaten. Ook kan het voorkomen dat het niet mogelijk is om op deze manier een cholecystectomie uit te voeren, omdat de galblaas ontstoken is of te veel litteken verklevingen heeft. Dit kan de dokter pas vaststellen nadat de laparoscoop is ingebracht.

Complicaties en na de operatie

Net zoals elke ander operatie zijn ook hier risico's. Enkele complicaties die kunnen optreden zijn: nabloeding, infectie van de wond, trombose of een longonsteking. Ook een beschadiging van de galwegen kan een mogelijke complicatie zijn, maar dit komt bijna nooit voor. Wel is de kans op deze beschadiging hoger bij de laparoscopische cholecystectomie. Een ander bijwerking van de operatie is een branderig gevoel bij het plassen. Dit gaat vanzelf over. Na de operatie ben je vaak dorstig. Hiervoor krijg je een infuus in de arm aangebracht om vocht toe te dienen, totdat je zelf weer in staat bent om voldoende te drinken. Na één tot drie dagen wordt meestal de wonddrain verwijderd. Als na alle testen alles in orde is worden ook de overige drains en infusen verwijderd. Na een laparoscopische galblaasverwijdering mag de patiënt na 1 tot 4 dagen weer naar huis. Bij een gewone galblaasverwijdering kan dit tot 10 dagen na de operatie duren.