Ademen bij zingen

Een van de belangrijkste dingen bij zingen is ademen. Er zijn verschillende soorten ademhaling, maar als we zingen maken we het meest gebruik van buikademen. Wat is de buikademhaling, waarom gebruiken we deze eigenlijk en hoe passsen we deze toe?

Term ademhaling

Ademhalen moeten we allemaal; het is noodzakelijk om te leven. Eigenlijk is de term “ademhaling” niet terecht. Ademen doen we automatisch; de lucht komt vanzelf in onze longen en gebeurt vaak onbewust. Vandaar dat adem “halen” eigenlijk niet klopt en daarom spreken we van ademen.

Wanneer we de term “ademen” op zoeken in het woordenboek komt er de volgende uitleg: De voor het leven nodige lucht inzuigen en weer uitdrijven. Willen we dus zingen, hebben we adem nodig.

Verschillende soorten van ademen

Borstademen

Bij borstademen, de naam zegt het al, ademen we door onze borst. Onze ribben en borstbeen bewegen omhoog en onze longen vullen zich met lucht. Onze borstholte en schouders maken een zichtbare beweging omhoog en naar voren.

Buikademen

Bij buikademen zit de beweging in onze buik. Ons middenrif gaat naar beneden en zo vullen onze longen zich met lucht. Je organen worden hierbij naar voren gedrukt en daarom beweegt onze buik naar voren.

Wanneer gebruiken we de soorten ademhalen?

Meestal gebruiken wij een combinatie van deze soorten van ademen. Bij ontspanning maken we gebruik van buikademen (als je bijvoorbeeld aan het slapen bent). Bij inspanning (sporten, etc) maken we ook gebruik van borstademen zodat we zoveel mogelijk lucht ter beschikking hebben.

Ademen bij zingen

Bij zingen maken we gebruik van een combinatie van buikademen en borstademen. We maken vooral gebruik van buikademen. Dit heeft een aantal voordelen.

1. Buikademen is ademen op een ontspannen manier
2. Bij buikademen kunnen we onze adem onder controle houden. We bepalen zelf hoe snel we onze lucht gebruiken (bij zacht zingen gaat onze luchtstroom langzaam, we kunnen het langer volhouden. Bij sterk zingen gaat onze luchtstroom sneller zodat we het minder lang vol kunnen houden).
3. We hebben meer adem waardoor we langer kunnen zingen en niet moe worden.

Hoe weet je of je gebruik maakt van buikademen?

Oefening 1

1. Ga op je rug liggen en leg een hand op je buik
2. Je zult merken dat er beweging zit in je buik, dit is het buikademen

Oefening 2

1. Ga in een goede houding staan:
2. Voeten een stukje uit elkaar
3. Beetje door je knieёn zakken
4. Rug recht
5. Schouders en hoofd ontspannen
6. Armen losjes langs je lichaam
7. Leg een hand op je buik zodat je de beweging kunt voelen
8. Adem nu in, en probeer je buik dikker te maken
9. Wanneer dit niet lukt, kun je nog eens op je rug gaan liggen om te beweging nog eens te voelen
10. Nu adem je weer uit, en je buik wordt weer dunner