EHBO bij schotwonden
Schotwonden door vuurwapens veroorzaken verschillende letsels. Vaak treffen ze ook één of meer organen. Een kleine wonde heeft mogelijk een kleine ingangswonde maar een grotere weefselschade op het uitgangspunt. Soms blijft de kogel ook nog in het lichaam steken, waardoor ook inwendige schade optreedt. Pijn, misselijkheid, dorst en zwakte zijn enkele kenmerken van schotwonden. De hulpverlener heeft de belangrijke taak om naast het meteen verwittigen van de hulpdiensten, de bloeding te stelpen. Dankzij enkele andere tips verbeteren de overlevingskansen en verminderen de complicaties bij de patiënt.
Wat doen schotwonden met het lichaam?
Schotwonden zijn doorgaans dieper dan
steekwonde, en ook is de impact van de inwerkende kracht groter. Bij schotwonden kunnen in tegenstelling tot bij steekwonden ook botten verbrijzeld worden. Een kogelwonde is steeds vervuild. Bij de inslag volgt de kogel een heel traject door het lichaam. Mogelijk zijn hierbij eveneens organen gekwetst. De ernst van de wonde hangt dan ook af van het getroffen orgaan of de getroffen organen of weefsels en de snelheid van de kogel. Hoe sneller de kogel het lichaam bereikt, hoe groter de schokgolf die dit veroorzaakt in het lichaam. Hoe de wonde er precies uitziet, is afhankelijk van het gebruikte wapen en de afstand waarop de schutter heeft geschoten. Wanneer de schutter namelijk op korte afstand heeft geschoten, is de wonde zeer explosief en is vaak ook sprake van een scheurwonde. Een schotwonde op grote afstand levert doorborende letsels, waarbij de wonde aan de ingangspoort klein is en regelmatige wondranden tot gevolg heeft. De wonde aan de uitgangspoort is doorgaans veel groter, en vaak blijft de kogel dan ook ter plaatse zitten.
Symptomen
Pijn,
zwakte,
misselijkheid en een grote dorst komen vaak voor bij schotwonden. Voorts heeft de patiënt een snelle ademhaling (
tachypneu) en een snelle polsslag. De huid is
bleek en voelt koud en klam aan (koude huid en
klamme huid). Daarnaast zijn bloedingen en één of meer in- en uitgangswonden te zien.
Eerste hulp bij schotwonden: Bloeding stelpen
De hulpverlener belt eerst en vooral zo snel mogelijk naar de hulpdienst voor een ambulance. Hij meldt tevens dat het om een schotwonde gaat want de politie komt ook het best ter plaatse. Hij laat de patiënt zo stil mogelijk liggen en ondersteunt eventueel aangetaste lichaamsdelen via een opgerolde deken. Ook evalueert de hulpverlener het bewustzijn van de patiënt door bijvoorbeeld te vragen om in een hand te knijpen. Reageert hij niet, dan plaatst de hulpverlener hem in een stabiele zijligging en reanimeert hij indien nodig de patiënt. De hulpverlener brengt de patiënt daarna in een gemakkelijke houding. Hij ondersteunt de wonde door deze iets hoger te brengen. Vervolgens plaatst hij een steriel verband op zowel de ingangs- als uitgangspoort. Indien één of meer bloedingen aanwezig zijn, stelpt hij deze. Hij dekt daarna de patiënt lichtjes toe met een laken of kledingstuk. Hij controleert regelmatig de vitale functies. Bij een doorbloed verband, brengt de hulpverlener een nieuw verband aan over het oude.
EHBO: Zeker niet doen
De hulpverlener mag nooit proberen om de kogel zelf te verwijderen. Het is verder niet aangewezen om de patiënt te laten bewegen want sommige lichaamsdelen zijn mogelijk gebroken. Wanneer de patiënt een botbreuk heeft, mag hij nooit de bloeding op deze
breuk zelf stelpen maar wel druk uitoefenen op de weefsels daarnaast. De patiënt verwijdert het oude verband niet wanneer het doorbloed is. Het is beter om een nieuw verband over het oude verband te plaatsen. Tot slot mag de patiënt niets eten of drinken omdat hij mogelijk nog onder
narcose moet voor een operatie.