EHBO bij een luxatie of ontwrichting (gewricht uit de kom)
Bij een ontwrichting hebben het gewrichtskapel en de gewrichtsbanden geen contact meer met elkaar. Dit treedt op nadat een bot door een krachtige ruk of draai uit de normale positie van een gewricht is geraakt. Een luxatie van de heup, schouder en enkel komen vrij frequent voor, bijvoorbeeld door een valpartij of bij het sporten. In de volksmond is dit dan gekend als een heup, schouder of enkel “die uit de kom is geschoten”. Hevige pijn, functieverlies en een dwangstand van het gewricht zijn enkele symptomen van een luxatie. Het is belangrijk om bij de toediening van de eerste hulp het gewricht zelf niet te verplaatsen.
Oorzaken
Mogelijk ontstaat een
dislocaties (ontwrichtingen) bij de geboorte door een aandoening. Dit is dan meestal ter hoogte van het heupgewricht en schoudergewricht. Een uitwendige slag of stoot, een geforceerde beweging, een
valpartij of een verdraaiing van een ledemaat zijn andere mogelijke oorzaken van een ontwrichting. De meest voorkomende luxaties ontstaan ter hoogte van de enkel (enkelluxatie), de heup (heupluxatie), de knieschijf (patellaxluxatie) en de schouder (schouderluxatie).
Indeling subluxatie en luxatie
Van een subluxatie is sprake wanneer de gewrichtskoppen ten opzichte van elkaar verplaatst zijn, maar ze hebben hierbij nog wel een beperkt contact. Bij een luxatie daarentegen zijn de gewrichtsoppervlakken ten opzichte van elkaar verplaatst waarbij ze met elkaar geen contact meer hebben. De gewrichtsbanden zijn hierbij meestal gescheurd en ook is schade opgetreden aan het gewrichtskapsel. Mogelijk resulteert de ontwrichting ook in schade aan of beknelling van de zachte weefsels rond het gewricht (bloedvaten en zenuwen).
Symptomen
De patiënt heeft
blauwe plekken in en rondom het gewricht, die veroorzaakt zijn door een
bloeduitstorting in het weefsel. Daarnaast heeft hij hevige
pijn. Elke beweging van het gewricht is namelijk extreem pijnlijk. Bij een ontwrichting treedt functieverlies op. De patiënt is bijgevolg niet meer in staat om het gekwetste gewricht te bewegen. Een voorbeeld hiervan is het sluiten van de mond dat niet meer mogelijk is bij een ontwrichting van een kaakgewricht. Het gewricht is namelijk geblokkeerd in een bepaalde stand. Door de vervorming van het gewricht heeft de patiënt af en toe een typische houding. Zo is de schouder bijvoorbeeld afgezakt en is de elleboog van het lichaam verwijderd bij een schouderontwrichting. Tijdens de ontwrichting zijn mogelijk (
gewrichtsgeluiden) te horen. Gevoelloosheid en
tintelingen komen tot slot voor wanneer een zenuw bekneld is. Heel af en toe schiet de gewrichtskop vanzelf weer in de kom.
Eerste hulp bij een ontwrichting
Vooreerst plaatst de hulpverlener de patiënt in een gemakkelijke houding zonder iets aan de stand van het gewricht te veranderen of het gewricht zelf te bewegen. Hij bestrijdt de pijn en zwelling via koude omslagen (coldpacks) of via ijs dat in een handdoek gewikkeld is. De koeling gebeurt gedurende tien à twintig minuten maar mag de hulpverlener wel eerder staken indien de patiënt erg veel pijn heeft. De hulpverlener ondersteunt het getroffen lichaamsdeel en maakt het onbeweeglijk. Bij een luxatie van de schouder, bovenarm of elleboog, legt de hulpverlener een brede das aan om het getroffen lichaamsdeel goed te ondersteunen. De ondersteuning van een luxatie aan de enkel, knie of heup gebeurt door middel van een opgerold deken of kussens. Een mitella of brede das helpt bij een ontwrichting van de pols,
hand of onderarm. Bij de aanwezigheid van een
botbreuk, bedekt de hulpverlener dit met een steriel gaasje. Het is belangrijk om de patiënt zo spoedig mogelijk naar het ziekenhuis te brengen. Het aangetaste bot beschadigt namelijk mogelijk bloedvaten, pezen en zenuwen.
EHBO: Zeker niet doen
Het is van belang om nooit zelf de stand van het gewricht te herstellen. Dit gebeurt in het ziekenhuis onder
narcose ofwel onder
plaatselijke verdoving. Ook mag de hulpverlener het getroffen lichaamsdeel niet bewegen. Dit leidt namelijk tot schade aan het bot, het kraakbeen, de gewrichtsbanden, de pezen en de spieren rond het gewricht. Verder mag de hulpverlener nooit ijs rechtstreeks op de huid aanbrengen omdat dit huidletsels veroorzaakt. Ook het koelen van een open ontwrichting (hierbij is een bloeding aanwezig) is niet aanbevolen.
Lees verder