Reflux baby (spugen): symptomen, kenmerken en behandeling
Reflux of spugen wordt ook wel 'gastro oesofageale refluxziekte' (GORZ) of 'gastroesophageal reflux disease' (GERD) genoemd. Reflux treedt op wanneer de maaginhoud terugstroomt in de slokdarm tijdens of na een maaltijd. Bij een baby is de sluitspier tussen de slokdarm en de maag soms nog niet helemaal goed aangelegd, wat vaak de oorzaak van reflux is. Meer dan de helft van alle baby's heeft last van reflux in de eerste 3 maanden van het leven, maar de meesten hunner stoppen met spugen in de leeftijd van 12 tot 24 maanden. Bij ongecompliceerde reflux is behandeling meestal niet nodig. Vaak helpt het om een aantal relatief eenvoudige maatregelen te nemen. In ernstiger gevallen kunnen medicijnen uitkomst bieden. Bij hoge uitzondering moet er geopereerd worden.
Wat is gastro-oesofageale reflux?
Reflux treedt op wanneer de maaginhoud terugstroomt in de slokdarm tijdens of na een maaltijd. De slokdarm is de gespierde buis die de mond verbindt met de maag. Spieren in de wand van de slokdarm transporteren het voedsel naar de maag. Op de overgang van de slokdarm naar de maag zit een ringvormige sluitspier (sfincter), die opent om voedsel door te laten waarna deze weer sluit zodat de maaginhoud niet terugstroomt de slokdarm in.
Reflux bij baby's (spugen)
Bij baby's komt het nogal eens voor dat de maaginhoud terugstroomt in de slokdarm en de mond, wanneer de sfincter zich opent. Dit resulteert in regurgitatie of spugen. Reflux kan ook optreden wanneer baby's hoesten, huilen, of gespannen zijn. Een en ander heeft te maken met het feit dat de sluitspier tussen de slokdarm en de maag bij kinderen soms nog niet helemaal ontwikkeld is. Vaak zal in de loop van het eerste levensjaar de sluitspier zich verder ontwikkelen, waardoor de klachten allengs verdwijnen.
Minder voorkomende oorzaken van reflux bij baby's zijn chronische verstopping, voedselallergie (bijvoorbeeld koemelkallergie) of een vernauwing in de slokdarm.
Onopgemerkte reflux
Reflux een verschijnsel dat bij veel baby's regelmatig voorkomt, maar soms kan het onopgemerkt blijven.
Symptomen van reflux bij een baby
Reflux komt vaak voor bij gezonde zuigelingen. Meer dan de helft van alle baby's heeft last van reflux in de eerste 3 maanden van het leven, maar de meesten hunner stoppen met spugen in de leeftijd van 12 tot 24 maanden. Slechts een klein aantal baby's heeft in ernstige mate last van reflux. In dat geval spreekt men van gecompliceerde reflux.
Kenmerken en klachten
Een zuigeling met reflux kan last hebben van (enkele van) de volgende klachten:
- Frequent (ontroostbaar) huilen na het eten;
- Prikkelbaarheid;
- Pijnlijke gezichten trekken;
- Het hoofdje naar achter trekken;
- Frequente oprispingen of regelmatig kokhalzen, vooral na de maaltijd;
- Verstikking of piepende ademhaling als de inhoud van de reflux in de luchtpijp en de longen terechtkomt;
- Natte boer of natte hik;
- Weigering om te eten, of slechts beperkte hoeveelheden willen eten;
- Slecht slapen;
- Slikklachten en bloedspugen;
- Groeiachterstand of gewichtsverlies.
Soorten reflux
Er wordt onderscheid gemaakt tussen ongecompliceerde en gecompliceerde reflux. Ongecompliceerde reflux komt het meest frequent voor. Hierbij geeft het kindje regelmatig (grote hoeveelheden) voeding terug. Indien het kindje hier verder geen last van heeft en goed groeit, dan is er naar alle waarschijnlijkheid sprake van ongecompliceerde reflux.
Pijnklachten
Als gevolg van het omhoog stromen van zure maaginhoud, kan de slokdarm geïrriteerd en op den duur zelfs ontstoken raken, hetgeen pijnklachten bij het kindje teweegbrengt. Hierdoor huilen deze kinderen vaak, eten ze minder, zijn ze prikkelbaarder en slapen ze minder goed. In een enkel geval treden ook slikklachten en bloedspugen op. Wanneer ze minder eten, treedt er een groeiachterstand op. Ze kunnen zelfs gewicht verliezen. Wanneer de baby deze klachten vertoont, wordt dit gecompliceerde reflux genoemd.
Onderzoek en diagnose
Hoe wordt de diagnose gesteld? Bij ongecompliceerde refluxklachten kan men in veel gevallen volstaan met lichamelijk onderzoek van de baby. Gecompliceerde en atypische refluxklachten kunnen aangetoond worden door middel van oesofagoscopie met biopten. Hierbij wordt de slokdarm onderzocht met behulp van een endoscoop. Tegelijk neemt men kleine 'hapjes' (biopten) uit het slijmvlies weg. Deze biopten kunnen daarna verder worden onderzocht. Ook kan een 24-uurs pH-meting worden uitgevoerd. Hierbij wordt via de neus een dun slangetje in de slokdarm gebracht en wordt 24 uur lang de zuurgraad (pH) in de slokdarm gemeten. Soms kan röntgenonderzoek ook bijdragen aan het stellen van de juiste diagnose.
Reflux behandeling
Bij ongecompliceerde reflux is behandeling meestal niet nodig. Normaal gesproken verdwijnen verdwijnen de klachten in de loop van het eerste levensjaar, soms iets later.
Melkindikkers
Bij flesvoeding kan men eventueel 'melk indikkers', zoals johannesbroodepitheel (nutriton), gebruiken, hetgeen het teruggeven van voeding vermindert. Wat ook helpt is het vaker per dag kleinere voedingen geven. Voorts is het raadzaam om het kindje het eerste half uur na de voeding rechtop te houden, zodat de maaginhoud niet kan terugstromen. Zorg er tevens voor dat hij een boertje laat na de voeding, zodat er minder lucht in het maagje achterblijft. Dit verkleint de kans is dat het gaat spugen.
Medicatie
Gecompliceerde reflux moet behandeld worden met medicijnen, welke het transport van voeding door de slokdarm en maag versnellen. Deze medicijnen worden ook wel 'prokinetica' genoemd. Hierdoor komt de voeding sneller in de dunne darm terecht en kan het niet terugstromen de slokdarm in. Behandeling met maagzuurremmers zoals Zantac, kunnen ervoor zorgen dat het maagzuur minder zuur is. Weliswaar nemen deze medicijnen de oorzaak niet weg en kan de maaginhoud nog steeds omhoog komen in de slokdarm, maar doordat de maaginhoud minder zuur is, wordt de slokdarmwand niet geïrriteerd en raakt deze niet beschadigd.
Operatieve ingreep
In zeer ernstige gevallen en bij hoge uitzondering kan een operatie uitgevoerd worden.
Lees verder