Joods medische ethiek: alternatieve geneeskunde
Alternatieve geneeskunde is populair anno 2019. Veel mensen zoeken hun toevlucht bij alternatieve therapieën en voedingssupplementen. Er zijn veel verschillende soorten van deze 'onconventionele' therapieën; bijvoorbeeld acupunctuur, homeopathie, hydrotherapie, fytotherapie en reflextherapie. Voor Joden is het belangrijk om te weten of ze gebruik mogen maken van deze onconventionele therapieën conform de Joodse wet. De belangrijkste hedendaagse halachische determinant in de discussie tussen conventionele en onconventionele therapieën lijkt in de eerste plaats te berusten op de graad van werkzaamheid die wordt aangetoond door een bepaalde therapie, die de hedendaagse halacha in kwalitatieve en relatieve termen bespreekt. De Joodse wet staat alleen therapieën toe met een sterke empirische ondersteuning. Daarnaast zijn alleen therapieën toegestaan die meer empirische gegevens hebben dan degene met minder empirische gegevens.
De populariteit van alternatieve therapieën
Alternatieve geneeskunde die uitgaat van de van nature aanwezige geneeskracht in het lichaam, zoals homeopathie, fytotherapie, orthomoleculaire therapie, acupunctuur, bloesemremedie- en aromatherapie in de natuurgeneeskunde, paranormale geneeskunde, manuele therapie, ontspanningstherapie en bijvoorbeeld de antroposofische geneeskunde, is zeer populair in Nederland. Anno 2019 maken meer dan 2 miljoen mensen jaarlijks gebruik van alternatieve therapieën. Er vinden jaarlijks 15 miljoen afspraken plaats met 20.000 alternatieve therapeuten waarvan de helft geregistreerd staat bij een beroepsorganisatie. Er wordt jaarlijks ongeveer 300 miljoen euro besteedt aan alternatieve geneeswijze.
Redenen waarom mensen hun toevlucht zoeken tot alternatieve geneeskunde zijn:
- reguliere behandeling verloopt niet naar wens;
- overtuiging dat alternatieve geneeskunde beter is (holistische aanpak en het energetische idee over de harmonieuze verdeling van de energie over het gehele menselijk lichaam);
- levensovertuiging;
- aversie van chemische geneesmiddelen;
- aversie van medisch technische behandelingen;
- slechte relatie met de gewone huisarts.
Het gebruik van voedingssupplementen
Bij de alternatieve geneeskunde hoort ook het gebruik van voedingssupplementen. Dit “zijn producten in de vorm van pillen, poeders, druppels, capsules of drankjes en bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voeding. Ze bevatten vitamines, mineralen of bioactieve stoffen, zowel apart, zoals in een vitamine C pil, of als combinatie, zoals in een multivitaminepil,” aldus het Voedingscentrum.
Er is discussie over de vraag of iedereen wel extra voedingssupplementen nodig heeft. Volgens het Voedingscentrum krijgen de meeste mensen al voldoende vitaminen en mineralen binnen via het gewone voedsel. Bepaalde groepen mensen, zoals kinderen, zwangere vrouwen en ouderen hebben bijvoorbeeld wel extra vitamine D nodig. Ook is het belangrijk om je te houden aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid omdat sommige vitamines en mineralen bij overmatig gebruik tot schade kunnen leiden. Er kunnen in voedingssupplementen ook ongewenste stoffen of te hoge doseringen zitten.
Koshere voedingssupplementen (van Solgar)
Voor Joden bestaan er speciale koshere voedingssupplementen. Zo heeft het bedrijf Solgar aangegeven op de producten welke kosher zijn. Joden kunnen niet zomaar alle voedingssupplementen gebruiken die op de markt zijn. In de VS, waar veel Joden wonen, zijn er winkels die alleen maar koshere voedingssupplementen verkopen van verschillende merken.
De Joodse wet ten aanzien van alternatieve geneeskunde
Het basisconcept in het Jodendom ten aanzien van ziekte is dat men moet proberen de patiënt te genezen. De vraag luidt dan of men met alternatieve geneeskunde mensen kan genezen. En zijn bepaalde alternatieve therapieën legitiem om bepaalde halachische verboden, zoals het houden van de Shabbat en kosher voedsel, te omzeilen om zo het verbod op darchei Emori (de wegen van de Emorieten) op te heffen en om genezing te zoeken.
Normaliter mag een Jood op Shabbat niets dragen. Maar het verbod op darchei Emori wordt opgeheven als het om medische zaken gaat om iemand te genezen. De Joodse filosoof Maimonides stelt dat het verbod alleen wordt opgeheven voor therapieën waarvan bekend is dat ze kwalitatief werkzaam zijn. Een therapie die kwalitatief werkzaamheid en plausibel mechanisme mist blijft verboden onder darchei Emori.
Naast het kwalitatieve effect moet ook gekeken worden naar het kwantitatieve effect van therapieën. In de Talmoed staat dat een medicinale amulet of een genezer drie keer moet genezen voordat het als effectief wordt beschouwd. Als het drie keer faalt dan wordt het als niet-effectief beschouwd. Het is echter lastig om dit Talmoedisch standpunt te vertalen naar de moderne statistisch kader. Onconventionele therapieën hebben een lagere standaard van legitimiteit dan conventionele therapieën omdat ze minder goed ondersteund worden door robuuste gegevens. Je ziet bijvoorbeeld in Nederland bij homeopathische producten dat er bij staat dat de werking ervan niet wetenschappelijk is aangetoond.
Over het algemeen kan gezegd worden dat alternatieve geneeskunde te weinig empirisch bewijs heeft dat de ban op de darchei Emori kan worden opgeheven. Rabbi Shmuel Wosner, een van de grote halachische poskiem (experts) van het naoorlogse Jodendom stelt echter dat als er sterk bewijs is dat homeopathie werkzaam is er geen reden zou zijn om het niet als "conventioneel" te classificeren zoals bij elke andere conventionele therapie. Andere poskiem zeggen tevens dat alternatieve geneeskunde alleen een aanvulling mag zijn op de reguliere geneeskunde en geen vervanging mag vormen, en zelfs dan alleen als er geen negatieve bijwerkingen zijn. Rebbe Menachem Mendel Schneerson heeft in brieven geschreven dat men alternatieve geneeskunde mag gebruiken als deze aantoonbaar succesvol is. Maar men moet geen paden zoeken die onbegrepen zijn, aangezien de Tora de reguliere arts toestemming geeft om te genezen. Er werken ook meer mensen in de reguliere zorg en zijn daarom in staat meer te investeren in onderzoek en ontwikkeling.