Joods medische ethiek: autonomie van de patiënt
In de Tora (Leviticus) wordt gesproken over melaatsheid. Deze ziekte werd niet als besmettelijk beschouwd. Wel kon een huis onrein worden verklaard. Melaatse patiënten werden niet onderzocht bij sociale gebeurtenissen. Hoe staat de Tora tegenover autonomie van de patiënt?
Moet de arts verplicht worden ingeschakeld of mag de patiënt alles zelf beslissen?
Het gezagsaspect vormt in de huidige tijd een onderwerp van discussie. Moet een arts verplicht worden ingeschakeld of mag een patiënt alles zelf beslissen? Met andere woorden: wie beslist over ons medische welzijn? Mogen mensen op grond van hun geloof bijvoorbeeld een poliovaccinatie weigeren? De Tora stelt dat zo'n vaccinatie verplicht is omdat de plicht bestaat om te genezen. Dit geldt vooral bij polio omdat mensen hier levenslang het slachtoffer van kunnen worden.
Kiezen voor het leven
De Tora draagt de Jood op om voor het leven te kiezen. Dit is gebaseerd op Deuteronomium 30:19 waarin staat:
"Ik neem heden hemel en aarde tegen u tot getuige, het leven en de dood leg Ik u voor, de zegen en de vloek; kies het leven."
Maimonides zei dat de Torawetten een uitdrukking zijn van barmhartigheid, liefde en vrede. De Tora wijst op preventief ingrijpen in de medische sfeer. In Leviticus 19:16 staat:
"Gij zult uw naaste niet naar het leven staan" oftewel niet toekijken hoe een ander zijn ondergang tegemoet gaat. Het gaat dus om het behoeden van het eigen en andermans leven. Zelfs de feestdagen zoals Shabbat en Jom Kippoer moeten hiervoor wijken. Wanneer niet voor het leven wordt gekozen staat dit gelijk aan zelfmoord hetgeen verboden is.
Alleen medische hulp afwijzen indien geen levensgevaar dreigt
Alleen zeer religieuze mensen mogen medische hulp afwijzen indien er geen sprake is van een levensgevaarlijke situatie. Bij goed gedrag kunnen zij rekenen op God en hoeven geen artsen worden ingeschakeld. Maar in het algemeen moet een zieke een arts inschakelen. Een weigerachtige patiënt moet gedwongen worden. Weigering uit vroomheid bestaat niet, dat staat gelijk aan zelfmoord.
Ouderlijke macht
Er bestaat volgens de Tora geen ouderlijke macht wanneer de (lichamelijke) integriteit van de kinderen wordt aangetast. Ouders mogen niet ingrijpen in de privé-sfeer van hun kinderen. Ouders moeten wel letten op de gezondheid van hun kinderen. De leeftijdsgrens ligt bij een meisje tot 12 jaar en bij een jongen tot 13 jaar. Tot het 24ste levensjaar is er een 'overredingsplicht' om te zorgen dat kinderen adequate medische zorg aanvaarden. Voor zwakzinnige kinderen geldt wel een levenslange zorgplicht van de ouders.
Patiënt beslist zelf
Sinds de tweede helft van de 20ste eeuw zijn de wensen van de patiënt doorslaggevend geworden. Dit kan zulke extreme vormen aannemen dat men zelfmoord niet meer als een misdaad beschouwt. Dit seculiere standpunt is anders dan de Joodse visie. Het Jodendom hecht naast het recht ook waarde aan de plicht. Indien de plicht tot zelfzorg ontbreekt leidt dit tot situaties zoals men in grote steden ziet waar mensen rondzwerven. Dit leidt tot afbreuk van de mens en in het ergste geval tot de dood.
Er is nog een ander verschil tussen de Joodse en seculiere visie. Het Jodendom stelt dat een mens geen absoluut recht heeft op zijn lichaam. Deze is eigendom van God. God legt de mens beperkingen op aan het gebruik van zijn lichaam. Het lichaam mag niet misbruikt worden. Gevaarlijk gedrag is verboden en wordt tevens bestraft.
Mag een patiënt tegen zijn wil in worden behandeld?
Volgens Rabbi Ja'akov Emden, een Duitse geleerde uit de 18de eeuw, moet alles gedaan worden om iemands leven te redden. Om die reden mag iemand tegen zijn wil behandeld worden. Toch zijn er uitzonderingen. Zo mogen oprecht vrome mensen vertrouwen op het gebed. Ook zouden eigendomsrechten op het eigen lichaam gelden. Tot slot zou een gerechtelijk bevel van een Bet Dien moeten gelden alvorens genezing op te dringen. Rabbijn Emden stelde ook dat als een patiënt de regels van de Shabbat niet wil overtreden weigering ook mogelijk is. Ook bij inwendige ziektes is het beter om op God te vertrouwen. Daarnaast heeft de patiënt het recht om te zoeken naar alternatieven. Rabbijn Mosje Feinstein stelt dat men geen riskante behandeling mag opdringen. Zelfs bij een gering risico is de stem van de patiënt bepalend. Ook moet de arts het risico van dwang afwegen tegen over het nut van de behandeling.
Tot slot
De wil van de patiënt is belangrijker als het resultaat van de behandeling niet vaststaat of er sprake is van een risicovolle behandeling. Bij ondraaglijk lijden mag men geen therapie weigeren indien er hoop is op genezing. Bij een uitzichtloze situatie blijven pijnbestrijding, basale geneesmiddelen, zuurstof en voedsel voorgeschreven. Weigeren van voedsel is niet toegestaan. Maar dwang moet uitblijven.
Lees verder