Joods medische ethiek: orgaandonatie
Wat is de Joodse visie op orgaandonatie? Het Jodendom is niet tegen. Het redden van een leven is immers een groot goed binnen het Jodendom. Alleen mag het doneren niet plaatsvinden als er nog sprake is van leven. Omdat elk leven evenveel waard is, mag iemands leven niet opgeofferd worden voor iemands anders leven. Echter, als iemand bijvoorbeeld een nier kan missen dan mag wel gedoneerd worden tijdens het leven. Het is belangrijk om een orthodoxe rabbijn te raadplegen wanneer u Joods bent en overweegt om organen te doneren.
Wat is orgaandonatie?
Orgaandonatie is het afstaan van een of meer organen na het overlijden voor transplantatie bij iemand anders die een ziek of beschadigd orgaan heeft. Organen die gedoneerd kunnen worden zijn: hart, nieren, lever, longen, alvleesklier en dunne darm.
Orgaandonatie kan levens redden of de kwaliteit van leven verbeteren van mensen die op de wachtlijst staan voor een orgaantransplantatie. In Nederland zijn er ongeveer 1000 mensen die wachten op een donororgaan.
De Wet op de orgaandonatie, kortweg donorwet, is een Nederlandse wet voor het doneren en transplanteren van organen. De wet bestaat sinds 1998. De kern van de wet houdt in dat wilsbekwame personen van 12 jaar en ouder toestemming kunnen geven tot het wegnemen van een of meerdere organen na het overlijden.
Sinds 1 juli 2020 geldt er een nieuwe donorwet. Deze wet houdt in dat iedereen in Nederland vanaf 18 jaar die ingeschreven staat in een Nederlandse gemeente in het Donorregister komt. In het Donorregister vult u uw keuze in over donatie van uw organen en weefsels na uw overlijden. U kunt kiezen uit vier mogelijkheden: ja, nee, mijn partner of familie beslist of een door mij gekozen persoon beslist.
Als u geen keuze invult, staat u in het Donorregister met 'geen bezwaar tegen orgaandonatie'. Dat betekent dat u organen en weefsels mag doneren na uw overlijden. U kunt uw keuze altijd veranderen.
Het leven is heilig
Redden van iemands leven is één van de hoogste deugden
Voor het Jodendom is het leven heilig. Om deze reden is het doneren van een orgaan om iemands leven te redden één van de hoogste deugden die iemand kan doen. Maar soms, juist omdat een leven heilig is, is orgaandonatie problematisch.
Onderscheid tussen doneren gedurende de levensperiode en doneren na de dood
Doneren tijdens het leven
De Joodse wet maakt een onderscheid tussen het doneren van organen gedurende het leven en na de dood. Wanneer je leeft en een orgaan doneert dat je kan missen, zoals een nier, of delen die zichzelf kunnen aanmaken zoals bloed of beenmerg, om iemand te redden of iemands leven te verbeteren, is dat de grootste deugd die je kan doen.
Theorie
In theorie kan dit ook toegepast worden op donatie van organen na de dood.
Het redden van levens overtreft bijna ieder ander morele zorg. Dus het doneren is niet alleen acceptabel maar zelfs verplicht. Hoewel de Tora meldt dat het lichaam in zijn geheel dient te worden begraven, kan deze wet terzijde worden geschoven voor de grotere wet om levens te redden.
Praktijk
Maar in de praktijk levert orgaandonatie na de dood grote problemen op. Wanneer het gebruikt wordt voor onderzoek en wordt opgeslagen of zelfs niet wordt gebruikt dan is dit volgens de Joodse wet verboden. Orgaandonatie moet betrekking hebben op het redden van levens. Een veel groter probleem is het feit dat meeste organen alleen gebruikt kunnen worden voor donatie als het hart nog klopt. Dit betekent echter dat een persoon nog leeft. Het is volgens de Joodse wet niet mogelijk om dan al organen te verwijderen. Dit zou moord betekenen.
Zijn er problemen voor Joden om organen te doneren?
Volgens de Tanya hebben Joden een andere ziel dan niet-Joden. Dit betekent echter niet dat Joden geen organen zouden kunnen ontvangen van niet-Joden. Ook mogen Joden organen afstaan aan niet-Joden. Tevens is het niet bezwaarlijk om organen aan een zondaar af te staan omdat de zondaar immers weer berouw kan tonen en niet voor eeuwig gedoemd is (Ezechiël 18:21). Wanneer een Jood weigert om een orgaan af te staan aan iemand die als gevolg daarvan komt te overlijden dan heeft hij geen zonde begaan. Toch wordt het redden van een leven als de hoogste deugd gezien en zou orgaandonatie eigenlijk wel moeten.
Wanneer is iemand dood?
Het hart mag niet meer kloppen
In de medische en juridische wereld is iemand dood als er geen hersenactiviteit meer is. Maar volgens de Joodse wet mag het hart niet meer kloppen. Pas dan is iemand echt overleden. Wanneer er gediscussieerd gaat worden over de vraag wanneer iemand dood is, ontstaan er grote ethische problemen.
Kwestie van leven en dood
Dit is een kwestie van leven en dood. We hebben hogere wijsheid nodig om ons te leiden... Stel je voor een patiënt van 89 jaar oud die gedeeltelijk hersendood is en volgens de doktoren snel zal sterven. Patiënt Y in het bed daarnaast is 35 jaar oud en heeft een hart nodig. Waarom nu niet snel patiënt X dood verklaren in plaats van het leven van twee patiënten te riskeren? Het klinkt redelijk, maar het is het ontnemen van iemands lichaam om iemand anders leven te redden. Omdat we leven echter als heilig zien, is een harttransplantatie
op deze wijze niet toegestaan.
Rabbijn raadplegen
In sommige landen wordt een rabbijn geraadpleegd om er zeker van te zijn dat een patiënt is overleden alvorens over te gaan tot transplantatie om levens te redden. In landen waar die mogelijkheid niet bestaat wordt afgezien van transplantatie.
Het is moeilijk om zelf te bepalen wanneer doneren van organen is toegestaan. Daarom moeten we blij zijn dat we de Tora hebben die ons duidelijkheid geeft in deze uiterste kwesties.