Hypothyreoïdie: symptomen, diagnose, behandeling en oorzaken
Hypothyreoïdie houdt in dat de schildklier niet goed werkt. De aandoening is in drie soorten te verdelen. Bij primaire hypothyreoïdie ligt de oorzaak in de schildklier. Bij secundaire hypothyreoïdie is er sprake van een stoornis in de hypofyse en bij tertiaire hypothyreoïdie moet de oorzaak worden gezocht in de hersenen die de hypofyse aansturen.
Primaire hypothyreoïdie komt het vaakst voor. Sporadisch zijn secundaire hypothyreoïdie en tertiaire hypothyreoïdie.
Symptomen
Het lastige van hypothyreoïdie is dat symptomen bij elke patiënt heel divers zijn. Dat maakt het stellen van de diagnose lastig. Het kan zijn dat een patiënt al jaren lijdt aan hypothyreoïdie zonder dit te weten. De meest voorkomende klachten zijn vermoeidheid, het snel kou hebben, geheugenverlies en spierzwakte. Hieronder staat een lijst met symptomen die kunnen optreden bij een slecht functionerende schildklier. Er zijn patiënten met veel klachten, maar er zijn ook mensen die amper merken dat ze hypothyreoïdie hebben.
- Vermoeidheid
- Het snel kou hebben
- Vochtstapeling in gelaat, benen en oogleden
- Koude en droge huid
- Aankomen in gewicht
- Uitval van haar
- Stem wordt laag en hees
- Geheugenverlies
- Spierzwakte
- Dikke tong
- Tintelingen
- Obstipatie
- Nagels worden brokkelig
- Eetlust neemt af
- Buitensporige maandbloedingen
- Doofheid
- Spierzwakte
- Tragere hartslag
- Hogere bloeddruk
- Opgezette schildklier
Diagnose
Er zijn verschillende onderzoeken waarmee hypothyreoïdie kan worden aangetoond. In het bloed wordt gekeken naar de TSH-concentratie, de laagte van de FT4 en de T3-spiegel. Wanneer een patiënt aan hypothyreoïdie lijdt is de TSH-concentratie verhoogd, de FT4 laag en de T3-spiegel laag. Wanneer een patiënt TPO-antistoffen in zijn bloed heeft, kan dat wijzen op de ziekte van Hashimoto.
Behandeling
Patiënten met hypothyreoïdie worden behandeld met schildklierhormomen. Het tekort aan T4 wordt opgevangen door het slikken van pillen met synthetisch T4. Meestal gaat het om tabletten van Euthyrox, Eltroxin of Thyrax. De pillen bevatten verschillende sterktes. Bij bejaarden, patiënten met de hartkwaal angina pectoris en mensen met een heel erge vorm van hypothyreoïdie wordt de hoeveelheid voorgeschreven synthetische T4 geleidelijk steeds meer. Meestal gebruiken patiënten een portie van 0,1 tot 0,150 milligram per dag.
Myxoedeem coma
Patiënten met een heel erge vorm van hypothyreoïdie kunnen in het ziekenhuis belanden. Deze toestand is ernstig, omdat zieken in coma kunnen raken. Dit wordt het myxoedeem coma genoemd. Wanneer niet tijdig wordt behandeld, kan de patiënt doodgaan.
Pasgeboren baby’s met hypothyreoïdie
Ook baby’s en kinderen kunnen hypothyreoïdie krijgen. Dat kan komen door onder meer een slechte ontplooiing van de schildklier, de ziekte van Hashimoto of een afwijking in de productie van T4 en T3. Bij pasgeboren zuigelingen kan een niet tijdig ontdekte hypothyreoïdie grote gevolgen hebben. Baby’s kunnen dan een gebrek aan de hersenen oplopen. Bij elke pasgeboren baby wordt een hielprik uitgevoerd. Hiermee kan de TSH-concentratie worden gemeten. Bloedonderzoek wijst niet altijd hypothyreoïdie uit. De aandoening is dan te herkennen een dik buikje met een uitgestulpte navel. Ook symptomen die bij volwassenen voorkomen, kunnen eveneens optreden bij baby’s en kinderen. Zie daarvoor de eerdere lijst met symptomen.
Oorzaken
Hypothyreoïdie kan verschillende oorzaken hebben. De bekendste oorzaak is een gebrek aan jodium. Wanneer er geen jodium is, kan de schildklier geen thyroxine (T4) en trijodothyronine (T3) aanmaken. In de westerse wereld is een tekort aan jodium zeldzaam. In Nederland is de ziekte van Hashimoto de grootste boosdoener voor hypothyreoïdie. Dit is een auto-immuunziekte die antistoffen produceert tegen de schildkliercelen. Er kan daardoor niet voldoende schildklierhormoon worden geproduceerd. Wanneer de schildkliercellen ongevuld zijn, slaat de hypothyreoïdie toe. De schildklier kan ook slecht werken na een behandeling met radioactief jodium, een operatie of door het gebruik van bepaalde medicatie. Andere oorzaken zijn een schildklierontsteking, een aangeboren afwijking, een gebrek in de hypofyse of het gebruik van röntgencontrastmiddelen, lithium, Tasmaanse koolsoorten of Japanse zeewier.