Fout negatieve test of uitslag
Wanneer er een test wordt gedaan, volgt er een uitslag. Deze uitslag kan zowel positief als negatief zijn. In de medische wereld betekent positief dat de ziekte, aandoening, zwangerschap etc. aanwezig is. Negatief betekent dat dit niet aanwezig is. Soms is een uitslag fout negatief, ook wel vals negatief genoemd. De uitslag geeft dan aan dat er niets gevonden is, maar in werkelijkheid is de ziekte e.d. wel aanwezig. Dit zorgt ervoor dat mensen te laat naar hun arts gaan met klachten, of onterecht gerustgesteld worden. Een fout negatieve uitslag wordt ook vaak bij een zwangerschapstest aangetroffen.
Testen in de medische wereld
Om een ziekte of aandoening te ontdekken, is testen nodig. Afhankelijk van de ziekte of aandoening die gezocht wordt, zal testen bestaan uit lichamelijk onderzoek, röntgenonderzoek, echografie, maar ook vaak laboratoriums onderzoek. Hierbij wordt er weefselvocht afgenomen of wordt er weefsel weggenomen. Dit gaat voor microscopisch onderzoek naar het laboratorium. Voorbeelden van dit soort onderzoeken zijn ontlastingonderzoek, urineonderzoek, bloedonderzoek, biopsie, punctie etc. De meest voorkomende test die we kennen, en die ook thuis veelvuldig wordt gebruikt, is de zwangerschapstest. Deze test meet de aanwezigheid en hoeveelheid HCG (zwangerschapshormoon) in de urine. Een ander bekend onderzoek is het bloedonderzoek. Er wordt bloed afgenomen bij de patiënt, waarna het wordt onderzocht op de aanwezigheid van bijvoorbeeld antistoffen of bacteriën.
Vals resultaat
Een onderzoek geeft niet altijd een duidelijk beeld. Soms is de uitslag anders dan de werkelijkheid. We spreken dan van een foute uitslag. Deze kan fout negatief of fout positief zijn. Van fout positief spreken we als de uitslag aangeeft dat er een ziekte of afwijking aanwezig is, terwijl hier in werkelijkheid geen sprake van is. Een fout positieve uitslag komt niet heel veel voor. Een verkeerde onderzoekmethode of verwisseling van gegevens is vaak de oorzaak.
Fout negatief
Een fout negatieve uitslag komt wel vaker voor. De aanwezigheid van bepaalde stoffen, schimmels, virussen of bacteriën wordt dan niet opgemerkt. Teruggaande naar het bekende voorbeeld met de zwangerschapstest, komen hier vaker fout negatieve uitslagen voor. Een zwangerschapstest meet van een bepaalde hoeveelheid HCG in de urine. Wanneer de vrouw nog maar kort zwanger is, wordt er nog onvoldoend HCG aangemaakt. De test herkent de zwangerschap dan niet. Het gevolg: een fout negatieve uitslag terwijl de vrouw wel zwanger is. Ook een bloedonderzoek of een ander onderzoek/ test kan fout negatief zijn. Zo is bekend dat bij onderzoek naar paratyfus, waar gezocht wordt naar de salmonellabacterie, een fout negatieve uitslag van 35 procent ontstaat. Vaak is dan een tweede onderzoek nodig.
Een fout negatieve uitslag ontstaat ook vaker bij onderzoek naar HIV (humaan immunodeficiëntievirus, verantwoordelijk voor de ziekte aids). Pas drie maanden na besmetting zijn de antistoffen in het bloed meetbaar. Voor die drie maanden testen geeft in de meeste gevallen een fout negatieve uitslag. Daarnaast ontstaat een fout negatieve uitslag ook vaak bij onderzoek naar baarmoederhalskanker. Er wordt gezocht op afwijkende cellen, die middels een staafje van de baarmoederhals worden weggenomen en onder een microscoop worden onderzocht. De uitslag kan negatief zijn, terwijl er wel sprake is van afwijkende cellen. Dit komt omdat de cellen soms van een gebied zijn genoemd waar geen afwijking zit. Van de 700 jaarlijks nieuwe gevallen van baarmoederhalskanker, wordt bij 90 vrouwen de ziekte niet herkend middels een uitstrijkje. Dit geeft een fout-negatief resultaat van gemiddeld 13 procent. Bij borstkanker ligt dit percentage nog hoger: ruim 20 procent van de negatieve uitslagen is fout negatief.
Fout van de tweede soort
Een fout negatieve uitslag wordt ook wel een fout van de tweede soort genoemd. Een fout van de tweede soort is een verkeerde uitslag van een test, waardoor een verkeerde beslissing wordt genomen. Over het algemeen spreken we in de medische wereld niet van een fout van de tweede soort, maar van een fout negatieve uitslag.
Wanneer een uitslag negatief is, dus de ziekte, aandoening, zwangerschap etc. is niet aanwezig volgens de test, kan er in eerste instantie een afwachtende houding worden aangenomen. Een negatieve uitslag geeft in de meeste gevallen een juist beeld, maar kan dus ook fout negatief zijn. Wanneer de klachten blijven of wanneer er twijfel bestaat over de uitslag van de test, is een tweede test zinvol. Deze test wordt vaak na enkele dagen tot weken herhaald. Dit is bedoeld om bepaalde waarden in het bloed, de urine etc. te laten stijgen. De kans op een fout negatieve uitslag wordt dan verkleind.