Angststoornis, de fobie
Een van de bekendste angststoornissen is wel de fobie. Er zijn honderden verschillende fobieën, sommige zijn zo moeilijk voor te stellen dat het niet altijd invoelbaar is. Bij een fobie is sprake van een gerichte angst. Angst voor een bepaald dier, ding of situatie. Vermijdingsgedrag en angst gaan bij een fobie vaak hand in hand.
Er zijn heel veel mensen die last hebben van een fobie, naar schatting één op de tien Nederlanders. Bij een fobie weten mensen best dat de angst irreëel is maar de angst wint het van het verstand. Wanneer iemand zich dagelijks meer dan twee uur druk maakt over een dier, ding of situatie, spreek je van een fobie.
Sociale fobieën komen het meest voor. Naar schatting krijgt 8 % van de Nederlandse bevolking wel eens te maken met een sociale fobie in zijn of haar leven. Van de patiënten met een sociale fobie is 60 % vrouw.
Agorafobie
Dit is wel de bekendste vorm van sociale fobie. Een andere naam voor agorafobie is straatvrees of pleinvrees. Mensen die hier aan lijden hebben grote angst voor openbare plaatsen, vaak gepaard gaande met paniekaanvallen. Er zijn mensen waarbij de fobie zo ernstig is dat ze niet meer de straat op durven, ze willen hun eigen vertrouwde en veilige omgeving niet meer verlaten. Onderzoek geeft aan dat meer dan 3 % van de Nederlandse bevolking ooit met enige mate van agorafobie te maken krijgt. Letterlijke betekenis: agora is markt, fobie is angst.
Meerdere voorbeelden van sociale fobieën zijn Ereuthofobie of te wel bloosangst, Catagelofobie wat betekend angst om belachelijk gemaakt te worden, Doxofobie d.w.z. angst om je mening te uiten of complimentjes te krijgen. Wanneer dit je leven gaat beheersen is ook dit een fobie.
Faalangst oftewel Atychifobie of Kakorrhaphiofobie
Dit is ook een zeer veel voorkomende fobie die iedereen wel kent. Angst om te falen, tekort te schieten, niet aan verwachtingen te voldoen. Faalangst hebben de meeste mensen wel eens maar het krijgt pas het karakter van een fobie wanneer mensen onder hun kunnen gaan functioneren. Ze krijgen daardoor een negatief zelfbeeld. Iedere keer wanneer er gevraagd wordt om te presteren blokkeer je, waardoor je weer mislukt. Vaak word je er moedeloos van. Sommige mensen gaan zelfs zover dat ze zich niet meer voorbereiden op taken. Ze mislukken toch wel, dus waarom zouden ze nog hun best gaan doen?
Hypochondrie
Hypochondrie valt ook onder de fobieën. Wanneer je aan hypochondrie lijdt heb je een overmatige angst om een ernstige lichamelijke ziekte te hebben zonder aanwijsbare lichamelijke reden. Ieder klein pijntje of ongemak kan reden zijn voor paniek.
Nomofobie
Dit is een nieuwe fobie. Engelsen hebben dit een naam gegeven en het betekent no mobile fobie. Dit is een panische paniek je mobiel niet te kunnen gebruiken. Deze beschavingsziekte is voor veel mensen reden om twee of zelfs meer mobieltjes aan te schaffen. De symptomen variëren van een verhoogde zenuwachtigheid tot een panische angst om onbereikbaar te zijn. Het tegengestelde hiervan bestaat ook Telephonophobia. Dat is angst voor telefoons.
Andere bizarre fobieën:
- Xyrophobia – angst voor scheerapparaten
- Wiccaphobia – angst voor heksen
- Soceraphobia – angst voor schoonouders
Therapie bij fobieën
- De meest gebruikte therapie is gedragstherapie. In een ontspannen situatie moet de patiënt zich zijn angst proberen voor te stellen. Neem als voorbeeld de angst voor honden. Eerst stel je je de hond voor zonder dat je hem daadwerkelijk ziet. Daarna bekijk je de hond vanachter een raam. Wanneer dat goed gaat ga je nog een stapje verder en passeer je iemand die met een hond over straat loopt. Uiteindelijk (na veel kleine tussenstapjes) aai je de hond. Na afloop van de therapie zal de angst nog wel aanwezig zijn maar niet meer zo overheersend zijn dat het je leven beheerst.
- Het voorschrijven van angst dempende middelen (anxiolytica). Meestal wordt dit toegepast in combinatie met therapie.
- Het voorschrijven van kalmeringsmiddelen zoals Diazepam, Valium en Tranxene voor een periode van vier tot acht weken. Dit laatste om afhankelijkheid te voorkomen.