Demente ouderen met respect voor hun leeftijd behandelen

Demente ouderen trekken zich vaak terug in het verleden
Voor een demente oudere is het verre verleden nog het beste te onthouden. Vaak verwarren ze wel hun partner of hun kind met hun moeder of vader, maar vinden het prettig om oude foto’s uit hun jeugd te bekijken en oude liedjes te zingen. Zingen is overigens heel goed, want het zingen geeft de mensen een prettiger, opgewekter gevoel.Zolang mogelijk hobby's laten uitvoeren
Sommige oudere vrouwen kunnen nog heel lang plezier hebben aan handwerken, hoewel het werk dat dan uit hun handen komt er vaak niet meer zo perfect uitziet als vroeger. Dementerende mannen hebben vaak nog plezier aan het werken in de tuin of het verzorgen van dieren. Ook kunnen dementerende ouderen nog lang in de keuken helpen met eten koken. Het hangt er maar vanaf wat ze leuk vinden.Bekende bezigheden verhogen de levenskwaliteit
Bezigheden waar ze plezier in hebben verhogen de levensvreugde en geven hen het gevoel dat ze nog meetellen. De regelmatigheid van de bekende bezigheden helpt daarnaast vertragend op de dementie. Ouderen die geen activiteiten meer ondernemen zullen al snel inzakken en al hun vroegere gewoontes sneller kwijtraken. Vroegere hobby’s kunnen helpen om passende bezigheden te verzinnen waar de oudere ook plezier aan beleeft.
Verhuizen bij beginnende dementie of liever niet?
Demente ouderen kan men in de beginsituatie het beste zo lang mogelijk in de eigen omgeving laten. Daar voelen zij zich thuis en kunnen vooral de hun vertrouwde gewoontes nagaan. Een verhuizing naar een ander huis of een aanleunwoning is een grote ingreep in de normale gang van zaken, waar de demente oudere zich bij thuis voelt.Na een verhuizing volgt vaak een snellere achteruitgang
De meeste demente ouderen gaan er na een verhuizing dan ook vaak erg op achteruit. Na verloop van tijd treedt er vaak wel weer een soort stabilisatie op, maar elke verhuizing heeft in die tijd een flinke impact op een demente oudere. Wanneer de oudere compleet dement is en zich helemaal niets meer kan herinneren, is verhuizing naar een zorginstelling echter vaak niet meer uit te stellen.
Dagopvang kan soms heel bedreigend zijn
Probeer u eens in te denken dat u zich niets meer herinnert. U loopt naar buiten en herkent daar niets. U kijkt naar uw partner, die er wel vertrouwt uitziet, maar u kent zijn of haar naam niet meer. Er komt een vreemde vrouw of man die u in een busje werkt en waar u mee naar een plaats gaat die u niet kent, maar waar men u aan een tafel zet en u zegt wat u kunt gaan doen. U ziet daar alleen vreemde gezichten. U doet even braaf mee, maar u wilt eigenlijk weg. Als u opstaat en weg wilt lopen, neemt men u bij de arm en brengt u terug naar de tafel.Terug naar het vertrouwde
U wordt pas weer rustig als het busje u naar uw oude woonruimte en het enigszins vertrouwde gezicht van uw partner teruggebracht heeft. Na nog een reis met het busje wilt u de volgende keer niet meer instappen. Logisch! U wordt er alleen meer onzeker door. Dagopvang zou eigenlijk moeten beginnen met begeleiding door de partner of mantelzorger, maar die mag niet overal mee naar toe.
Inlevingsvermogen is noodzakelijk bij demente ouderen
Om te begrijpen waarom een dementerende oudere af en toe anders reageert dan een gezonde persoon is een goed inlevingsvermogen noodzakelijk. Het onbekende boezemt altijd angst in. Veel onrustproblemen met demente ouderen komen dan ook voort uit angst voor het onbekende. Angst om de woonruimte te verlaten, zeker als dat zonder de vertrouwde vaste verzorger is. Angst bij het samen op drukke tijden boodschappen doen, vanwege de grote hoeveelheid vreemde mensen en ga zo maar door.Uitleggen heeft geen zin
Uitleggen heeft echter geen zin, want een dementerende oudere kan zich daar niets bij voorstellen. Waar hij of zij vroeger ook geweest is, het is vaak allemaal wazig of helemaal weg in de herinnering. Leg daarom ook niet meer uit dan nodig is, want dat maakt de dementerende alleen maar nog angstiger. Ga in plaats daarvan met hem of haar mee in de gedachtegang. Dat is niet gemakkelijk, maar voor mensen die dagelijks omgaan met dementerende mensen wel iets gemakkelijker.
Demente ouderen op leeftijd geen “testvragen” stellen
De mensen in de omgeving van een dementerende persoon proberen vaak via het stellen van vragen om hun vader, moeder of familielid nog “bij de tijd” te houden, maar meestal is dat juist de verkeerde tactiek. Zo is een vraag als: "Weet u nog wie dat is?" een moeilijke testvraag die de demente oudere meteen angst aanjaagt. Als een dementerende oudere het antwoord op een vraag niet weet, wordt hij/zij immers juist extra geconfronteerd met het feit dat hij/zij het geheugen kwijt raakt en dat is erg pijnlijk.Onzekerheid veroorzaakt vaak boosheid
Demente ouderen worden van dergelijke vragen ook heel onzeker, angstig en soms ook ongeduldig en agressief. Wie doorlopend vragen stelt waar de dementerende oudere geen antwoord op weet, krijgt daarom vaak te maken met boosheid. Boosheid van dementerende ouderen is vaak terug te leiden naar angstige onzekerheid. Wie als verpleger of mantelzorger die onzekerheid bij de demente oudere kan vermijden, krijgt dan ook veel minder vaak met de boosheid te maken.Onrust en medicatie
Het doorlopend stellen van vragen waar de dementerende oudere geen antwoord op geeft, leidt vaak tot grote onrust, waarna er vaak toch maar weer een rustgevend medicijn gegeven wordt. Rustgevende medicatie kan op een bepaald moment helpen om de oudere dementerende rustig te krijgen, maar alle medicijnen hebben nu eenmaal bijwerkingen en het is daarom goed om er toch voorzichtig mee te zijn. Natuurlijk is de medicatie noodzakelijk als het de spuigaten uitloopt.Agressie kan erg moeilijk te beteugelen zijn
Sommige dementerende ouderen kunnen zo agressief worden dat de partner of de verzorgers er bang van worden en zelfs het risico lopen dat ze klappen oplopen. Dat is natuurlijk nooit goed en kan vaak voorkomen worden met rustgevende medicatie.
Praat nooit in het bijzijn van de demente oudere over zijn problemen
Partners en mantelzorgers van een demente oudere moeten natuurlijk af en toe hun zorgen kunnen uiten, maar dat is geen reden om in hun bijzijn tegen familieleden, vrienden en bekenden te vertellen dat ze een luier om hebben, verschoond moesten worden of andere intieme zaken te vernoemen. Een demente oudere is niet doof en u weet immers niet of en hoeveel de persoon ervan mee krijgt.Vernederende uitspraken worden vaak toch opgevangen
Het is voor een demente oudere heel vernederend als hij zijn of haar verzorger die dingen hoort vertellen aan anderen die er eigenlijk niets mee te maken hebben. Alleen de arts en de verpleegkundigen zijn daarvoor aangewezen. Voor alle andere mensen moet de waardigheid van de oudere bewaard blijven, voor zover dat mogelijk is.