Ouderen die roepen, kreunen of jammeren
De Nederlandse regering is van mening dat ouderen zoveel mogelijk in hun eigen omgeving moeten blijven wonen. Over het algemeen is dit een visie die door veel mensen zal worden gedeeld. Maar er zijn ook situaties denkbaar waar dit zelfstandig wonen haast onmogelijk zal blijken. Wat te denken van een oudere die de gehele dag roept, kreunt of jammert. Naar dit fenomeen is nog niet zoveel onderzoek gedaan, maar het is één van de oorzaken die de mantelzorg dusdanig kunnen belasten dat thuiswonen onmogelijk wordt.
Aantal ouderen die te maken krijgen met deze problematiek
Het blijkt dat in verzorgingshuizen ongeveer 11% van alle ouderen last heeft van roepen, kreunen of jammeren. In verpleeghuizen is dit percentage zelfs rond de 25%. Het kan hierbij gaan om roepen om aandacht, kreunen alsof men pijn heeft of steeds weer jammerend in het rond lopen. Verplegend en verzorgend personeel weten meestal goed hoe zij hier mee om moeten gaan en zij zijn slechts een aantal uren in de nabijheid van de patiënt dus is het voor de verzorgende ook wel vol te houden. Er is kennis over de aard van de ziekte en de daaruit voortvloeiende klachten en problemen. Dat maakt het mogelijk deze patiënten de goede verzorging te bieden. Dit is echter geheel anders in de thuissituatie.
Ontstaan van roepen, jammeren of kreunen
Er kunnen een verschillend aantal oorzaken zijn waardoor mensen gaan roepen, jammeren of kreunen.Te denken valt aan:
- Dementie
- Hersenbeschadiging
- Hersenbloeding
- Delier
- Depressiviteit
- Slaapstoornissen
- Te weinig stimulans of sociale contacten
Patiënt met schizofrenie
Maar ook kan schizofrenie de oorzaak zijn dat de patiënt stoornissen krijgt waardoor men gaat kreunen of jammeren. Inzicht in de aard en de oorzaken van de onrustige bewegingen zijn noodzakelijk. Soms ligt de oorzaak in de medicijnen die gebruikt worden. Zo kan Haldol een boosdoener zijn. Maar wordt er gestopt met de medicijnen dan is het niet zeker dat de klachten verdwijnen. Myocloniëen zijn korte schokken die doen denken aan epilepsie. Echter bij epilepsie verliest de patiënt het bewustzijn en dat is bij de kortdurende schokbewegingen niet het geval. Mensen kunnen met hun armen slaan en schokken met het gehele lichaam. Kwetsbare personen die gevoelig zijn en die uit hun evenwicht geraakt zijn door psychiatrische ziekten zijn vaak de patiënten die te maken krijgen met deze klachten.
Er ontstaan meer bewegingsstoornissen
Sommige mensen die dementeren hebben nogal eens last van bewegingsstoornissen. Zij gaan steeds weer staan en zitten en lopen een rondje, gaan vervolgens weer staan en zitten. Soms schokken ze met armen en/of benen. We noemen dit motorische onrust. De aansturing van de motoriek is verstoord. De hersenen geven niet meer het juiste seintje. Deze mensen lopen ook onzeker en knoeien vaak met vloeistof omdat de bewegingen niet meer gecontroleerd verlopen. Deze stoornissen zijn erg lastig omdat de omgeving niet begrijpt wat er aan de hand is. Mensen hebben geen controle meer over de bewegingen van het lichaam. De patiënt lijdt hier sterk onder want hij/zij gaat zich zich steeds meer hulpeloos voelen. Als de bewegingsstoornis veroorzaakt wordt door dementie dan is deze nauwelijks te behandelen. Het enige wat men kan doen is begrip en acceptatie zien te krijgen van de omgeving die de patiënt verzorgt. Mensen zijn niet in staat om te stoppen met de bewegingen. Zo kan men tegenover een patiënt zitten die constant armen over elkaar doen en weer los laat. Daarna begint dezelfde handeling opnieuw. Maar ook vreemde tong- en smakbewegingen kunnen voorkomen en deze zijn erg lastig in gezelschap.
Activiteiten om de stoornis te verminderen
Afleiding en activiteiten kunnen vaak meer verbetering geven dan men verwachten zou. Een fietstocht maken of een wandeling kunnen op een bepaald moment al voldoende afleiding geven om de dag door te komen. Onvoldoende stimulatie van de hersenen is een belangrijke oorzaak. Er is gebrek aan impulsen van buitenaf. Prikkels van buitenaf hebben we allemaal nodig en als deze ontbreken omdat de patiënt niet meer in staat is tot normale communicatie dan ontstaat isolatie. De patiënt kan in zo'n situatie zelf zijn hersenen de noodzakelijke prikkels bezorgen door te gaan roepen, kreunen of jammeren. Maar ook spanning en vermoeidheid kunnen de oorzaak zijn van het roepen. Zacht jammeren of kermen of juist heel luid schreeuwen zijn allemaal mogelijk. Dit kunnen losse woorden of zinnen zijn, soms lijkt het alsof de persoon in zichzelf praat. Het roepen kan tot een automatisme worden wat urenlang kan duren en waar de omgeving erg veel last van heeft.
Zorgen voor ouderen met psychische problemen vraagt veel van de partner
Het zorgen voor ouderen met psychische problemen vraagt veel van de directe omgeving. De persoon verandert in zijn of haar gedrag. De communicatie verandert en het is moeilijk te begrijpen hoe de gedachtegang van de patiënt is. De partner van voorheen is er niet meer. Zijn/haar karakter verandert en is niet meer logisch te noemen. Zorgen voor een partner die een psychiatrische ziekte heeft is totaal anders dan de zorg voor een lichamelijk zieke. Dat laatste is zichtbaar en men kan samen communiceren over de ziekte en de manier waarop je beiden omgaat met de ziekte. Bij een patiënt met een psychiatrische stoornis is de communicatie verstoord en beiden kunnen zich dan ook erg alleen gaan voelen in de situatie. Onbegrip bij familie, vrienden en buurtbewoners kan de situatie verergeren. Contact met lotgenoten kan zeker verlichting geven. In dit verband kan contact gezocht worden met
Stichting Ypsilon.
Zorgplan en hulp
Nu de overheid heeft besloten dat ouderen langer in hun vertrouwde omgeving thuis moeten blijven wonen zal er de nodige aandacht geschonken moeten worden aan deze problematiek. Het is voor een partner onmogelijk om de ogen en oren te sluiten voor de situatie. Iemand die een aantal uren per dag kreunt, roept of jammert zal op langere duur de partner of mantelzorger volledig uitputten. Er zal dan ook ruimhartig hulp en begeleiding geboden dienen te worden in de thuissituatie waarbij aandacht zowel voor de patiënt als ook voor de partner (die meestal ook op leeftijd is) geboden is. Een zorgplan waarbij activiteit en rust worden afgewisseld en wat is afgestemd op de mogelijkheden van de patiënt en zijn/haar omgeving, zal veel aandacht vragen.