Zelfvertrouwen, zelfbeeld en beter presteren
Sommigen schijnen te blaken van zelfvertrouwen en anderen missen voldoende zelfvertrouwen. De mate waarin je over zelfvertrouwen beschikt hangt af van je zelfbeeld. Zeer veel mensen hebben een vertekend zelfbeeld. In hoeverre je een (intellectuele) uitdaging durft aan te gaan hangt behoorlijk af van je zelfvertrouwen en je zelfbeeld. Mensen met een juist zelfbeeld, hebben zelfvertrouwen en zijn doorgaans succesvol in werk en/of studie.
Belangrijk voor
zelfvertrouwen en
zelfbeeld is het onderkennen van foutieve gedachten, die er diep ingebakken zitten. Dit zijn de gedachten die je denkt over jezelf en je omgeving, omdat je deze gedachten altijd al dacht. Waarom je ze denkt, weet je misschien niet precies, maar de gedachten zijn er echt ingesleten. Wees je hiervan dus bewust, schrijf ze eventueel op zodat je hier alert op kunt zijn. Diepgewortelde (negatieve) gedachten omtrent je zelfbeeld, zijn funest voor het zelfvertrouwen.
Train jezelf dus, om ingesleten denkpatronen overboord te gooien. Het stelt je een stuk beter in staat om je
hersenen goed te gebruiken omdat het een positieve invloed heeft op je prestatie- en concentratievermogen én je
probleemoplossend vermogen.
Zelfbeeld en denkvermogen
Een vertekend zelfbeeld kan ons
denkvermogen onnodig aantasten. Wanneer je een laag zelfbeeld hebt, denk je negatief over je mentale capaciteiten en dit werkt zelfbevestigend. Het ondermijnt je zelfvertrouwen behoorlijk en een laag zelfbeeld heeft gevolgen voor ons zelfvertrouwen. Dus heeft dit een negatieve invloed op je
intellectuele prestaties. Met behulp van je ervaringen vorm je geestelijke kaders die schema's genoemd worden en die we automatisch toepassen op ons dagelijks leven in ruime vorm: of het nu gaat om rekeningen betalen, plannen, studie of prestaties op werk, relaties en vriendschappen.
Negatieve gedachten
De psycholoog Jeffrey Young beschreef negatieve schema's, verdeeld over vijf gebieden. De schema's hebben betrekking op onze relaties met onszelf en met anderen. Sommige van de schema's hebben betrekking op ons denkproces. Doel van de schema's is, dat wanneer je in staat bent je gedachten te beïnvloeden, je kan bepalen welke factoren je ervan weerhouden om je intelligentie optimaal te benutten.
Test zelfbeeld
(Geef je zelf voor iedere stelling een getal tussen de 0 en 10. Wanneer je het volkomen met iets eens bent, geef je het cijfer 10. Wanneer je het volkomen oneens met een stelling bent, dan geef je het cijfer 0).
- Ik ben niet zo slim als anderen (A)
- Mensen waarderen mij minder als ze weten hoe dom ik ben (A)
- Mijn prestaties op werk/school zijn minder als die van anderen (B)
- Het heeft geen zin om iets te proberen, het lukt me toch niet (B)
- Ik kan mezelf niet ertoe zetten iets te doen wat ik niet leuk vindt, ook al is het voor mijn eigen bestwil (C)
- Als ik mijn doel niet bereik, raak ik gefrustreerd en geef ik op (C)
- Ik vind dat ik moet instemmen met ideeën van anderen, zelfs als ik liever mijn eigen ideeën zou uiten (D)
- Ik moet goed presteren voor mijn collega's (of gezinsleden, familie) (D)
- Ik moet altijd mijn best doen, fouten accepteer ik niet (E)
- Ik voel altijd de druk om met iets bezig te zijn en te voldoen aan mijn verantwoordelijkheden.(E)
A: afwijzing en afstandelijkheid, minderwaardigheid
B: Gebrek aan zelfkennis, je saboteert je eigen plannen omdat je jezelf een mislukkeling vind
C: Gebrek aan beheersing, weinig discipline
D: Afhankelijkheid van anderen, goedkeuring is belangrijk voor je
E: Perfectionisme en geremdheid, je stelt te hoge eisen aan jezelf en belemmert zo jezelf te experimenteren
Helaas benutten we onze
intelligentie vaak niet volledig omdat we angst hebben voor het oordeel van anderen. We willen voldoen aan eisen en zijn op zoek naar goedkeuring, een schouderklopje. Maar wie is het die van die hoogstaande eisen stelt aan wat je doet: je bent het zelf.
Op weg naar objectiviteit
Door een probleem/situatie niet alleen vanuit je eigen ogen te bekijken, maar ook vanuit de ogen van anderen vorm je een
objectief beeld en dit stelt je in staat om eerlijker tegenover jezelf te zijn. Probeer je een situatie voor de geest te halen waarin je iets presteerde waarop je trots was, en een situatie waarin je je doel niet bereikte. Beantwoord vervolgens deze vragen:
hoe wist ik dat ik mijn doel bereikt had, hoe voelde ik me in beide situaties, hoe reageerden anderen in beide situaties. Welke van de eerste drie vragen beïnvloedde je mening over je eigen prestatie het meest?
Sowieso ga je positiever denken over jezelf wanneer je je
voedingspatroon aanpast en door meer
beweging.
Meer over intelligentie:
Verhoog je IQ