Angsten en fobieën: zo kom je eraan, zo kom je eraf
Angst is fijn als er een leeuw in de buurt is, want dan leidt het tot broodnodige actie. Angst kan echter ook onterecht zijn. Daar kan je levensgeluk onnodig onder lijden. Doe er iets aan! Met de adviezen van angstbehandelaar Jan van den Berg van Ipzo, en Ronald Kleinknecht, schrijver van boeken over angstbehandeling en professor in psychologie.
Ik kom uit een familie van angsthazen. Mijn oma was bang voor onverwachte geluiden en hevige emotionele uitingen (zoals van liefde of woede). Als mijn zusje en ik als kind ruzie hadden, beloofde ze ons de hemel, áls we maar ophielden. Mijn moeder is bang voor muizen en voor examens. Ikzelf ben een waardige loot aan deze angstboom. Toen ik net op mezelf woonde, kreeg ik een paar weken lang nachtelijke paniekaanvallen. Tijdens mijn schoolopleiding had ik faalangst. Zo halverwege de twintig, in een periode van stress en problemen, kreeg ik ziekteangst: bij huidvlekjes, hardnekkige hoest… Ogenschijnlijk groeide ik er in de loop der tijd ‘gewoon’ overheen. In werkelijkheid was het een groeiproces. De kennis om angsten te leren begrijpen en er overheen te komen is er, maar je moet die wel vinden.
Om te beginnen is er een belangrijk onderscheid in angsten. Waarom een wandelaar in de Canadese bergen bang is een beer tegen te komen, is duidelijk. Beren komen er veel voor en hebben dodelijke klauwen en tanden. In zo’n geval heb je het over een realistische angst. Met irrationele angst is dat anders. Je bent doodsbang voor onschadelijke spinnetjes, pleinen, de tandarts, of je schat de kans op zeldzame ziektes extreem hoog in. Kortom: dingen raken uit proportie. Waarom eigenlijk?
Oorzaken
De Amerikaanse professor in psychologie Ronald Kleinknecht is een autoriteit op het gebied van angst. Hij schreef onder andere het boek Mastering anxiety. Kleinknecht: ‘Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor irrationele angsten. De eerste noemen we “klassieke conditionering”. Dat wil zeggen dat je dat waar je angst voor hebt, zoals muizen of sociale situaties, onbewust koppelt aan een pijnlijke of beangstigende gebeurtenis. Een andere mogelijkheid is plaatsvervangende angst: je ziet hoe iemand anders pijn heeft of schrikt, verplaatst je in die ander en raakt geconditioneerd.’ De laatste verklaring voor een angst is de ongrijpbaarste. Kleinknecht: ‘Er zijn ingeboren angsten, die in je levensloop naar voren komen. Een voorbeeld is angst voor vreemden bij kinderen rond de twee jaar. Volgens sommige deskundigen zijn ook angsten voor hoogtes of water ingeboren.’
Achter de angst
Het IPZO richt zich op laagdrempelige hulp aan mensen met veelvoorkomende klachten: angst, paniekstoornissen en fobieën. Volgens angstbehandelaar Jan van den Berg komt een angst niet altijd ‘uit de lucht vallen’.Jan van den Berg: ‘Angstgevoelens, met name paniekaanvallen en sociale angstklachten, kunnen symptoom zijn van iets onderliggends. Een van de eerste dingen die wij mensen vragen als ze bij ons aankloppen, is of ze zich overbelast voelen of terneergeslagen.’ Dan vertaalt een onbalans zich dus in angstgevoelens. Maar er zijn tal van andere triggers: lichamelijke factoren als een te snel werkende schildklier, of te veel cafeïne, alcohol of drugs. Ook een ongeluk, schrikreactie, verlies of geweld kan leiden tot het opkomen van vage angsten. Je persoonlijkheid speelt eveneens een rol – de een haalt haar schouders op over een tv-documentaire over een zeldzame ziekte, de ander slaapt niet meer van haar eigen ‘symptomen’.
Uit onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat liefst 12,4 procent van alle Nederlanders angstklachten heeft. Concreet voorbeeld: 800.000 Nederlanders lijden aan extreme tandartsangst. Waaronder een aantal tandartsen…
Slangenangst
Tijd om voor jezelf een paar vragen te beantwoorden. Komt datgene waar je bang voor bent zelden op je pad, of juist vaak? En vooral, belemmert een irrationele angst je in je functioneren en/of levensvreugde? Zo ja, dan moet er iets aan gedaan worden. Jan van den Berg: ‘Is er een achterliggend probleem zoals stress of overbelasting, dan kun je daar het best mee beginnen. Ontstaan angsten echter door blijvende overbelasting, bijvoorbeeld een chronisch zieke partner, dan kun je beter denkstrategieën aanleren om de angst te beheersen. Want de achterliggende overbelasting blijft.’
Ben je eenmaal aan de confrontatie met je angst toe, dan is er een duidelijk stappenplan te volgen. Van den Berg: ‘Word je in de eerste plaats bewust van je angst. Vraag je af: wat speelt hier precies? Praat erover met iemand die actief meedenkt en die je dus ook durft tegen te spreken. Alternatief is om alles op papier te zetten: waar heb ik last van? Welke angstgedachten roept dat op? Wat zou ik daaraan kunnen doen? Ook je huisarts kan meedenken.’
Zolang het niet om een crisissituatie gaat, pleit Van den Berg voor eigen initiatief: ‘Geef je zelfredzaamheid niet klakkeloos op. Heb je tandartsangst, vraag je tandarts dan een kwartier te nemen om een consult voor te bespreken. Zoek een manier waarop je dat samen kunt benaderen. Je kunt altijd nog naar een angsttandarts, of in therapie. Maar vaak kun je een probleem zelf aanpakken, met gewone boerenlogica.’
Help jezelf
Een goede stut in bange tijden zijn zelfhulpboeken, vooral die met lijstjes en invuloefeningen om je angst en je gedachten erover in kaart te brengen. Je daagt irrationele gedachten uit (‘er zit een levensgrote spin in de slaapkamer, ik moet vluchten’) en vervangt ze (‘die spin is banger voor mij dan ik voor hem’). Aanvullende ademhalings- en ontspanningsoefeningen helpen om je geest en lichaam in ‘ruststand’ te krijgen. Feit: gedachten en handelen ombuigen kost tijd. Maar het kan wel.
Professionele hulp
Heb je om welke reden dan ook behoefte aan professionele hulp, denk dan aan angsttherapie. Die is anno nu (gelukkig) resultaatgericht en duurt relatief kort. Van den Berg: ‘Veel gerichte behandelingen geven prima resultaat zonder dat je je hele persoonlijkheid en levensloop doorspit. Je kunt jaren praten over de vraag hoe een ei gekookt is, maar waarom? Je kunt het niet meer ontkoken. Een grote groep mensen is met acht á twaalf sessies te behandelen. Bij dierfobieën vaak zelfs met drie tot vijf keer. Angststoornissen horen tot de meest voorkomende klachten, maar vormen tegelijkertijd een heel goed behandelbare categorie.’
Dit is een geautoriseerde bewerking van het hoofdstuk 'Laat je geluk niet dwarsbomen door irrationele angsten' uit het boek 'Mijn geluk maak ik zelf wel,' auteur Astrid Maria Boshuisen, uitgegeven door Het Spectrum