Indelingen van de gezondheidszorg
In het dagelijkse leven maken veel mensen gebruik van allerlei voorzieningen. Denk maar eens aan een supermarkt of openbare bibliotheek. Die voorzieningen zijn op een bepaalde manier ingedeeld. De indeling van zo'n voorziening maakt het je gemakkelijk om te vinden wat je wilt. In de supermarkt heeft elk product zijn eigen plaats, hier wordt alles overzichtelijker van. Net zoals in de bibliotheek, dat is ook opgedeeld op nummers, letters of naam.
Indeling van de gezondheidszorg in lijnen
De gezondheidszorg in Nederland is een voorziening waar mensen gebruik van maken. Het is een ingewikkeld systeem. Zonder indeling is het erg onoverzichtelijk. Daarom zijn er indelingen van de gezondheidszorg gemaakt. Bijvoorbeeld:
- Indeling van de gezondheidszorg in lijnen
- Indeling van de gezondheidszorg in plaats
Er zijn verschillende indelingen gemaakt van de Nederlandse gezondheidszorg. De meeste gebruikte indeling is de indeling van de gezondheidszorg in drie lijnen. Deze drie lijnen in de gezondheidszorg zijn:
- Nulde lijn
- Eerste lijn
- Tweede lijn
Elke lijn verleent eenzelfde soort zorg. Er werken dus in elke lijn zorgverleners die erg op elkaar lijken. Als helpende werk je vooral in de eerste en tweede lijn.
Nulde lijn
De nulde lijn noemen we ook de basisgezondheidszorg. De nulde lijn heeft een aantal kenmerken. Ten eerste is het zorg die wordt aangeboden zonder dat iemand er om vraagt. De zorgvrager vraagt dus niet zelf om die zorg. Elke vrouw van boven een bepaalde leeftijd krijgt bijvoorbeeld een oproep voor een borstonderzoek zonder dat ze daar om gevraagd heeft. Ten tweede biedt de nulde lijn zorg aan mensen die een groter risico dan normaal hebben om ziek te worden. Dit noemen we de risicogroepen. Een voorbeeld van een risicogroep zijn oudere mensen. Ten derde moet de zorg van de nulde lijn voorkomen dat deze mensen ziek worden. Dit noemen we preventieve zorg. Je kunt op veel manieren preventieve zorg verlenen. De verschillende manieren zijn bijvoorbeeld een campagne ''stoppen met roken'' voor de risicogroep rokers starten, of bijvoorbeeld de griepprik gratis aanbieden voor mensen die vatbaar zijn voor griep, zoals ouderen.
Een van de zorgverleningsinstanties uit de nulde lijn is het consultatiebureau. Het consultatiebureau verleent zorg aan mensen die net een kindje hebben gekregen. Elke vader en/of moeder krijgt van het consultatiebureau een oproep zonder dat hij of zij daarom gevraagd heeft. De zorgverleners op een consultatiebureau meten, wegen en onderzoeken kinderen van nul tot vier regelmatig. De zorgverleners kijken of de kinderen zich goed ontwikkelen. De zorg is gericht op kinderen van nul tot vier jaar, omdat zij een risicogroep vormen. Ook worden de kinderen regelmatig ingeënt tegen allerlei ziektes. Zoals difterie, tyfus en polio. Zo wordt voorkomen dat de kinderen die ziektes krijgen. De zorg is dus preventief.
Eerste lijn
Onder de eerste lijn vallen de volgende zorgverleners: tandartsen, wijkverpleegkundigen, huisartsen, logopedisten, kraamverzorgenden, maatschappelijk werkers, verloskundigen, gezinsverzorgsters, bejaardenverzorgsters, apothekers en fysiotherapeuten. Je kunt als helpende ook in deze eerste lijn komen te werken.
Ook deze eerste lijn heeft drie kenmerken. Ten eerste moet de zorgvrager zelf om hulp vragen. Pas dan wordt een zorgvrager in deze lijn behandeld. Ten tweede is de zorg bedoeld voor degene die erom heeft gevraagd, voor de zorgvrager dus. Ten derde is de zorg die zij verlenen algemeen. De zorgverleners zijn bekend met veel gezondheidsproblemen. Hun kennis is algemeen.
Een van de zorgverleners uit de eerste lijn is de huisarts. Een huisarts behandelt je pas als je bij hem op het spreekuur komt. Je moet daar zelf een afspraak voor maken. De huisarts weet redelijk wat over veel gezondheidsproblemen. Je kunt met elke zorgvraag bij hem terecht. De huisarts verleent dus algemene zorg. De huisarts probeert jouw problemen op te lossen. Als er een gezondheidsprobleem is waar de huisarts geen antwoord op heeft, dan verwijst hij je bijvoorbeeld door naar een specialist in het ziekenhuis.
Tweede lijn
De specialisten in het ziekenhuis zijn de zorgverleners van de tweede lijn. Denk maar eens aan longartsen, cardiologen en internisten. De tweede lijn heeft drie kenmerken. Ten eerste vraagt de zorgvragen zelf om zorg. De zorgvrager moet daarvoor eerst naar de huisarts. De huisarts beslist of hij de zorgvrager naar de tweede lijn verwijst. Ten tweede is de zorg gericht op de zorgvrager. Ten derde is de zorg in deze lijn specialistisch. Dat betekent dat deze zorgverleners heel veel weten over een klein gebied van de gezondheidszorg.
Een voorbeeld van een zorgverlener uit deze lijn is de longarts in het ziekenhuis. Je kunt pas naar deze zorgverlener toe als je via de huisarts bent verwezen. Je vraagt dus, via de huisarts, zelf om de zorg. De zorg die de longarts verleent is specialistisch. Hij weet (bijna) alles over de longen. De longarts zal proberen jouw probleem op te lossen.
Plaats van de zorg
Zoals je eerder had gelezen konden we de gezondheidszorg in drie lijnen indelen. De zorgverleners in elke lijn geven een bepaald soort zorg (preventief, algemeen of specialistisch). Je kunt de gezondheidszorg ook indelen naar de plaats van de zorg. Je krijgt van de volgende indeling:
- Intramurale zorg
- Extramurale zorg
- Transmurale zorg
- Semi-murale zorg
Deze indeling wordt niet het meest gebruikt. Toch hoor je deze termen vaak in de zorgsituatie. Het is daarom belangrijk dat je weet wat er mee bedoeld wordt.
Intramurale zorg
Intramuraal betekent letterlijk ''Tussen de muren''. In de gezondheidszorg bedoelen we met de de muren de muren van de instelling. Intramurale zorg is de zorg die binnen de muren van een instelling verleend wordt aan een zorgvrager. De zorgvrager is opgenomen in die instelling. Een zorgvrager die bijvoorbeeld in het ziekenhuis ligt en daar geopereerd wordt, krijgt dus intramurale zorg.
Naast het ziekenhuis zijn er nog meer instellingen die intramurale zorg verlenen. Voorbeelden daarvan zijn het verzorgingstehuis, het verpleeghuis, de inrichting voor zorgvragers met een geestelijke handicap en de psychiatrische inrichting. In instellingen waar zorgvragers voor langere tijd zijn opgenomen, werken veel helpenden.
Extramurale zorg
Extramuraal betekent letterlijk ''Buiten de muren''. Extramurale zorg is dus de zorg die buiten de muren van een instelling wordt gegeven. Iemand die thuis verpleegd wordt door de wijkverpleegkundige krijgt extramurale zorg. De laatste jaren wordt de extramurale zorg steeds belangrijker. Het is namelijk voor de zorgvragers veel fijner. Bijna iedereen wordt liever thuis verpleegd dan in een ziekenhuis. Daarnaast is het ook veel goedkoper. De overheid probeert om extramurale zorg te stimuleren. Als het mogelijk is, wordt intramurale zorg vervangen door extramurale zorg. Een zorgvrager kan bijvoorbeeld eerder uit het ziekenhuis ontslagen worden. De zorg die deze zorgvrager nog nodig heeft, krijgt hij dan thuis. Maar ook oude mensen kunnen dankzij de extramurale zorg langer thuis blijven wonen. Als ze thuis verpleegd en verzorgd worden, hoeven ze nog niet naar een verzorgingstehuis. De grootste zorgverlener is de extramurale zorg is de Thuiszorg. De thuiszorg zorgt ervoor dat zorgvragers thuis verpleegd en verzorgd worden. In de thuiszorg werken ook veel helpenden. Als jij bij een zorgvrager thuiskomt om hem te helpen met huishoudelijk werk, dan is dat extramurale zorg.
Transmurale zorg
Transmuraal betekent letterlijk ''Over de muren heen''. Transmurale zorg gaat ook over de muren heen. Dat wil zeggen dat de specialistische kennis uit de instellingen over de muren van instelling heen gaat. Specialistische zorg wordt bij de zorgvrager thuis gegeven. Een goede samenwerking tussen de intramurale en de extramurale zorg zorgverleners is daarbij erg belangrijk.
Het kan zijn dat iemand die kanker heeft een chemokuur moet volgen. Als een zorgvrager een chemokuur krijgt, krijgt hij heel veel medicijnen toegediend. De zorgvrager wordt daar erg ziek van. Meestal worden chemokuren in het ziekenhuis gegeven. Maar het komt ook voor dat ze thuis bij de zorgvrager worden gegeven. Een specialist uit het ziekenhuis komt dan bij de zorgvrager thuis. Dat is een vorm van transmurale zorg. De transmurale zorg is nog vrij nieuw. In je werk als helpende krijg je waarschijnlijk niet te maken met transmurale zorg.
Semi-murale zorg
Semi-muraal betekent letterlijk ''Half muurlijk''. Semi-murale zorg wil zeggen dat de zorgvrager half binnen en half buiten de muren van een instelling is. Hij wordt binnen de muren van een instelling behandeld. Na een behandeling gaat hij direct weer naar huis.
Een voorbeeld van semi-murale zorg zijn de poliklinieken in het ziekenhuis. De zorgvrager wordt daar door een specialist onderzocht. Na afloop van het onderzoek gaat hij weer naar huis. Dit lijk heel erg sterk op een bezoek aan bijvoorbeeld een huisarts. Het verschil is dat de afspraak nu in een instelling plaats vindt. In je werk als helpende kom je waarschijnlijk niet in aanraking met semi-murale zorg.