8 tips om GSM-straling te reduceren
We zijn er nog steeds niet uit, is gsm-straling nu schadelijk of niet. Stel dat deze effectief tumoren veroorzaakt gooien we dan met zen allen ons toestel weg? In afwachting van een eventueel wetenschappelijk bewijs, houden we ons best vast aan het spreekwoord: beter voorkomen dan genzen. Daarom acht tips om gsm-straling te "reduceren".
Tip 1: Beperk het bellen
De meest voor de hand liggende oplossing tegen gsm-straling is simpelweg zo weinig mogelijk bellen met een gsm. Zo kan je de voorkeur geven aan een vast toestel, dat je thuis of op je werk hebt. Dit is tegenwoordig ook niet meer zo vanzelfsprekend als je weet dat toestellen voor thuisgebruik vaak ook gebruikmaken van draadloze verbindingen tussen oplaadstation en het toestel zelf. Hier moet wel opgemerkt worden dat de straling van een gsm-toestel veel krachtiger is dan dat van een draadloosthuistoestel.
Tip 2: Denk aan het verbindingssignaal
Wanneer je toch gebruik maakt van een gsm-toestel, hou hem dan niet meteen tegen je oor als je iemand wilt opbellen. Het toestel moet eerst de optimale signaalsterkte bepalen en dit gebeurt bij het maximale zendvermogen van de gsm. De verbinding komt tot stand, is de signaalontvangst met de gsm-antenne goed dan zal na enkele seconden het zendvermogen dalen en dus ook de benodigde straling.
Tip 3: Wat met SAR?
Een derde belangrijk kenmerk is de zogenaamde SAR-waarde van een Gsm-toestel. Deze afkorting staat voor Specific Absorption Rate, en geeft aan in welke mate het hoofd de energie (onder de vorm van warmte) uitgaande het toestel absorbeert. Het is dus aan te raden een toestel met een zo laag mogelijke waarde aan te schaffen. Deze waarde bevindt zich doorgaans tussen 0,1 en de wettelijk bepaalde grens van 2 W/kg.
Tip 4: Vergroot de afstand
Een vierde factor is iets dat je gemakkelijk zelf in de hand hebt. Namelijk de afstand tussen het oor en het gsm-toestel zo groot mogelijk maken. In de praktijk komt het er op neer dat het aangewezen is om oortjes te gebruiken. Hierbij heeft men dan de keuze tussen de bekabelde versie of een draadloze versie (via bluetooth). Het beste van de twee is natuurlijk de bekabelde versie omdat deze op zichzelf geen extra verbinding tussen oortje en gsm moet aanleggen, dit in tegenstelling tot een bluetooth-oortje. Anderzijds is het gebruik van een bluetooth-kit ook al een grote stap vooruit, zo is het vermogen van een bluetooth-oortje ongeveer 500 keer lager dan dat van de gsm zelf.
Tip 5: Zorg voor een optimale verbinding
De vijfde tip omvat de ontvangst van het gsm signaal. De kwaliteit van het signaal is rechtstreeks verbonden met de stralingsenergie van een gsm. Zo moet een gsm-toestel een hoger zendvermogen genereren wanneer iemand ver verwijdert is van een zendmast. Bevindt men zich daar in tegen dicht bij een zendmast, dan zal het zendvermogen drastisch dalen.
Tip 6: Gebruik geen gsm in de wagen
Het zesde punt volgt rechtstreeks uit het voorgaande. Zo kan men gsm gebruik in de wagen best vermijden, niet alleen omwille van de veiligheid maar ook omwille van het verstorende signaal door de auto zelf. Zoals we weten geeft een slecht signaal (door storing) een hoger zendvermogen van de telefoon, wat de straling rondom het oor zal verhogen. Een wagen kunnen we bekijken als een ijzeren kooi, naar het model van de kooi van Faraday. De kooi van Faraday heeft als dient om elektromagnetische golven (zoals het gsm-signaal) buiten te houden. Natuurlijk is een auto geen perfect model van de kooi van Farady, anders zouden we helemaal niet kunnen bellen in wagen. Zo is er contact mogelijk door de ramen van de auto.
Tip 7: Zet je toestel uit
Ben je niet aan het bellen of gebruik je het toestel niet, zet hem dan af.
Tip 8: Beperk de gespreksduur
Beperk je telefoongesprekken tot enkele minuten wanneer je met een gsm belt.