Hondsdolheid bij Nederlandse vleermuizen; opgepast!

Het virus
Hondsdolheid of rabiës wordt veroorzaakt door een virus, het Lyssavirus. Het virus kan het zenuwstelsel van zoogdieren - dus ook die van de mens- aantasten en zich vanuit de zenuwbanen naar de hersenen verplaatsen. Als het zenuwstelsel is aangetast is de ziekte dodelijk. Jaarlijks gaan er over de hele wereld meer dan 55.000 mensen dood aan rabiës. En maar liefst 10 miljoen mensen op de gehele wereld hebben jaarlijks een behandeling nodig na blootstelling aan het virus. In Nederland komt de ziekte bijna niet voor. Er zijn twee geregistreerde gevallen van mensen die besmet bleken te zijn met het hondsdolheidvirus. Een in 1962, de ander in 1976. In heel West-Europa zijn tussen 2000 en 2005 9 menselijke ziektegevallen geregistreerd.Het virus wordt door een besmet dier via het speeksel overgedragen. Je kunt dus besmet raken doordat een hondsdol dier je bijt, maar ook als het je likt of krabt. Via wondjes, maar ook via de slijmvliezen van de ogen of mond, kan het virus het lichaam binnendringen.
Nederland is, net als een aantal andere Europese landen, op dit moment officieel vrij van hondsdolheid (rabiës). Bij vleermuizen wordt rabiës echter sinds 1987 in ons land toch regelmatig gevonden.In Nederland komt hondsdolheid niet bij alle vleermuizensoorten voor. Bij slechts 2 van de 21 in Nederland voorkomende vleesmuissoorten is het virus aangetroffen. Bij de laatvlieger - Eptesicus serotinus - en de meervleermuis - Myotis dasycneme - is het virus wel aangetroffen. Bij de eerste soort opmerkelijk vaker dan bij de laatste. Het rabiësvirus dat bij deze vleermuizen wordt gevonden is niet dezelfde als die hondsdolheid bij bijvoorbeeld vossen of andere landzoogdieren veroorzaakt. Bij de landzoogdieren wordt de hondsdolheid veroorzaakt door het 'klassieke rabiësvirus', oftewel het zogenaamde type 1 virus. Het European Bat Lyssavirus (EBLV) is verantwoordelijk voor de rabiësbesmettingen bij de Nederlandse vleermuizen. Dit virus wordt ook wel het type 5 virus genoemd. Van het Lyssavirus zijn inmiddels 7 soorten bekend.
Raak nooit zomaar een -levende of dode- vleermuis aan!
Preventie en behandeling
Een besmetting met het virus is te voorkomen door contact met (zwerf) honden en katten bijvoorbeeld op vakantie zoveel mogelijk te voorkomen. Blijft ervan weg en aai ze niet. Ben je toch gebeten door zo'n dier en is niet bekend of het hondsdolheid heeft zoek dan altijd zo snel mogelijk medisch advies en hulp. Was de wond onmiddellijk uit met water en zeep en ontsmet deze. Wordt het dier verdacht van een besmetting met het rabiësvirus dan dient een eventuele behandeling zo snel mogelijk plaats te hebben. Mensen worden dan over het algemeen een paar maal behandeld met een vaccin of antistof, zelfs als ze al gevaccineerd zijn. Bij een niet-tijdige behandeling is de ziekte ook voor mensen dodelijk.Ook mensen kunnen zich dus laten inenten tegen rabiës, dit wordt echter alleen aanbevolen bij mensen die langere tijd (vanaf 6 weken) in Azië, Afrika of Zuid-Amerika (gaan) verblijven. Daarnaast wordt vaccinatie aanbevolen bij mensen die (beroepshalve of hobbymatig) veel met vleermuizen in aanraking komen.