Hondsdolheid bij Nederlandse vleermuizen; opgepast!
Nederland is op dit moment officieel vrij van hondsdolheid (rabiës). Bij vleermuizen wordt rabiës echter sinds 1987 in ons land toch regelmatig gevonden. Hondsdolheid komt niet bij alle vleermuizensoorten voor. Toch is het verstandig bij het vinden van een gewonde, zieke of dode vleermuis er vanuit te gaan dat deze besmet is. De beste raad is daarom: blijf er vanaf!
Het virus
Hondsdolheid of rabiës wordt veroorzaakt door een virus, het Lyssavirus. Het virus kan het zenuwstelsel van zoogdieren - dus ook die van de mens- aantasten en zich vanuit de zenuwbanen naar de hersenen verplaatsen. Als het zenuwstelsel is aangetast is de ziekte dodelijk. Jaarlijks gaan er over de hele wereld meer dan 55.000 mensen dood aan rabiës. En maar liefst 10 miljoen mensen op de gehele wereld hebben jaarlijks een behandeling nodig na blootstelling aan het virus. In Nederland komt de ziekte bijna niet voor. Er zijn twee geregistreerde gevallen van mensen die besmet bleken te zijn met het hondsdolheidvirus. Een in 1962, de ander in 1976. In heel West-Europa zijn tussen 2000 en 2005 9 menselijke ziektegevallen geregistreerd.
Het virus wordt door een besmet dier via het speeksel overgedragen. Je kunt dus besmet raken doordat een hondsdol dier je bijt, maar ook als het je likt of krabt. Via wondjes, maar ook via de slijmvliezen van de ogen of mond, kan het virus het lichaam binnendringen.
Nederland is, net als een aantal andere Europese landen, op dit moment officieel vrij van hondsdolheid (rabiës). Bij vleermuizen wordt rabiës echter sinds 1987 in ons land toch regelmatig gevonden.In Nederland komt hondsdolheid niet bij alle vleermuizensoorten voor. Bij slechts 2 van de 21 in Nederland voorkomende vleesmuissoorten is het virus aangetroffen. Bij de laatvlieger -
Eptesicus serotinus - en de meervleermuis -
Myotis dasycneme - is het virus wel aangetroffen. Bij de eerste soort opmerkelijk vaker dan bij de laatste. Het rabiësvirus dat bij deze vleermuizen wordt gevonden is niet dezelfde als die hondsdolheid bij bijvoorbeeld vossen of andere landzoogdieren veroorzaakt. Bij de landzoogdieren wordt de hondsdolheid veroorzaakt door het 'klassieke rabiësvirus', oftewel het zogenaamde type 1 virus. Het European Bat Lyssavirus (EBLV) is verantwoordelijk voor de rabiësbesmettingen bij de Nederlandse vleermuizen. Dit virus wordt ook wel het type 5 virus genoemd. Van het Lyssavirus zijn inmiddels 7 soorten bekend.
Raak nooit zomaar een -levende of dode- vleermuis aan!
Preventie en behandeling
Een besmetting met het virus is te voorkomen door contact met (zwerf) honden en katten bijvoorbeeld op vakantie zoveel mogelijk te voorkomen. Blijft ervan weg en aai ze niet. Ben je toch gebeten door zo'n dier en is niet bekend of het hondsdolheid heeft zoek dan altijd zo snel mogelijk medisch advies en hulp. Was de wond onmiddellijk uit met water en zeep en ontsmet deze. Wordt het dier verdacht van een besmetting met het rabiësvirus dan dient een eventuele behandeling zo snel mogelijk plaats te hebben. Mensen worden dan over het algemeen een paar maal behandeld met een vaccin of antistof, zelfs als ze al gevaccineerd zijn. Bij een niet-tijdige behandeling is de ziekte ook voor mensen dodelijk.
Ook mensen kunnen zich dus laten inenten tegen rabiës, dit wordt echter alleen aanbevolen bij mensen die langere tijd (vanaf 6 weken) in Azië, Afrika of Zuid-Amerika (gaan) verblijven. Daarnaast wordt vaccinatie aanbevolen bij mensen die (beroepshalve of hobbymatig) veel met vleermuizen in aanraking komen.
Wat te doen als je een gewonde, zieke of dode vleermuis vindt:
Allereerst:
Blijf er vanaf!!!. Zorg ook dat andere (mensen of dieren) geen contact maken met het dier. Zet bijvoorbeeld een bloempot of desnoods een bakje of een emmer over het dier heen. Is er
toch contact geweest handel dan volgens onderstaand schema:
- Indien een mens is gebeten of gekrabd door een vleermuis: Neem direct contact op met de huisarts of de locale GGD. Was de wond uit met water en zeep en behandel na met jodiumtinctuur of alcohol (70%). Het contact met de vleermuis zal daarnaast moeten worden gemeld -door de huisarts- bij het klantencontactcentrum van de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) via 0800 0488. De NVWA regelt dat de vleermuis wordt vervoerd van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) voor (spoed) onderzoek op hondsdolheid.
- Indien een mens een (dode) vleermuis alleen maar heeft aangeraakt moet er toch zo spoedig mogelijk contact worden opgenomen met de huisarts of GGD omdat er een -theoretische- kans bestaat dat er toch een besmetting met het virus kan optreden. Ook deze vleermuis dient te worden onderzocht.
- Als je huisdier -hond of kat- contact heeft gehad (gebeten door,gespeeld met, gevangen of in de bek gehad) met een vleermuis neem dan zo spoedig mogelijk contact op met je dierenarts. Deze zal adviseren je hond of kat onmiddellijk te laten vaccineren tegen hondsdolheid. Voorheen zou de dierenarts contact opnemen met het centrale meldpunt dierziekten van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie om het voorval te melden en de vleermuis zo mogelijk in te sturen voor onderzoek op rabiës. Dit is echter niet meer nodig als de vleermuis alleen in contact is geweest met het huisdier. Vleermuizen worden alleen nog onderzocht op rabiës als er risicocontact is geweest met mensen.
- Als een vleermuis wordt gevonden en er heeft geen direct contact tussen dit dier en een mens of (huis)dier plaatsgevonden dan kan men voor hulp terecht bij een regionale vleermuizendeskundige. Zie daarvoor www.vleermuis.net Dode vleermuizen die geen contact hebben gehad met mens of dier kunnen wel worden ingezonden naar het CVI voor onderzoek op hondsdolheid. Neem eventueel contact op met uw dierenarts voor meer informatie hierover.
Een vleermuis die direct contact gehad met een mens moet worden onderzocht op hondsdolheid!!! Raak het niet aan maar zet bijvoorbeeld een bloempot over het dier heen.