Kinderen en sterven
Wanneer een familielid overlijdt zullen kinderen heel anders reageren dan volwassenen. De leef- en denkwereld van een kind is anders dan die van een volwassene en een kind denkt vanuit zichzelf. Zoals hij de wereld ervaart zo doet iedereen dat.
Kinderen en de dood
Een kleuter ziet de dood als tijdelijk en omkeerbaar. Een geloof, dat versterkt wordt door stripfiguren, die “sterven” en weer “tot leven komen” Kinderen tussen 5 en 9 jaar denkt al wat meer als een volwassenen, maar geloven nog steeds dat zoeiets niet zal gebeuren met iemand, die zij kennen.
Ouders zullen zich bewust moeten zijn van de normalen kinderreacties op een sterfgeval in de familie, maar ook op de signalen, die zichtbaar zijn als het kind het heel moeilijk heeft. Het is vrij normaal, dat een kind in de eerste weken na het sterven van een gezinslid geen verdriet voelt en volhardt in de overtuiging, dat het gezinslid nog leeft. Maar als op lange termijn de dood wordt ontkent of verdriet wordt vermeden is dat een ongezonde reactie. Dit kan leiden tot ernstige problemen. Een kind, dat bang is voor het bijwonen van de begrafenis moet niet worden gedwongen om te gaan. Tijdens de dienst ervoor is het goed om het kind bijvoorbeeld iets te laten doen: een kaars aansteken, een gedicht voorlezen of een gebed uitspreken.
Verdriet uiten
Zodra een kind de dood aanvaardt, zullen ze op hun eigen manier hun verdriet uiten. Misschien willen ze over hun gevoelens praten. Dit kan gedurende een lange tijd zijn en vaak op onverwachte momenten. Het is goed om als nabestaande zoveel mogelijk tijd door te brengen met het kind en duidelijk laten merken,dat het toestemming heeft om zijn gevoelens te uiten. Het is goed om het kind te laten merken, dat je als volwassene ook verdriet hebt of boos bent.
De persoon, die is overleden was van essentiëel belang in het leven van het kind. Daarom is boosheid ook een natuurlijke reactie. Deze boosheid kan het kind laten zien door luidruchtig spel, nachtmerries, prikkelbaarheid of storend gedrag. Vaak zal de boosheid gericht zijn tegen de overgebleven gezinsleden.
Als het een van de ouders is, die is overleden, dan kan een kind terugvallen in gedrag, dat niet bij zijn leeftijd hoort, maar bij een jonger kind. Hij kan veeleisend worden, voortdurend aandacht trekken op een negatieve manier, maar het kan ook zijn, dat hij stil op schoot wil zitten.
Signalen van een kind in nood
Kleuters denken nog egocentrisch, dat wil zeggen, dat zij het middelpunt van de wereld en de geschiedenis zijn. Daardoor zal een kleuter denken, dat hij de oorzaak is van het sterven van oma, papa of het broertje. Ook zeggen kindereen weleens: ik wou, dat je dood was. Ze voelen zich dan schuldig, dat hun “wens” is uitgekomen.
Er zijn enkele signalen, die laten zien, dat kind in nood is:
- Een langere periode van depressie waarin het kind zijn interesse in de dagelijkse activiteiten en het spelen verliest.
- Niet meer kunnen slapen, niet meer willen eten, een aanhoudende angst om alleen te zijn.
- Overmatig imiteren van de overleden persoon.
- Blijven ontkennen, dat de persoon er niet meer is.
- Niet meer met vriendjes willen spelen.
- Sterke daling van de schoolprestaties.
- Niet meer naar school willen gaan.
Deze signalen wijzen erop, dat professionele hulp nodig kan zijn. Een kinderpsycholoog kan het kind helpen met het aanvaarden van de dood en het kind te helpen met het rouwproces en het verdriet een plek te geven.