Normale angsten bij kinderen
Kinderen hebben tijdens hun ontwikkeling vaak specifieke angsten, die heel normaal zijn. Iedereen is wel eens bang of angstig, maar de situatie waarin we bang zijn en hoe we ermee omgaan, varieert naargelang de fase in de ontwikkeling. Waarvoor hebben kinderen angst en hoe ga je ermee om?
Angst is iets heel normaal, we hebben er allemaal wel eens last van. Het speelt een belangrijke rol in het leven en dient eigenlijk om onszelf te beschermen in bedreigende situaties. Angst is een soort van overlevingsmechanisme. Angst zorgt voor een zekere spanning in het lichaam waardoor men zich gaat concentreren op de prestatie en het zorgt er ook voor dat we voorzichtig zijn.
Angst bij jonge kinderen
Kinderen hebben verschillende angsten die samenhangen met hun verstandelijke ontwikkeling. Hoe meer een kind van de wereld ziet en leert kennen, hoe meer factoren er zijn waarvoor het bang kan worden. Ook specifieke ervaringen kunnen een angst veroorzaken. Per ontwikkelingsfase van het kind zijn er andere specifieke angsten, die verdwijnen naarmate het kind ouder wordt en misschien later nog weer terugkeren, in dezelfde of in een andere vorm.
We bespreken enkele veelvoorkomende angsten bij jonge kinderen.
Angst voor geluiden
Baby's zijn meestal bang voor harde en plotse geluiden. Ook oudere kinderen tussen 2 en 4 jaar zijn vaak nog bang voor bepaalde geluiden zoals dat van een overvliegend vliegtuig of van onweer.
Angst voor het donker, voor monsters en enge beestjes
Tussen 2 en 4 jaar hebben kinderen een enorme fantasie. Ze kijken tekenfilms, krijgen verhaaltjes voorgelezen en spelen met poppetjes in de vorm van monstertjes en trollen. Net die fantasie bezorgt hen soms angsten: 's avonds in het donker wordt alles angstaanjagend. Een bewegend gordijn wordt een spook, en onder het best zit vast een krokodil. In deze fase van de ontwikkeling van een kind is het voor hen vaak moeilijk om verhaaltjes van de realiteit te onderscheiden. Als ouder is het daarom wel belangrijk om het kind regelmatig uit die fantasie te halen en terug te brengen naar de realiteit.
Scheidingsangst
Tussen 8 en 18 maanden hebben kleine kinderen het meest last van scheidingsangst. Ze zijn verdrietig als iemand uit hun vertrouwde omgeving weggaat en beseffen niet dat mama of papa zometeen terugkomt. Deze angst komt in principe bij elk kind voor, maar bij de ene is het angstgevoel sterker dan bij de andere. Meestal duurt deze angst tot de leeftijd van 3 jaar, vanaf die leeftijd voelen ze zich ook comfortabel in de aanwezigheid van 'vreemden'.
Angst voor een ingrijpende gebeurtenis
Wat voor ons een gewone gebeurtenis is, kan voor de kleuter zeer 'ingrijpend' zijn en angst inboezemen. Zo kan een kind bang zijn als je met het gezin een uitstapje maakt met de trein.
Ook grotere gebeurtenissen kunnen het kind bang maken, zoals de scheiding van de ouders of de komst van een broertje of zusje. Kinderen stellen zich hier vaak vragen bij en zien zichzelf wel eens als de oorzaak van de gebeurtenis. Kleuters denken dat papa weggegaan is omdat ze niet braaf zijn geweest, of vrezen dat mama en papa hem niet graag meer zullen zien nu er een tweede kindje in het gezin is.
Omgaan met de angsten
Als ouder kan je niet vermijden dat je kind bang wordt voor bepaalde situaties, het hoort gewoon bij de ontwikkeling. Je kan je kind wel bijstaan en proberen over zijn angsten heen te helpen.
Praten en informatie geven
Als een kind angstig is op jonge leeftijd, komt dat vaak omdat het de situatie waarvoor het bang is nog niet helemaal kan inschatten of begrijpen. Als je kind bang is en begint te huilen als je weggaat, kan het helpen om te vertellen waar je naartoe gaat en wanneer je zal terugkomen. Zo weet het kind dat je niet voor altijd weggaat en kan het rustiger worden.
Ook praten over de angst kan helpen. Dit gebeurt best overdag, zodat het kind 's avonds niet naar bed hoeft met de 'verse' gedachte aan zijn angst.
Angst ernstig nemen
Probeer de angsten van je kind niet weg te lachen en geef hem zeker niet het gevoel dat hij zich aanstelt of flauw doet. Angsten zijn heel normaal en een kind mag ook bang zijn, daar is niets flauw aan. Probeer je kind te begrijpen, troost hem en zeg eventueel iets als "mama is ook wel een keer bang" zodat hij zich minder apart voelt. Probeer als ouder wel om niet de hele tijd op de angst te focussen. Dat voelt een kind aan, en het kan de angst nog versterken.
Hulp bieden om de angst in kleine stapjes te overwinnen
Angsten kunnen overwonnen worden, in kleine stapjes. Je kan je kind daarbij helpen! Als je zoon of dochter bang is in het donker, kan je tijdelijk een klein nachtlampje aanlaten in de slaapkamer. Stilaan bouw je het gebruik van het lampje af tot het kind helemaal in het donker durft te slapen. Als je kind graag troost zoekt bij een knuffelbeer of doekje, laat dit dan zeker toe! Het helpt het kind om zijn angsten zelf te overwinnen.
Hulp zoeken
Als de kinderangsten echt buitengewone proporties aannemen en je als ouder niet voldoende hulp kan bieden, kan het aangewezen zijn hierover te spreken met kind en gezin of met een kinderarts.