Negatieve gedachten loslaten door boeddhistische kijk
Het doel van echte boeddhisten is compleet in vrede te leven met een blijvende staat van sereniteit, door het geestelijk lijden op te geven. Hoewel echt boeddhistisch worden voor de meeste mensen een stapje te ver is, omdat om compleet verlost te zijn van geestelijk lijden óók inhoudt dat men moet afzien van zaken die voor de gemiddelde mens veel betekenen, is er wel veel van te leren. Vooral de manier waarop boeddhisten tegen negatieve gedachten aankijken, kan waardevol zijn in het goed leren omgaan met deze gedachten.
Wie was Boeddha?
Wie was Boeddha eigenlijk? Boeddha was een gewoon mens, genaamd Siddharta Gautama. Hij hield zich niet bezig met natuurkundige theorieën, het uitvinden van een nieuwe telescoop of zelfs religieuze kwesties. Daarom kan het boeddhisme meer als psychologische methode gezien worden en niet als een religieuze. Siddharta’s doel was puur tot de bodem van het geestelijk lijden te gaan en dit op te heffen. Hij had dit als levensdoel gemaakt. Toen hij zijn doel eenmaal had bereikt, onderwees hij anderen over zijn methode om dit doel te bereiken.
Voor het opheffen van het lijden, heeft Siddharta het 'edele achtvoudige pad' samengesteld. Uit dit edele achtvoudige pad kunnen we afleiden hoe Siddharta en zijn boeddhistische volgelingen tegen het negatieve denken aankeken (of überhaupt het concept denken). Het achtvoudige pad bestaat uit de volgende onderdelen:
- juiste aandacht
- juiste concentratie
- juiste kennis
- juiste gedachten
- juist handelen
- juiste woorden
- juiste levensonderhoud
- juiste inspanning
Vooral het pad juiste concentratie, waarvoor het pad juiste inspanning nodig is, is een belangrijk pad die ons vertelt hoe boeddhisten met het negatieve denken om zouden gaan.
Hoe moeten we ermee omgaan?
De juiste concentratie betekende volgens Boeddha de onbevangen observatie van de eigen geest. Onbevangen observatie is eigenlijk het tegenovergestelde van wat de meeste mensen doen. Wanneer de meeste mensen namelijk een negatieve gedachte hebben, zoals 'ik ben een mislukkeling', identificeren zij zichzelf met die gedachten (het ego neemt het voor waar aan) en daar zit het grote probleem. Dit is volgens het boeddhisme verkeerd. Juist als een stel vogels die in de lucht rondzweven, zo moeten we er tegen aankijken. We moeten er zo tegen aankijken, omdat negatieve gedachten maken dat we lijden, maar denken dat lijden produceert is nooit vrijwillig! Werkelijk niemand produceert opzettelijk lijden in zichzelf omdat we allemaal het oerinstinct van overleven hebben.
Volgens het boeddhisme worden deze 'lijdensgedachten' juist autonoom geproduceerd door ons onderbewuste (ofwel geheugen). In ons geheugen zitten, zonder dat we het doorhebben, allerlei trauma's verstopt (alle angsten, verliezen, onzekerheden, mislukkingen). Dit zijn eigenlijk spanningen die achterblijven in onze zenuwbanen. Deze trauma's in ons geheugen duiken zo nu en dan weer op in de vorm van de negatieve gedachten, maar dit gebeurt dus autonoom van onszelf. Zoals Siddharta zei, ‘denken is een autonome plant, gevoed door je verlangens en met zijn wortels diep in je angst.'
Hoe word ik observator?
Een echte boeddhist is zich feitelijk altijd bewust van het automatisme van zijn eigen denken en stelt zich altijd als onbevangen observator op: hij laat zich niet tot slaaf van zijn denken maken. Het onbevangen observeren vergt een grote wil omdat onze geest automatisch op onze negatieve gedachten ingaat, daarom is het pad van de juiste inspanning nodig om deze cirkel te doorbreken. Naarmate je er meer mee oefent, zal het steeds makkelijk worden.
Laat ten allereerste goed het besef doordringen dat denken een automatisme is van je onbewuste geest, waar je ook bent. Je hoeft er niet constant aan te denken, maar het is in je geest aanwezig. Het is net zoals je naam, je loopt niet voortdurend met je eigen naam in je hoofd rond, maar wanneer iemand je naam vraagt herinner je hem onmiddellijk. Leg jezelf er consequent op toe, je negatieve gedachten zullen hun kracht verliezen. Ze zullen er zijn, maar ontdaan van hun venijn.
Voordat je nu echt goed kunt beginnen met het oefenen van het onbevangen observeren van gedachten, moet je jezelf eerst kalmeren. Dit doe je door de ademhaling. Hierdoor kalmeert het lichaam en daarmee volgt de geest. Adem, lichaam en geest staan in verband met elkaar. Omdat ademhaling het meest eenvoudige proces is, kan je je hierop concentreren. Haal een paar keer diep adem met je volle longen, zolang als je zelf goed vindt. Ontspan met behulp van je ademhaling je lichaam. Blijf je adem kalm houden en observeer daarbij onbevangen de gedachten en emoties die in je opkomen. Besef dat je gedachten worden geproduceerd door het onbewuste. Doe deze oefening zo vaak als je wilt, liefst meerdere keren per dag waar je ook bent, lange sessies zijn niet nodig! Kort en frequente sessies werken ook al.