Geloof in vampiers versterkt door mysteries
De schrijver Colin Wilson stelt dat er een oorzaak moet zijn voor de vampierverhalen die plotseling in Europa de ronde deden. Er moest iets gebeurd zijn, want hij achtte het onwaarschijnlijk dat alle verhalen op verbeelding zouden berusten.
Versterkt door mysteries
Colin Wilson wijst erop dat het geloof in het bestaan van vampiers kan zijn versterkt door een aantal onverklaarbare gebeurtenissen rond grafplaatsen. Een zo'n merkwaardig geval betrof de 'onrustige grafkelder' van de familie Elliott op het eiland Barbados.
De onrustige grafkelder
Het begin
In 1807 werd in de grafkelder van de familie Elliott op het eiland Barbados het stoffelijk overschot bijgezet van een zekere mevrouw Thomasina Goddard. Een jaar later (in 1808) werd een kind dat Mary Chase heette er ter aarde besteld. In 1812 volgden nog twee leden van de familie Chase. Bij de vierde begrafenis zagen de familieleden de kist van het kind op één van de smalle zijkanten staan, terwijl de kist van mevrouw Dorcas Chase naar de overkant van het gewelf was gesmeten. Met de derde kist, waarin mevrouw Goddard lag, was niets gebeurd. De drie kisten werden weer netjes op hun plaatsen gebracht.
Het vervolg
De grafkelder werd in 1816 weer geopend. De kist van mevrouw Goddard stond nog op de oude plaats. De overige kisten waren in het rond gesmeten. Nadat hetzelfde zich nog eens had voorgedaan, stelde Lord Combermere (de gouverneur van Barbados) een onderzoek in. Op 17 juli 1819 liet hij de vloer van de grafkelder met fijn zand bestrooien en een marmeren plaat voor de opening van de deur vast metselen. Op 18 april van het daarop volgende jaar liet de gouverneur door een ploeg arbeiders het graf openbreken. In het gezelschap van de gouverneur bevonden zich:
- zijn militair secretaris, majoor J. Finch;
- de plaatselijke rector, Thomas Orderson;
- Nathan Lucas;
- nog twee andere personen.
Met grote moeite werd de marmeren deurplaat verwijderd. Binnen ontdekte men opnieuw chaos. Het stond nu wel vast dat geen menselijke indringer die wanorde veroorzaakt kon hebben. Alleen de reeds vermolmde kist van mevrouw Goddard was niet aangeraakt.
Opmerking
Het mysterie is nog altijd niet opgelost en het feit dat er in drie van de zes kisten mensen lagen, die een gewelddadige dood gestorven waren, maakt de zaak nog ingewikkelder.
Ondersteuning van de legende
Verrassend veel materiaal ondersteunt de legende van de vampier. Een groot deel van dat materiaal werd verzameld door legerartsen. In het dorpje Meduegna (bij Belgrado) in voormalige Joegoslavië onderzocht een groep artsen een om zich heen grijpende vampirische ziekte. Op 7 januari 1732 werd een medisch rapport ondertekend door de artsen Johannes Flickinger, Isaac Seidel en Johannes Baumgartner, alsmede door een luitenant-kolonel en een onderluitenant uit de hoofdstad Belgrado. Daarbij getuigden zij van een onderzoek naar 14 lijken. Slecht twee daarvan (een moeder en haar kind) werden in een normale staat van ontbinding aangetroffen. De andere lijken waren 'onmiskenbaar in een vampier-toestand'.
Verspreiding
Halverwege de 18de eeuw overspoelden berichten over vampirisme Oost-Europa. Een dokter merkte daarover op: "Het verspreidt zich als de pest door heel Slavië en Walachije en laat veel doden achter. Het hele land wordt beroerd door vrees voor de geheimzinnige bezoekers van de nacht, voor wie niemand zich veilig voelen kan".
Hongaarse soldaat
Bezoek van de oude man
Een Hongaarse soldaat was gelegerd bij een boerderij aan de Oostenrijks-Hongaarse grens. Op zekere avond, toen hij met de boer en zijn familie aan tafel zat, voegde zich een oude man bij hen. Het viel de soldaat op dat de familie vreselijk bang was. De man raakte alleen de schouder van de boer aan en ging weer weg. De volgende ochtend hoorde de soldaat dat de boer was gestorven. De familie vertelde hem dat de oude man de vader was van de boer. Deze vader was al tien jaar dood. Het bezoek van de oude man aan zijn zoon kondigde diens dood aan.
Het paniek
Later vertelde de soldaat het verhaal aan andere soldaten van zijn regiment en de oude man werd weldra een vampier genoemd. Hij had bij zijn zoon dan wel geen bloed gedronken, maar zijn verschijning bewees - volgens de soldaten - dat hij tot de 'levende doden' behoorde. De gebeurtenis zaaide paniek.
Het onderzoek
De ware toedracht van het verhaal van de soldaat werd door de bevelhebber, enige officieren en een arts onderzocht. De familie van de boer werd onder ede gehoord, de dorpelingen moesten getuigen en ten slotte werd het gaf van de oude man geopend. Zijn lichaam zag eruit alsof de man kortgeleden was gestorven, in plaats van tien jaar eerder. De commandant meende dat het leek alsof het bloed nog door zijn aderen stroomde. Daarop gaf de commandant het bevel het hoofd van het lichaam af te hakken. Vervolgens werd het lijk weer in het graf gelegd.
De andere vampier
Tijdens het onderzoek kregen de officieren een verhaal te horen over een andere vampier, die om de tien jaar terugkeerde om het bloed van familieleden te drinken. Opvallend in die verhalen was, dat familieleden of minnaars van de vampier meestal het eerst door hem werden aangevallen. Het betrof een uitermate kwaadaardige vampier. In een afgelegen dorp in voormalig Joegoslavië had hij binnen veertien dagen drie van zijn nichten en een broer gedood. Hij werd betrapt, toen hij juist aan zijn vijfde slachtoffer (weer een lieftallige nicht) wilde beginnen, maar hij wist te ontsnappen.