De verschillende soorten dood
Er bestaan verschillende soorten dood. Zo kun je hersendood zijn, klinisch dood, biologisch dood of juridisch dood. Wat zijn de verschillen? En ben je bij elke dood ook daadwerkelijk fysiek dood, ofwel overleden? In de geneeskunde hebben ze niet voor niets verschillende aanduidingen voor de dood bedacht. Wat betekenen deze vormen van dood? U leest het hier.
Klinisch dood
Deze vorm van dood is daadwerkelijk dood. Er is geen teken van leven meer in het lichaam terug te vinden. Wel is er tijdens de periode van de klinische dood nog een korte tijd waarin iemand terug naar het leven gehaald kan worden. In de geneeskunde maken ze bij het vaststellen van een klinische dood gebruik van het testen van ABC, Ademhaling, Bewustzijn en Circulatie. Met circulatie wordt de bloedsomloop bedoeld. Wanneer het ABC binnen het lichaam verdwenen is, kan worden vastgesteld dat iemand klinisch dood is. Dit is de fase waarin iemand door middel van reanimatie nog terug gehaald kan worden en weer nieuw leven in kan worden geblazen. Het aantal minuten van deze periode verschilt per persoon. Dit is mede afhankelijk van de leeftijd, de conditie, de gezondheid en de oorzaak. Meestal duurt het gemiddeld vijf minuten voor de klinische dood over gaat in de biologische dood.
Biologisch dood
Wanneer iemand biologisch dood is verklaard, is deze persoon daadwerkelijk en onherroepelijk overleden. Deze dood volgt na de klinische dood, maar bijvoorbeeld ook na de hersendood. Biologisch dood betekent dat de cellen in het lichaam, en dan voornamelijk de hersencellen, in die mate beschadigd zijn dat de schade onherstelbaar is. Het is niet meer mogelijk iemand met succes te reanimeren en het leven is zeker beëindigd.
Hersendood
Ook bij hersendood is herstel uitgesloten. Wel is iemand die hersendood wordt verklaard een perfecte donor, omdat het een donor is met een zogenoemd kloppend hart. Wanneer iemand hersendood is, zijn de hersencellen zo beschadigd dat deze de vitale hersenfuncties niet meer kan uitvoeren. Eigenlijk doet het lichaam niets meer. De zintuigen werken niet meer, er is geen hersenactiviteit en de persoon ervaart geen pijn of wat dan ook. Via een EEG, een elektro-encefalogram, wordt de elektrische activiteit van de hersenen vastgesteld. Wanneer deze totaal geen activiteit meer vertonen is iemand officieel hersendood. Wel bestaat er de mogelijkheid dat het hart spontane activiteit vertoond, maar omdat de persoon niet zelfstandig kan eten, drinken of ademen is leven niet meer mogelijk. Wanneer artsen of dierbaren besluiten de medicatie, de beademing en de voeding stopt te zetten, zal de biologische dood snel intreden.
Juridisch dood
Een persoon die officieel hersendood is, is voor de wet ook al officieel overleden, ongeacht of deze nog ‘in leven wordt gehouden’ door machines. De vitale functies kunnen nog blijven werken door middel van de hulpmiddelen die ziekenhuizen tegenwoordig tot hun beschikking hebben. In de periode wanneer iemand hersendood is, en nog niet biologisch dood, is het volgens de wet toegestaan organen te verwijderen en de doneren aan hulpbehoevenden. De persoon is in dit geval juridisch dood en kan al fungeren als donor terwijl deze nog niet biologisch dood is verklaard.
Ook wanneer iemand langdurig op de lijst van vermiste personen staan kan deze persoon juridisch dood verklaard worden. Bij deze mensen is het niet bewezen dat zij inderdaad inmiddels zijn overleden of zij misschien in een ander land een nieuw leven hebben opgebouwd. Er is dus ook geen sprake van een lijk dat officieel dood verklaard kan worden. Deze personen kunnen na verloop van tijd juridisch dood verklaard worden, zodat zij uit het bevolkingsregister kunnen worden gehaald. De wet ziet dit dan als een officiële doodverklaring, maar dan zonder stoffelijk overschot en zonder bewijs van overlijden.
Overige vormen van dood
In de wereld van de gelovigen bestaat er ook een term ‘geestelijk dood’. Deze term komt uitsluitend voor bij religies en heeft niets te maken met het fysiek overlijden van iemand.
Daarnaast is er ook de zogeheten ‘burgerlijke dood’. In het verleden werd deze term gebruikt als een straf die door de wet werd opgelegd. Deze straf hield in dat de strafnemer alle rechten en al zijn/haar bezitten verloor. De Nederlandse grondwet stelde vast dat de burgerlijke dood niet als straf kon worden opgelegd.