Lichamelijk onderzoek

Wanneer u in aanraking komt met een arts zal deze na een kort gesprek een lichamelijk onderzoek verrichten. In dit artikel zal meer uitleg en duidelijkheid komen over wat het lichamelijk onderzoek precies is en waarop er door de arts gelet wordt.

Lichamelijk onderzoek

Wanneer de arts het verhaal van u als patiënt aangehoord te hebben zal de arts overgaan op lichamelijk onderzoek. Wanneer uit u verhaal blijkt dat de klachten vanuit de enkel komen dan zal de arts gericht lichamelijk onderzoek kunnen verrichten bij de onderste extremiteiten. Toch zijn er ook minder eenvoudige klachten en zal er een algeheel lichamelijk onderzoek nodig zijn.

Lichamelijk onderzoek: Dit onderzoek is nodig om aanwijzingen van bestaan van een ziekte te vinden.

De arts maakt bij het onderzoek gebruik van ogen, oren en tastzintuigen. Het lichamelijk onderzoek op zich zal bestaan uit:

• inspectie: kijken naar afwijkingen
• percussie: bekloppen
• auscultatie: beluisteren
• palpatie: betasten
• toucheren: inwendig onderzoek

Inspectie

De arts gaat kijken naar uiterlijke verschijnselen van een ziekte. De inspectie is erg belangrijk en dit is dan ook het onderdeel waarmee lichamelijk onderzoek begint. De arts observeert het gedrag, bewustzijn, houding, manier van praten en bewegen, opvallende kleurveranderingen en anatomische afwijkingen.

De arts kijkt bij de inspectie naar de

• Huid en slijmvliezen: verkleuring, verandering structuur
• Hoofd: aandacht voor de ogen, oren, neus, mond- en keelhote
• Hals: vorm, zwelling, beweeglijkheid tijdens praten en slikken
• Borstkas: bouw en ademhalingsbewegingen
• Buik: vorm
• Rug: vorm en beweeglijkheid
• Extremiteiten (armen en benen): beweging en rusttoestand

Percussie

De arts beklopt het gebied wat hij wilt onderzoeken en luistert naar het terugkomende geluid. Zo zal er bij het bekloppen van de longen een holle toon te horen zijn.

Auscultatie

De arts gaat met behulp van een stethoscoop op zoek naar de werking van organen. Dit doet hij door te luisteren naar geluiden die door de organen worden voortgebracht. Dit onderzoek is vooral geschikt om geluiden van het hart, grote bloedvaten, longen en darmen waar te nemen.

Palpatie

Door middel van het betasten van het lichaam doet de arts onderzoek. Er wordt hierbij gelet op de grootte en vorm van verschillende delen van het lichaam. Er kan worden gekeken naar:

• Hoofd en hals: aandacht aan de ogen, kaakspieren, speekselklieren en lymfklieren
• Borstkas: aftasten van de ruimte boven het sleutelbeen, de ribben en het borstbeen. Bij vrouwen is er extra aandacht voor beide borsten
• Buikholte: onderzoek naar vorm van organen
• Rug: spieren, stand van de wervels ten opzichte van elkaar
• Extremiteiten: gelet op zwelling, kloppen van slagaderen in het been en op de temperatuur van gewrichten

Inwendig onderzoek

Dit onderzoek wordt via de schede en/of de endeldarm verricht. Er wordt dan gevoeld naar de toestand van de inwendige organen in het kleine bekken.