Derde bal: blessure aan het zitvlak bij wielrenners
Een pijnlijke blessure waar wielrenners nog weleens mee te kampen hebben is de zogenoemde 'derde bal'. Wat begint met een klein puistje in de bilnaad groeit door druk en wrijving in no time uit tot een heus ei. Normaal op je zadel zitten wordt hierdoor nagenoeg onmogelijk. Wie perse door wil fietsen gebruikt vaak een verdovende crème en desinfecterende zalf en eventueel een speciaal (open) zadel. De beste behandeling blijft echter nog steeds een operatie waarbij alle pus wordt verwijderd, gevolgd door rust.
Wat is een derde bal?
Wielrenners lopen niet alleen blessures op door valpartijen. Een pijnlijke wielerblessure die ontstaat door het uren aan een stuk op een zadel zitten is de zogenoemde '
derde bal'. In medische termen gaat het om een pseudocyste met centrale fibrinoïde necrose (een onderhuidse ophoping van afgestorven cellen) waar omheen zich stug bindweefsel vormt en waarbij sprake kan zijn van oedeem of een ontsteking. Door wrijving van de huid van het perineum tussen de zitbeenderen en het fietszadel kan deze aandoening ontstaan. De aandoening begint meestal met een furunkel, in vakjargon ook wel een steenpuist of knelbult genoemd. Dat kleine puistje kan binnen de kortste keren uitgroeien tot een behoorlijk ei. De benodigde wrijving ontstaat al snel bij het fietsen maar gaat meestal pas problemen opleveren wanneer men dit gedurende lange tijd aan één stuk doet. Zodoende komt de 'derde bal' met regelmaat voor bij professionele wielrenners, maar ook bij mensen die recreatief lange toertochten maken op een wielrenfiets.
De derde bal in het profwielrennen
Menig wielerprof heeft in zijn carrière met deze aandoening te kampen gehad. Er wordt wel gezegd dat Laurent Fignon er in 1989 de Tour de France door verloor toen hij in de slottijdrit niet optimaal kon presteren en op het laatste moment enkele seconden prijsgaf aan de nummer twee van het klassement, Greg Lemont. Ook renners als Joop Zoetemelk, Jan Raas, Erik Dekker, Bram Tankink en Oscar Freire kunnen er over meepraten. Zij hebben allen wel eens de Tour de France moeten rijden met een pijnlijk zitvlak en stapten er soms zelfs om af. Het kan eigenlijk gezien worden als de wielervariant van RSI, een soort beroepsziekte.
Behandeling van een derde bal
Profs die midden in een grote ronde dit soort problemen krijgen met hun zitvlak gebruiken de vreemdste middeltjes om dit te behandelen. Zo wordt soms gebruik gemaakt van een laserbehandeling en diverse soorten
crèmes waaronder uierzalf, verdovende zalf met lidocaïne of desinfecterende crème met broekenvet. Daarbij is het vooral belangrijk om na een lange inspanning de huid goed te desinfecteren om ontstekingen te voorkomen.
De enige echte oplossing voor een derde bal is een
operatieve ingreep waarbij de bal wordt opengesneden om alle pus eruit te laten lopen en het dode weefsel te verwijderen. Daarna moet men minimaal een week rust nemen.
Derde bal voorkomen
Het ontstaan van een derde bal lijkt bij de ene renner vaker voor te komen dan bij de ander. Hierin spelen verschillende factoren een rol. Zo heeft het bijvoorbeeld te maken met de dikte van de huid van het perineum en de mate waarin iemand transpireert. Hierop kan ook de mate van beharing op die plek een factor zijn. Hoe meer beharing, des te groter de kans dat een ontsteking ontstaat. De boosdoener is namelijk meestal een haarvaatje of haarzakje dat ontstoken raakt.
De allerbelangrijkste factor in het voorkomen van een derde bal is toch nog altijd goed materiaal. Dit gaat dan zowel om het zadel, de kleding en de afstelling van de fiets. Bij het zadel is het van belang dat de vorm goed is afgesteld op de renner. Sommige fietsers kunnen gebaat zijn bij gebruik van een
open zadel, gelzadel of een zadel dat speciaal gemaakt is ter voorkoming of voor gebruik bij zadelpijn. Ook is het van belang een goede
naadloze wielerbroek te dragen met daarin een zeem. Wie lange toertochten maakt zonder wielerbroek met zeem of drukverdelende padding vraagt om problemen.
Tot slot is de algehele conditie van het lichaam een factor. Wie lang op een wielrenfiets zit moet goed getraind zijn. Als je rompspieren niet optimaal getraind zijn dan kan dit ertoe leiden dat tijdens het fietsen het bekken te veel voorover kantelt. Dit vergroot de kans op overbelastingsblessures waaronder de derde bal.