Miller Fisher-syndroom: Neurologische aandoening
Het Miller Fisher-syndroom is een variant van het Guillain-Barré-syndroom en betreft een zeldzame, verworven neurologische aandoening. Deze aandoening wordt gekenmerkt door abnormale coördinatie (ataxie), verlamming van de oogspieren (oftalmoplegie) en afwezigheid van de peesreflexen (areflexie). Net als bij het Guillain-Barré-syndroom gaat een infectieziekte vaak vooraf aan de symptomen. Bijkomende symptomen kunnen spierzwakte en ademhalingsproblemen zijn. Bij de meerderheid van de patiënten met het Miller Fisher-syndroom wordt een specifiek antilichaam aangetroffen dat kenmerkend is voor de aandoening.
Epidemiologie van het Miller Fisher-syndroom
In Nederland worden jaarlijks ongeveer twintig nieuwe gevallen van het Miller Fisher-syndroom geregistreerd. Het syndroom komt voor bij 1% tot 5% van alle gevallen van het
Guillain-Barré-syndroom in westerse landen. Het Miller Fisher-syndroom komt tweemaal zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd waarop het syndroom zich aandient is 43 jaar, hoewel het op elke leeftijd kan voorkomen, van jongeren tot ouderen.
Oorzaken van de neurologische aandoening
Het Miller Fisher-syndroom wordt vaak beschouwd als een gevolg van een eerdere infectieziekte. De precieze oorzaak is echter nog onderwerp van onderzoek. Men vermoedt dat het immuunsysteem per ongeluk de eigen zenuwen aanvalt na een infectie.
Symptomen: Oogspierverlamming, evenwichtsproblemen en areflexie
Meestal ontwikkelt het Miller Fisher-syndroom zich binnen één tot vier weken na een infectieziekte van de darmen of luchtwegen. Het afweersysteem begint dan onterecht het eigen lichaam aan te vallen, wat leidt tot de symptomen van het syndroom. De symptomen verschijnen vaak binnen enkele dagen na de infectie. De belangrijkste symptomen zijn areflexie (afwezigheid van peesreflexen),
oftalmoplegie (verlamming van de oogspieren) en ataxie (coördinatiestoornissen). In het geval van het Miller Fisher-syndroom worden vaak eerst de zenuwgroepen in het hoofd aangetast, wat kan leiden tot dubbelzien en evenwichtsproblemen. Patiënten kunnen een onvaste gang vertonen, die lijkt op een dronkemansgang (
medische term: "
ataxie"). Reflexen kunnen geheel of gedeeltelijk afwezig zijn. Sommige patiënten ontwikkelen ook slikproblemen, spraakproblemen, blaasproblemen, algemene
spierzwakte en
tintelingen in de armen en
benen. De spieren kunnen verzwakt zijn door aantasting van het isolerende laagje (myeline) rond de zenuwen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De diagnose van het Miller Fisher-syndroom wordt klinisch gesteld op basis van de karakteristieke symptomen: areflexie, ataxie en oftalmoplegie. De neuroloog onderzoekt of de knie- en enkelpeesreflexen afwezig of verminderd zijn.
Diagnostisch onderzoek
Aanvullende diagnostische onderzoeken kunnen onder andere een bloedonderzoek en analyse van hersenvocht omvatten, waarbij gezocht wordt naar specifieke eiwitten die wijzen op het Miller Fisher-syndroom. Een
elektromyografisch onderzoek (EMG) is ook nuttig; dit meet de snelheid waarmee zenuwen elektrische prikkels doorgeven, die bij het syndroom doorgaans vertraagd is. Het is belangrijk dat artsen zich bewust zijn van de symptomen en deze niet verwarren met een ischemische
beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de
hersenen) of
TIA (transient ischemic attack: tijdelijke functie-uitval met neurologische problemen), vooral bij patiënten ouder dan veertig jaar.
Behandeling van de aandoening
In de meeste gevallen herstelt het Miller Fisher-syndroom snel en vaak gebeurt dit spontaan. De behandeling kan vergelijkbaar zijn met die voor het Guillain-Barré-syndroom en bestaat uit intraveneuze toediening van immunoglobuline (IVIg) of
plasmaferese (een behandelingsmethode waarbij antilichamen uit het bloed worden verwijderd). In zeldzame gevallen kan de aandoening na behandeling niet volledig genezen, wat kan leiden tot blijvende zenuwschade.
Prognose
De prognose voor de meeste patiënten met het Miller Fisher-syndroom is positief. Herstel begint meestal spontaan binnen twee weken tot twee maanden, met een gemiddeld herstel van ongeveer tien weken na het begin van de symptomen. De meeste patiënten herstellen vrijwel volledig binnen zes maanden. In minder dan drie procent van de gevallen treedt een recidief op.
Complicaties
- Chronische zenuwschade: In zeldzame gevallen kan het Miller Fisher-syndroom leiden tot blijvende zenuwschade, zelfs na behandeling. Dit kan resulteren in aanhoudende spierzwakte, gevoelloosheid of tintelingen.
- Ademhalingsproblemen: Hoewel zeldzaam, kunnen ernstige gevallen ademhalingsproblemen veroorzaken, die mogelijk ziekenhuisopname en kunstmatige beademing vereisen.
- Slik- en spraakproblemen: Bij sommige patiënten kunnen slik- en spraakproblemen optreden, die aanvullende therapie en ondersteuning kunnen vereisen.
- Recidief: In minder dan drie procent van de gevallen kan het Miller Fisher-syndroom terugkeren, wat kan leiden tot herhaling van symptomen en de noodzaak voor aanvullende behandelingen.
- Psychologische impact: De impact van het syndroom op de levenskwaliteit kan leiden tot psychologische stress, angst en depressie, wat aanvullende mentale gezondheidszorg kan vereisen.
Preventie van het Miller Fisher-syndroom
- Het is momenteel niet mogelijk om het Miller Fisher-syndroom te voorkomen, omdat de oorzaak vaak gerelateerd is aan een infectieziekte die niet altijd kan worden vermeden.
- Het tijdig behandelen van infectieziekten kan mogelijk helpen om het risico op het ontwikkelen van auto-immuunreacties te verkleinen.
- Een gezonde levensstijl en goede hygiëne kunnen bijdragen aan het verminderen van het risico op infecties, maar bieden geen garantie tegen het Miller Fisher-syndroom.