Het Baader-Meinhof fenomeen, iets nieuws ineens overal zien
Het Baader-Meinhof fenomeen is iets waar de meeste mensen onbewust ervaring mee hebben gehad, maar nooit een naam aan hebben gekoppeld. Bij het fenomeen leer je iets nieuws kennen, waarna dat nieuwe ineens overal opduikt terwijl je het daarvoor nooit hebt gezien. Je hersenen letten namelijk onbewust meer op dingen die je net hebt geleerd waardoor deze informatie meer opvalt. De term is bedacht door Terry Mullen omdat hij in 24 uur twee keer de term Baader-Meinhoff hoorde terwijl hij het daarvoor nooit was tegengekomen.
Wat is het Baader-Meinhof fenomeen?
Het Baader-Meinhof fenomeen speelt zich af wanneer iemand, vlak nadat diegene iets nieuws heeft geleerd zoals een woord, feitje, een uitdrukking of een object, datgene ineens steeds vaker tegenkomt. Het fenomeen is ook wel bekend in het Engels als 'frequency illusion' en 'recency illusion' vrij vertaald als respectievelijk 'frequentie illusie' en 'nieuwheid illusie'. De meeste mensen hebben onbewust al ervaring gehad met dit fenomeen zonder dat ze weten hoe het heet en wat de oorzaak is.
Bij het Baader-Meinhof fenomeen kan het lijken alsof ineens alles om je heen om deze nieuwe kennis draait. Iedereen heeft het erover, en je ziet het overal. Het lijkt haast alsof je gek wordt, maar dit is niet zo. Je komt alleen vaker in aanraking met deze nieuwe kennis omdat je er meer op let, niet omdat je gek wordt. Je brein zal deze informatie eerder opmerken omdat het over het algemeen beter let op nieuwe informatie. Een veel voorkomend voorbeeld is wanneer je een auto koopt. Ineens zul je diezelfde auto overal zien terwijl dit model je eerder niet was opgevallen. Het Baader-Meinhof fenomeen kan ook optreden wanneer je voor het eerst hoort over het Baader-Meinhof fenomeen. Wanneer je dit fenomeen nog niet kende, is de kans aanwezig dat je in de aankomende dagen en weken het fenomeen ineens vaker tegenkomt.
Hoe werkt het Baader-Meinhof fenomeen?
De professor taalwetenschapper aan de universiteit van Stanford, Arnold Zwicky heeft zijn theorie uitgelegd over hoe het fenomeen ontstaat. Het bestaat volgens hem uit twee psychologische processen. Ten eerste is er
selectieve aandacht wanneer we iets nieuws leren, hierdoor worden onze hersenen 'opgewonden'. Onbewust zul je je hierdoor meer letten op deze nieuwe kennis waardoor je het ineens vaker tegen zal komen. Daarnaast is er een
neiging naar bevestiging: wanneer we daadwerkelijk deze nieuwe informatie nog een keer zouden tegenkomen wordt dat door de hersenen gezien als een bevestiging dat de nieuwe informatie inderdaad overal voorkomt. Wat we ons vaak niet beseffen is dat deze informatie er ook geweest zou zijn, ook al hadden we het niet opgemerkt.
Hoe is de term ontstaan?
Hoe de term het 'Baader-Meinhof fenomeen' is ontstaan is niet helemaal bekend. Wat opvallend is, is dat het niet is vernoemd naar diegene die er onderzoek naar heeft gedaan. Het is vernoemd naar een West-Duitse terroristengroep, die in de jaren '70 actief was. De term kwam in 1994 voor het eerste voor op de website van de krant St. Paul Minnesota Pioneer Press. Lezers van de website waren aan het discussiëren over een geschikte naam voor het fenomeen, maar konden niks bedenken. Een lezer, Terry Mullen, opperde toen een naam voor de 'frequentie illusie', Baader-Meinhoff syndroom, nadat hij binnen 24 uur de naam Baader-Meinhof had gehoord. De naam is dus bedacht door iemand die zelf te maken had met het fenomeen.