Leptospirose: Infectieziekte met koorts en spierproblemen

- Synoniemen leptospirose
- Epidemiologie bacteriële infectie
- Oorzaken infectieziekte: Urine van besmette dieren in water of bodem
- Symptomen: Koorts en spierproblemen
- Diagnose en onderzoeken
- Behandeling ziekte
- Prognose aandoening
- Complicaties van leptospirose
- Preventie bacteriële infectie
- Tips voor het leven met / omgaan met leptospirose
- Herstel en herstelzorg
- Voorkomen van herinfectie
- Misvattingen rond leptospirose
- Leptospirose komt alleen voor in tropische gebieden
- Leptospirose wordt alleen overgedragen door ratten
- Leptospirose veroorzaakt altijd ernstige symptomen
- Leptospirose wordt vooral opgelopen door zwemmen in besmet water
- Leptospirose kan niet behandeld worden
- Vaccinatie biedt volledige bescherming tegen leptospirose
Synoniemen leptospirose
Leptospirose is eveneens gekend onder deze synoniemen:- canicola koorts
- hemorragische geelzucht
- icterohemorrhagische koorts
- leptospirosis
- modderkoorts (leptospirosis grippotyphosa)
- moeraskoorts
- rietsuikerkoorts
- rijstveldkoorts
- ziekte van Stuttgart
- ziekte van Swineherd
- ziekte van Weil (leptospirosis icterohaemorrhagica)
Epidemiologie bacteriële infectie
De infectieziekte komt wereldwijd voor in warmere en gematigde klimaten. Hoge risicogebieden omvatten de Caribische eilanden, Midden- en Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië en de Pacifische eilanden.De jaarlijkse incidentie bedraagt volgens de World Health Organization waarschijnlijk 0,1 tot 1 per 100.000 in gematigde klimaten tot 10 of meer per 100.000 per jaar in de vochtige tropen. Dit aantal loopt aanzienlijk op bij uitbraken.
Heel wat patiënten komen beroepsmatig in contact met besmet zoet water, bijvoorbeeld boeren, ranchers, slachthuispersoneel, dierenartsen, houthakkers, rioolwerknemers, rijstveldwerkers en militairen. Ook kanoën, kajakken en zwemmen in besmet zoet water (in warme gebieden) verhoogt het risico op het ontwikkelen van leptospirose. Tot slot zijn sommige waterzuiveringssystemen besmet door toedoen van knaagdieren.
De ziekte kent voorts geen raciale of seksuele voorkeur. Ook treft de ziekte patiënten van alle leeftijden. Werkende mannen zijn door hun agrarisch beroep vaker getroffen. Ook komt de ziekte vaak voor bij kinderen die spelen in zoet water of omgaan met honden die de bacteriën dragen.
Oorzaken infectieziekte: Urine van besmette dieren in water of bodem
VeroorzakerSpiraalvormige bacteriën die behoren tot het genus Leptospira, de familie Leptospiraceae, en de orde van Spirochaetales veroorzaken leptospirose. Deze spirocheten zijn fijne opgerolde, dunne, beweeglijke, langzaam groeiende anaerobe bacteriën die eruitzien als een kurkentrekker. Deze bacteriën zijn te vinden in zoet water dat besmet is met dierlijke urine. Leptospiren overleven zestien (16) dagen in zoet water en vierentwintig (24) dagen in de bodem. De meeste gevallen van leptospirose doen zich voor tijdens het regenseizoen in de tropen en in de late zomer of vroege herfst in de westerse landen.
Overdracht en besmetting
De verspreiding van bacteriën die leptospirose veroorzaken gebeurt via de urine van besmette dieren die in zoet water of de bodem leven. Veel verschillende soorten dieren en huisdieren dragen de bacterie, zoals honden, knaagdieren (vooral ratten), paarden, varkens, rundvee en wilde dieren. Als de dieren besmet zijn, vertonen ze zelf geen symptomen van de ziekte. De besmetting bij mensen (overdracht) gebeurt via contact met de urine (of andere lichaamsvloeistoffen, met uitzondering van speeksel) van geïnfecteerde dieren. Ook patiënten die in contact komen met water, voeding of de bodem die besmet is met de urine van besmette dieren, krijgen leptospirose. Leptospirose valt ook te verspreiden door middel van geslachtsgemeenschap, moedermelk, of van een zwangere moeder aan haar ongeboren kind. Zeer zeldzaam gebeurt de besmetting van patiënt tot patiënt. De bacteriën komen na besmetting vervolgens het lichaam binnen via de huid of slijmvliezen (ogen, neus of mond), vooral als de huid kapot is door een wonde of kras.
Symptomen: Koorts en spierproblemen
De mogelijke symptomen van de infectieziekte zijn zeer ruim en bestaan uit twee fasen.Symptomen in twee fasen
De symptomen van deze bacteriële infectie variëren van mild tot ernstig en verschijnen gemiddeld tien (10) dagen na de besmetting. In de literatuur zijn echter reeds patiënten gedocumenteerd die reeds vanaf twee (2) dagen tot een maand en meer symptomen ontwikkelen. De symptomen van leptospirose verschijnen in twee fasen en houden in totaal enkele dagen tot drie weken of langer aan. De acute fase van de ziekte kent een tijdsduur van vijf tot zeven dagen. Daarna volgt een rustigere periode die één tot drie dagen duurt en waarbij de symptomen verbeteren. Vervolgens blijft de patiënt ofwel relatief asymptomatisch, of anders ontstaan ernstigere symptomen van leptospirose zoals leverfalen, nierfalen (verminderde of afwezige nierfunctie) en een hersenvliesontsteking (encefalitis).
Algemene, griepachtige symptomen
Volgende algemene griepachtige symptomen verschijnen veelal eerst: anorexia, braken, buikpijn, diarree, hoofdpijn, een maculopapulaire uitslag (huiduitslag met vlekken en bultjes), icterus (geelzucht), milde koorts, misselijkheid en rillingen.
Luchtwegen
Luchtweggerelateerde symptomen omvatten abnormale longgeluiden, een droge hoest en keelpijn.
Spieren
Ook spier- en botgerelateerde problemen komen voor, zoals botpijn, gewrichtspijn, spiergevoeligheid, spierpijn (meestal aan de kuit en de ruggenwervel) en spierstijfheid (spasticiteit).

Bovendien zijn de ogen aangetast met conjunctivitis (oogbindvliesontsteking), rood doorlopen ogen en uveïtis.
Ergere symptomen
Ergere symptomen die vooral in de tweede fase optreden zijn hoge koorts, nierfalen, leverfalen en een hersenvliesontsteking.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoekDe arts voert een grondig lichamelijk onderzoek uit bij de patiënt. Hierbij is een anamnese, een grondig vraaggesprek, onontbeerlijk. Hij merkt tevens de zichtbare symptomen op bij de patiënt, waaronder koorts, een versnelde hartslag (tachycardie), een verlaagde bloeddruk (hypotensie), een warm aanvoelende huid en oligurie (verminderde urineproductie). Tevens merkt hij gezwollen lymfeklieren (lymfadenopathie), een vergrote milt (splenomegalie) of een vergrote lever (de medische term hiervoor is "hepatomegalie") op. Hij gebruikt tot slot zijn stethoscoop om naar de ademgeluiden te luisteren. Hiervoor plaatst hij de stethoscoop op de borst van de patiënt. Door dit onderzoek hoort de arts dat de ademgeluiden abnormaal zijn. De definitieve diagnose is vaak makkelijker te stellen als de symptomen ernstiger zijn.

De arts voert een volledig bloedonderzoek uit om leptospirose te bevestigen. Ook een urineonderzoek biedt mogelijk informatie over leptospirose. Andere onderzoeken zijn belangrijk om de schade aan andere organen vast te stellen: een leverfunctieonderzoek, een nierfunctieonderzoek, een radiografisch onderzoek van de borstkas (thoraxfoto), een echografie van de galwegen en een elektrocardiografie (ECG: meting van de elektrische activiteit van het hart).
Differentiële diagnose
De arts verwart leptospirose vaak met volgende aandoeningen of syndromen:
- brucellose
- chikungunya (virale infectie met koorts en gewrichtspijn)
- dengue (knokkelkoorts)
- een hersenvliesontsteking
- een rickettsia-infectie
- enterovirale infecties
- hepatitis A (virale hepatitis A)
- het hantavirus (virale infectie door besmetting met knaagdieren) (longvariant)
- malaria
- mazelen (virale infectieziekte met symptomen aan ogen en huid)
- Q-koorts (bacteriële infectie met milde griepachtige of ernstige symptomen aan longen en/of lever)
- rubella (rode hond)
- hemorragische koorts (ernstig ziektebeeld met koorts en bloedingen veroorzaakt door een virus)