Het digitale patiëntendossier
De huisarts heeft gegevens over je klachten. De apotheek weet de medicijnen die je krijgt. De psycholoog kent je innerlijke psyche. De fysiotherapeut heeft je zien vechten tegen een tijdelijke lichamelijk beperking. Deze gegevens kunnen allemaal terechtkomen in je patiëntendossier. En om het allemaal samen te brengen: een elektronisch patiëntendossier.
Opgeslagen in computers
Een digitaal patiëntendossier, een elektronisch patiëntendossier of EPD, wat is dat nou precies?
Wanneer zorgverleners (artsen, psychologen, fysiotherapeut, etc.) jou in behandeling nemen of jou spreken, slaan zij informatie op over deze bezoeken. Het kan gaan om een spreekuurbezoek bij de huisarts, het ophalen van een medicijn uit de apotheek, of een revalidatie bij een fysiotherapeut. Wanneer je vervolgens bij een andere zorgverlener komt, moet hiervoor wel eens informatie uitgewisseld worden om beter op de hoogte te zijn van jouw situatie. Dit kan door elkaar brieven te sturen en papieren bij te houden met belangrijke gegevens van een patiënt, maar dit is niet altijd even overzichtelijk.
Om die reden zou een digitaal systeem opgezet kunnen worden om gegevens te bewaren en te gebruiken. Dat betekent dus dat de gegevens in een computer worden gezet en uit te wisselen zijn tussen verschillende instanties. Het voordeel voor de patiënt is dat zijn achtergrond al bekend is bij zijn zorgverlener, zodat niet steeds opnieuw hetzelfde verhaal verteld zou moeten worden. Op deze manier kunnen sneller diagnoses gesteld worden, en kan het gehele zorgproces sneller afgehandeld worden.
Gegevens kunnen eenvoudig worden uitgewisseld tussen ziekenhuis, huisarts en apotheek. Deze gegevens zijn niet voor altijd aanwezig, want er geldt een zeker bewaartermijn, maar het kan nuttig zijn om deze onderling uit te kunnen wisselen. Dit gebeurt ook binnen een instelling. Bijvoorbeeld, wanneer een tijdelijke huisarts invalt voor je huisarts die met vakantie is, is het belangrijk dat de eigenlijke huisarts hier ook weer van op de hoogte is, zodat hij zo effectief mogelijk kan helpen zodra hij terug is.
Bewaartermijn
- Medisch dossier: 15 jaar
- Operatieverslag: 15 jaar
- Ontslagbrief uit ziekenhuis: 15 jaar
- Medisch keuring: Zolang noodzakelijk voor het doel van de keuring
- Psychiatrisch dossier (gedwongen opname): 5 jaar
UZI
Niet alleen worden gegevens over de medische achtergrond opgenomen in het dossier, maar ook gegevens over de gezondheid zelf. Het is echter niet zo dat ieder zorgverlener zomaar de gegevens kan inzien. Daarvoor is het UZI opgesteld.
Het UZI staat voor het Unieke Zorgverlener Identificatienummer. Dit zorgt ervoor dat de uitwisseling van gegevens op een betrouwbare manier gaat. Er is een pas nodig om de uitwisseling mogelijk te maken en de patiënt zelf moet mondeling toestemming geven om de gegevens te laten inzien.
Het is niet mogelijk voor patiënten om eigen (of andermans!) gegevens in te zien. Dat zou namelijk betekenen dat EPD ook via het internet beschikbaar is. Dat maakt het systeem ook meteen een stuk kwetsbaarder. Als er misbruik gemaakt wordt door de zorgverleners zelf kan de UZI-pas worden ingetrokken.
Problemen
Kritiek omtrent het elektronisch patiëntendossier gaan vooral om de privacy-aspecten. Er is natuurlijk een groot risico dat er misbruik gemaakt kan worden van de gegevens, bijvoorbeeld doordat iets in de media bekend wordt. Zoals op het internet en bij computers over het algemeen, bestaat er natuurlijk de kans dat informatie gelekt wordt. Krakers kunnen in het systeem inbreken en zo gevoelig informatie te pakken krijgen en over de wereld verspreiden.
Verder zou het mogelijk zijn voor zorgverleners om gegevens in te kijken van mensen die zij niet in behandeling hebben. Ondanks dat zij een UZI-pas hebben, worden zij schijnbaar niet gecontroleerd op de vraag of zij werkelijk iemand behandelen, of dat het misschien een vriend is of de buurman, waarover ze wat meer te weten willen komen. Bovendien zouden de passen gestolen kunnen worden.
Bovendien is een ander belangrijk aspect, staand tegenover het feit dat diagnose sneller gesteld kunnen worden, dat diagnoses ook verkeerd kunnen zijn. Het kan dus zijn dat als eenmaal een verkeerde diagnose gesteld is, de zorgverleners zich hieraan blijven vasthouden en niet naar het goede vragen. Een fout in het dossier kan dus lang aanwezig blijven.
In april 2011 is de wetgeving rondom het gebruik van het digitale dossier afgewezen door de Eerste Kamer. Dit betekent echter niet dat het EPD verboden is. Ongeveer de helft van de bevolking is namelijk al bij het EPD aangemeld, zonder daarvoor toestemming te hebben gegeven. Echter komt daar weer verandering in wanneer de bevolking voortaan expliciet toestemming moet geven. Wanneer er geen expliciete toestemming is gegeven door een patiënt moet zijn data worden verwijderd.