Sarin - een moordend zenuwgas uit de Tweede Wereldoorlog
Sarin is een moordend zenuwgas. Als het wordt gebruikt is aan de hand van haar en bloed te constateren dat de slachtoffers zijn omgekomen vanwege sarin vergiftiging. In de zomer van 2013 vonden de Verenigde Staten bewijs dat Syrië het gifgas bij een aanval in augustus van dat jaar heeft gebruikt. De aanval was gericht op Damascus en zeker 1400 mensen kwamen om, waaronder honderden kinderen. In het haar en bloed werden residuen van sarin aangetroffen. Sarin is een gruwelijk gifgas.
Een gruwelijk gifgas
Wat is sarin?
Sarin is
isopropoxymethylphosphoryl fluoride, een van de giftigste en snelst werkende chemische middelen. Het is een organofosforverbindingen die de signaaloverdracht van zenuw naar spier verwoest met het enzym
acetylcholinesterase dat
acetylcholine afbreekt. De schade is onomkeerbaar. Hoofdbestanddeel is fosfor, enkele cyanidegroepen en fluoride. Het zenuwgas is twintig maal giftiger dan blauwzuurgas. Bij kamertemperatuur is het vloeibaar, maar het is zeer vluchtig en verspreidt zich snel. Het wordt ingezet bij chemische oorlogsvoering.
Moordend zenuwgas
Het is een van de gevaarlijkste gassen aller tijden. Bij inademing van sarin of bij contact met de huid, wordt het slachtoffer misselijk, gaat overgeven en valt flauw. Er treden verlammingsverschijnselen op en het slachtoffer krijgt ademnood. De dood treedt binnen enkele minuten in, meestal door hartstilstand. Voor een dodelijke dosis is maar heel weinig nodig: minder dan een milligram.
Sarin en de Tweede Wereldoorlog
Het zenuwgas werd door de Duitsers uitgevonden tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers ontwikkelden het in 1939. De Schutsstaffel (SS) ontdekte het bij toeval. Er werd jarenlang met proefdieren getest en het gas werd pas aan het eind van de oorlogsjaren in productie genomen. Tot massaproductie kwam het toen niet. De nazi’s hebben dit gas niet ingezet als vernietigingswapen en het is door de Duitsers niet op het slagveld gebruikt.
Sarin en mosterdgas
Sarin is anders dan mosterdgas dat vooral reputatie maakte in de Eerste Wereldoorlog en in de jaren 80 in Irak werd ingezet. Mosterdgas is een dikke gele rookwolk die in de kleren blijft hangen en zich dan door de kledij vreet. Het tast het lichaam aan door blaren te trekken en brandwonden te geven. Mosterdgas ruikt naar knoflook of mosterd. Sarin is niet te zien, ruiken of proeven zodat een sarin-aanval verraderlijker is. Voor je beseft wat er aan de hand is, ben je al dood.
Wat doet sarin?
Het centrum van de chemische aanval is het dodelijkst maar ook aan de rand van het gebied kunnen slachtoffers vallen. De slachtoffers kunnen pupilvernauwing krijgen waardoor ze slecht zien, ademhalingsproblemen, ernstige misselijkheid en er kan bewusteloosheid optreden. Er kan blijvende hersenschade ontstaan met haperingen in de motoriek en stoornissen in het gedrag tot gevolg.
Antistoffen na sarin aanval
Er zijn anti-stoffen, oximen, waarmee een vergiftiging met sarin te lijf kan worden gegaan. Slachtoffers moeten echter snel met deze oximen worden ingespoten.
Gifgas in de oorlog
Met zenuwgassen zoals sarin is een veelvoud aan slachtoffers te maken van oorlogsvoering met explosieven. Militairen gebruiken niet graag gifgassen, omdat de verspreiding moeilijk te controleren is. Bij een draaiing van de wind worden de eigen linies bedreigd in plaats van de vijandelijke.
Koude Oorlog
Om de dodelijke chemicaliën in oorlogstijd te kunnen inzetten moeten de gevaarlijke stoffen in vredestijd worden opgeslagen en dat is een kostbare zaak. Het vraagt speciale maatregelen. In de tijd van de Koude Oorlog legden beide kampen voorraden zenuwgas aan. Amerikaanse en Russische opslagplaatsen zitten nu met de erfenis van die tijd. De bewaking is kostbaar maar kan niet verslappen.
Irak en andere landen
Behalve Rusland en Amerika zijn er meer landen die over het gas beschikken. We weten het van Irak, dat in 1988 Koerden in het noorden van het land met sarin bestookte. In de Iran-Irak oorlog in de jaren 80 werd het middel ingezet tegen de Iraanse militairen en in 1995 vond in Tokio een terroristische gifgasaanval plaats in de metro. Sinds de aanval van 21 augustus 2013 weten we dat Syrië over het wapen beschikt. Sommige
terroristische groepen beschikken ook over het gas, getuige de aanval in de Japanse metro in 1995.
Grondstoffen
Het maken van giftige gassen schijnt niet zo moeilijk te zijn. Alleen de laatste stap in het proces vereist verregaande voorzorgsmaatregelen van de bereider van het spul. Moeilijker is het om aan de grondstoffen te komen. Die mogen slechts in kleine hoeveelheden worden aangekocht en dat wordt gecontroleerd door het internationale chemische wapens verdrag. In 1997 tekenden de meeste landen van de Verenigde Naties een verdrag dat productie, bezit en ontwikkeling van sarin verbiedt. Syrië en nog zes landen tekenden dat verdrag niet. De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) zetelt in Den Haag en heeft tot doel sarin en andere gifgassen uit te bannen. Na de Eerste Wereld Oorlog, in 1925, werd al een Protocol van Genève opgesteld om gebruik van gifgassen te verbieden.
Onschadelijk maken van gifgas
Sarin onschadelijk maken is een eenvoudige procedure. Een waterige loogoplossing neutraliseert het gif. De voorraad van Irak is bijvoorbeeld onder toezicht van de Verenigde Naties, onschadelijk gemaakt.
Syrië
Nadat onomstotelijk duidelijk was dat Syrië gifgas heeft ingezet tegen haar eigen burgers, staan de Verenigde Staten begin september 2013 op scherp om het land aan te vallen. Een actie van de VS moet voorkomen dat de Syrische regering opnieuw een aanval met chemische wapens uitvoert. President Barack Obama wil met een aanval het gebruik van chemische wapens ontmoedigen. Interventie van de VS zal de Syrische principes niet veranderen, zo zegt President Bashir al-Assad van Syrië. Assad zegt de middelen in te zetten in de Syrische strijd tegen het terrorisme. In het land woedt een chaotische strijd. Het Vrije Syrische leger vecht tegen het regeringsleger, maar ook strijden radicale opstandelingen tegen elkaar en heeft Islamitische Staat zich in de strijd gemengd.
Gifgasaanval 5 april 2017
Op 5 april 2017 wordt in de Syrische burgeroorlog door (vermoedelijk) Assad wederom sarin gebruikt. Er sterven tientallen mensen, zeker 58, stelt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten. De stad Khan Sheikhoun werd zwaar getroffen. Twee dagen later laat president Donald Trump van Amerika 59 raketten afvuren op een Syrische luchtmachtbasis, gericht op vliegtuigen en brandstoftanks. De raketten waren gericht tegen de luchtmachtbasis van waar de toestellen opgestegen voor het sarinbombardement.
Gifgasaanval 4 maart 2018
Op 4 maart 2018 worden de Russische ex-spion Sergei Skripal (66) en zijn dochter Yulia (33) vergiftigd in Salisbury in Engeland met, naar later blijkt, zenuwgas. Het zou om sarin kunnen gaan of VX. De slachtoffers belandden in kritieke toestand in het ziekenhuis. Een te hulp geschoten politieman kreeg het spul ook binnen en moest ook naar het ziekenhuis. Het gebruik van zenuwgas duidt erop dat het hier om een gerichte aanslag gaat. Er wordt gewezen naar Rusland, maar Moskou ontkent de beschuldiging.
Skripal werkte voor de Britse geheime dienst MI6. Hij werd in Rusland veroordeeld tot een gevangenisstraf en woont sinds 2010 in Engeland.
Misdaad tegen de menselijkheid
Een chemische aanval wordt beschouwd als een misdaad tegen de menselijkheid.
Lees verder