Extreme prikangst of naaldangst bij een inenting
Naar schatting komt extreme prikangst of naaldangst bij een inenting bij één op de duizend mensen voor. Van die duizend mensen heeft een aantal dermate grote angst dat die een onneembare barrière vormt voor het afnemen van bloed of het toedienen van vaccinaties. Uiteraard kan dit grote gezondheidsproblemen opleveren. Prikangst of naaldangst is daarom een onderschat probleem. Een speciale methode van dr. Schenk is voor mensen met extreme prikangst een oplossing.
Prikangst steeds groter
Prikangst is vaak al ontstaan in de jonge jaren omdat iemand als kind zonder enige voorbereiding onder dwang is geprikt. Mensen met angst voor het prikken vinden het heel vervelend iets te zien of te horen dat met het prikken te maken heeft. Ze draaien zich om of bedekken hun ogen en zorgen niets meer te horen over het prikken. Bij velen wordt de angst met elke confrontatie groter.
Probleem naaldangst serieus nemen
Prikangst komt niet alleen voor als iemand zelf een inenting krijgt maar ook bij het zien van het geven van een injectie aan iemand anders kan iemand problemen krijgen en zelfs flauw vallen. Maar in de meeste gevallen betreft het een inenting van iemand zelf. Belangrijk voor het overwinnen van prikangst is dat iemand serieus wordt genomen met begrip voor de angst.
Vaccinaties en vermijdingsgedrag
Soms is de angst zo groot dat vermeden wordt om beschermende inentingen te halen bij het reizen naar landen waarvoor dat eigenlijk wel noodzakelijk is. Anderen vermijden een bezoek aan dit soort landen uit angst voor de noodzakelijke vaccinaties. Ook komt het voor dat mensen geen bezoek aan een huisarts brengen als ze vrezen dat die zal oordelen dat een bloedafname nodig is voor een bepaald onderzoek.
Situaties en reacties
Prikangst kan ontstaan in situaties als:
- Griepspuit.
- Inenting tegen ziekte of griepvirussen.
- Inenting voor een reisbestemming.
- Inenting bij een tandartsbehandeling.
- Bloedafname voor onderzoek.
- Nierdialyse.
- Spuiten van insuline.
- Inentingen bij medische keuringen.
- Inenting vooraf aan een operatie.
- Verdoving voor het hechten van een wond.
- Vingerprik.
- Doorprikken van blaren.
Reageren met prikangst kaan op diverse manieren:
- Hevig protesteren.
- In paniek raken.
- Een huilbui krijgen.
- Dichtklappen.
- Beven.
- Gaan zweten.
- Hartkloppingen.
- Flauw vallen.
Door de reacties kan soms slechts met veel moeite een inenting worden toegepast. Degene die de prik moet ondergaan en op een dergelijke manier reageert schaamt zich meestal voor dat gedrag.
Soms echte fobie
GGD’s en anderen die inentingen toedienen of bloed afnemen hebben veel ervaring met het prikken wat voor de meeste mensen voldoende geruststelling is. In sommige gevallen wordt iemand met een prikangst wel eens apart genomen in een kamer om even te praten. Maar in die gevallen waar de prikangst zeer groot is kan ook een GGD daar niet veel aan doen en is er sprake van een echte fobie. In dergelijke gevallen wordt wel verwezen naar mensen die gespecialiseerd zijn in het prikken van mensen met een dergelijke angst zoals dr. Henk Schenk in het Meander Medisch Centrum, locatie Baarn.
Methode met lachgas
De methode van dr. Schenk is gebaseerd op het toedienen van
lachgas tijdens welke de prik wordt gegeven. Cliënten die dit hebben ondergaan zijn daar zeer tevreden over. Het gasmengsel dat dr. Schenk gebruikt bestaat uit 50 procent lachgas en 50 procent zuurstof. Door die verhouding blijft de patiënt volledig bij bewustzijn. Het lachgas heeft een kalmerende en pijnstillende werking waarbij slechts een toestand van verlaagd bewustzijn optreedt wat enigszins vergelijkbaar is met een borrel teveel op. Zodra het masker, waardoor het lachgas wordt toegediend, weg wordt gehaald is het lachgas uitgewerkt.