Vaccinaties bij baby's en kinderen

Het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma
In Nederland wordt sinds de jaren '60 op grote schaal gevaccineerd bij baby's, peuters en kleuters. In de loop der jaren is het programma qua leeftijdsindicaties behoorlijk veranderd, maar er wordt nog steeds ingeent tegen de meest belangrijke en dus meest gevaarlijke infectieziekten. Per jaar worden er ongeveer 2,5 miljoen inentingen gegeven aan kinderen in Nederland. De inentingen zijn gratis en het meedoen aan het vaccinatieprogramma is vrijwillig. Meer dan 95% van de kinderen in Nederland wordt volledig gevaccineerd. Dit betekent dat er een aantal heftige kinderziektes bijna niet meer voorkomen, zoals polio, difterie en de mazelen. Het inenten van kinderen gebeurt in drie fases. De eerste fase loopt van 0 tot en met 4 jaar. In het vierde levensjaar volgt fase 2 en fase 3 start wanneer een kind 9 jaar is.Overzicht van de vaccinaties zoals dit geldt vanaf 1 april 2006 tot heden.
- 0-48 uur: Hepatitis B voor risicodragende kinderen (wordt tot en met 11 maanden doorgegeven bij de overige vaccinaties)
- 2 maanden: DKTP (Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Polio) en Hib (Haemophilus Influenza type B, kan o.a. leiden tot hersenvliesontsteking) alsmede Pneumokokken (kan o.a leiden tot hersenvliesontsteking en longontsteking)
- 3 maanden: DKTP + Hib alsmede Pneumokokken
- 4 maanden: DKTP + Hib alsmede Pneumokokken
- 11 maanden: DKTP + Hib alsmede Pneumokokken
- 14 maanden: BMR (Bof, Mazelen, Rode Hond) alsmede Meningokokken C (kan leiden tot hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging)
- 4 jaar: DKTP
- 9 jaar: DTP en BMR
Inenten in de praktijk
De inentingen die worden gegeven tussen de 2 en 14 maanden krijgt een baby op het consultatiebureau. De vaccinaties bij 4 en 9 jaar worden gegeven via de GGD. Voor de inentingen van baby's krijgt men na de geboorte de oproepkaarten opgestuurd, die ingeleverd kunnen worden op het consultatiebureau. Voor de prikken bij 4 en 9 jaar wordt er een oproep van de GGD opgestuurd.Als een kind in de drie maanden voor de inenting een bloedtransfusie of een gammaglobuline heeft gekregen, of het kind ernstig ziek is geweest of bepaalde medicijnen gebruikt, moet dit worden gemeld op het consultatiebureau of bij de GGD. In overleg met de arts wordt dan gekeken of het verstandig is om de vaccinatie toe te dienen of deze nog even uit te stellen.
Bijwerkingen
De meeste kinderen hebben last van bijwerkingen door de vaccinaties. De meeste klachten komen op de dag van de inenting zelf, behalve bij de BMR-prik. Bij deze inenting duurt het vaak gemiddeld een week voordat de eerste bijwerkingen beginnen en uiten zich voornamelijk in koorts en rode uitslag. Andere bijwerkingen bij vaccinaties zijn zwellingen, roodheid en pijn op de prikplek, en koorts, huilen en hangerigheid.Wanneer men twijfelt over de hevigheid of langdurigheid van de bijwerkingen, bijvoorbeeld bij het ontstaan van hoge koorts na de inenting, waarschuw onmiddellijk de huisarts. Neem geen enkel risico, want bijwerkingen kunnen zich zeer heftig uiten, maar het kan ook zijn dat de verschijnselen niets met de inenting te maken hebben, waardoor er iets ernstigs over het hoofd gezien wordt.