Ziektebestrijding door Rijksvaccinatieprogramma
Ingeënt worden is voor de meeste mensen en zeker voor kinderen geen prettige gebeurtenis. Velen schrikken terug voor de prik op zich. Maar die schrik wordt meer gevoed door de angst voor de pijn die zou kunnen ontstaat maar tegenwoordig eigenlijk niet meer zo hevig is. Ook bestaat er soms een zekere angst voor de pijn die achteraf kan komen. Ook dat valt in de praktijk mee en treedt bij veel vaccinaties nauwelijks op. Belangrijk bij de ziektebestrijding is het Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen. Bij de vaccinaties van dit programma treden slechts milde bijwerkingen op.
Ziektebestrijding met gratis Rijksvaccinatieprogramma
Sinds 1957 worden Nederlandse kinderen ingeënt volgens het Rijksvaccinatieprogramma. Het meedoen aan dat programma is niet verplicht maar meer dan vijfennegentig procent van de ouders laten hun kind of kinderen wél inenten. De vaccinaties zijn gratis als ze worden uitgevoerd door de GGD of het consultatiebureau die daarbij de officiële vaccins toedienen. In Vlaanderen verzorgen de consultatiebureaus van Kind en Gezin en daarna het CLB de vaccinaties waarbij de inenting tegen polio verplicht is.
Accepteren van bijwerkingen
Van alle vaccinaties die in het programma zijn opgenomen is bewezen dat ze de kans op ziekten verkleinen of het verloop van de ziekten minder ernstig maken. De risico’s van de inenting zijn daarbij veel kleiner dan de risico’s van de ziekten. Het accepteren van de risico’s hangt ook af van de graad van de ziekte die kan worden opgelopen. Zo worden bij een ernstige ziekte als hondsdolheid de bijwerkingen makkelijker geaccepteerd dan bij een minder ernstige ziekte.
Ernstige gevallen vermijden
Een aantal kinderziektes waarvoor in het Rijksvaccinatieprogramma wordt ingeënt verloopt meestal zeer onschuldig. Daar zou eigenlijk geen vaccinatie voor nodig zijn. Maar het gaat er juist om die gevallen te vermijden dat een kind wél ernstig ziek wordt wat ook bij zogenaamde onschuldige ziekten kan voorkomen.
Kinderziekten op latere leeftijd
Als volwassenen een bepaalde kinderziekte niet hebben gehad kunnen ze die op latere leeftijd nog krijgen met vaak een zeer ernstig verloop. Die ziekte kan op latere leeftijd worden opgedaan door contact met een ziek kind. Als voorbeelden voor ziekten die op latere leeftijd kunnen worden opgelopen met ernstige gevolgen gelden de bof, rode hond en ziekte als gevolg van het HPV-virus.
Over de bijwerkingen
Bij ongeveer de helft van de vaccinaties kunnen een dag na de inenting milde bijwerkingen optreden. Die bijwerkingen gaan meestal niet verder dan enige roodheid op de plek van de prik, spierpijn en kinderen kunnen huilerig of hangerig worden. Bij slechts zeven op de tienduizend RVP vaccinaties treden ernstigere bijwerkingen op waarbij echter ook toevallige andere oorzaken kunnen meespelen. Ook kan het zijn dat iemand een slechte gezondheidstoestand heeft op het moment van de vaccinatie maar meestal is het krijgen van ernstige bijwerkingen gewoon pech. In elk geval speelt de kans op bijwerkingen een ondergeschikte rol ten opzichte van de risico’s bij niet gevaccineerd zijn.
Weigeren van vaccineren
Betrekkelijk weinig ouders in Nederland en Vlaanderen kiezen er voor hun kind of kinderen niet te laten inenten. Dat doen zij dan bijvoorbeeld om religieuze redenen zoals de gedachte dat God wel bepaalt wie wel en niet ziek wordt. Sommigen weigeraars zijn van mening dat het kind meer weerbaarheid opbouwt door de ziekte wel te ondergaan dan door een vaccinatie. Andere weigeraars menen dat er verband bestaat tussen inenting en ziekten als astma, autisme, diabetes mellitus en multipele sclerose, maar die verbanden zijn nooit wetenschappelijk aangetoond.
Uitstellen van vaccineren
Er zijn ook ouders die het vaccineren van een jonge baby willen uitstellen tot na de eerste verjaardag omdat ze bang zijn dat het volledige vaccinatieprogramma teveel verwerking kost voor hun kind. Ook komt het voor dat het programma niet geheel wordt afgenomen met weigering voor bepaalde vaccinaties zoals bijvoorbeeld tegen bof, mazelen en rode hond.
Epidemie voorkomen
Vaccinatie is overigens niet alleen van groot belang voor de persoon zelf. Hoe meer mensen gevaccineerd zijn hoe kleiner de kans is dat de ziekte van één persoon zich als een epidemie ontwikkelt omdat er in de omgeving geen of te weinig personen zijn die de ziekte aan elkaar kunnen doorgeven. Een groot risico bestaat er wel als er in een bepaalde omgeving teveel mensen het vaccineren weigeren. Dit geldt bijvoorbeeld in gebieden waar veel streng-gereformeerde christenen wonen van wie een groot aantal weigert hun kind of kinderen te laten vaccineren.
Bewaking en kritiek
De bewaking van de veiligheid van vaccinaties is in handen van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en de discussie daar over wordt voortdurend aangewakkerd door de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken. Maar het wordt door sommige deskundigen kwalijk genomen dat die vereniging op hun website bijvoorbeeld homeopathische of natuurgeneeskundige medicijnen als alternatief voor vaccinaties aanprijst terwijl de werking daarvan nooit wetenschappelijk is bewezen.
© 2013 - 2024 Rickandie, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Vaccinatie voor je babyBijna ieder kind in Nederland wordt ingeënt tegen bepaalde, gevaarlijke ziektes. Dit wordt ook wel vaccineren genoemd. D…
De ziekte de BofBof wordt veroorzaakt door het virus ‘Bofvirus’. Bij jonge kinderen hoeft deze ziekte niet ernstig zijn, maar als het na…
Bronnen en referenties