Overzicht vaccinaties voor kinderen in Nederland
Om mensen te beschermen tegen een aantal ernstige virussen is in Nederland het Rijksvaccinatieprogramma opgezet. Een baby krijgt de eerste vaccinatie al op de leeftijd van 6 tot 9 weken. Wordt de hele serie vaccinaties doorlopen dan is men beschermd tegen onder meer polio, difterie, hepatitis B, tetanus en meningokokken C. Meisjes kunnen daarnaast vanaf de leeftijd van 12 jaar de HPV-vaccinatie krijgen. Deze vermindert de kans op baarmoederhalskanker op latere leeftijd aanzienlijk. Voor de vaccinaties gaat men naar het consultatiebureau, de GGD of een Centrum voor Jeugd en Gezin.
Inhoud
Vaccinaties in Nederland
De
vaccinatie van baby's en kinderen in Nederland wordt gedaan volgens het Rijksvaccinatieprogramma, welke al bestaat sinds 1957. Het is niet verplicht je kind in te laten enten, maar het merendeel van de ouders maakt er wel gebruik van. Sommige mensen weigeren vaccinaties om religieuze redenen. Ondanks dat dit levensgevaarlijke gevolgen kan hebben, is dit toegestaan. Soms wordt om medische redenen afgezien van vaccinatie, bijvoorbeeld bij veel te vroeg geboren baby's. De vaccinaties zijn volledig gratis.
Het belang van vaccineren
Voor alle vaccinaties die in het Rijksvaccinatieprogramma vallen geldt dat duidelijk is aangetoond dat deze zeer belangrijk zijn in de voorkoming van besmetting met de ziekte, of dat het de symptomen ervan een stuk milder maakt. Alhoewel de vaccinatie zelf soms tot ziekte kan leiden, is dit altijd veel minder gevaarlijk dan het oplopen van de ziekte. Een aantal van de in het programma opgenomen vaccinaties zijn ter voorkoming van een relatief onschuldig lijkende ziekte, maar de reden dat er dan toch tegen ingeënt wordt, is dat de ziekte in sommige gevallen wel zeer ernstig gevolgen kan hebben. Een voorbeeld daarvan is de bof. Deze ziekte is in veel gevallen nauwelijks erger of zelfs vergelijkbaar met de griep. Maar bij ongeveer 1 op de 100 patiënten leidt deze ziekte tot een hersenvliesontsteking. Met die wetenschap is een inenting dan toch een goed idee. Andere ziektes die meestal milde ziekteverschijnselen tot gevolg hebben, maar die in meer zeldzame gevallen zeer ernstig kunnen zijn, zijn poliomyelitis en rode hond. Laatstgenoemde kan ook zeer gevaarlijk zijn als men de ziekte als kind nooit heeft gehad, maar deze oploopt tijdens een zwangerschap. Dit kan leiden tot ernstige afwijkingen bij de baby.
Overzicht vaccins
Binnen het vaccinatieprogramma vallen de volgens vaccins:
- DKTP-Hib-HepB-vaccinatie (difterie, kinkhoest, tetanus, polio, hib-ziekten, hepatitis B)
- Pneumokokkenvaccinatie
- BMR-vaccinatie (bof, mazelen en rodehond)
- Meningokokken C-vaccinatie
- DKTP-vaccinatie (herhaling)
- DTP-vaccinatie (difterie, tetanus, poliomyelitis)
- HPV-vaccinatie (humaan papillomavirus, alleen voor meisjes)
DKTP-Hib-HepB-vaccinatie
Dit vaccin wordt vier maal gegeven voor een kind een jaar oud is: bij 6-9 weken, 3 maanden, 4 maanden en 11 maanden. De vaccinaties worden gegeven op het consultatiebureau en ouders krijgen hiervoor een uitnodiging wanneer een kind ongeveer vier weken oud is. Vroeger werd alleen een DKTP-vaccinatie gegeven op deze leeftijd. In 2003 is een vaccin tegen hib-ziekten toegevoegd en in 2011 die tegen hepatisis B.
Pneumokokkenvaccinatie
Dit vaccin wordt drie maal gegeven voor een kind een jaar oud is: bij 6-9 maanden, bij 4 maanden en 11 maanden. Deze worden gelijktijdig gegeven met het DKTP-Hib-HepB-vaccinatie op het consultatiebureau.
BMR-vaccinatie
Dit vaccin wordt op het consultatiebureau toegediend aan peuters van 14 maanden. Vanaf deze leeftijd zijn de antistoffen die het kind meekrijgt van de moeder uit het lichaam verdwenen en is het vaccin het effectiefst. Wanneer het kind eerder een buitenlandse reis maakt naar een land dat op de 'landenlijst vervroegde BMR' is opgenomen dan wordt het vaccin soms toch eerder gegeven. De vaccinatie wordt op de leeftijd van 9 jaar nog een keer herhaald. De BMR-vaccinaties beschermen levenslang.
Meningokokken C-vaccinatie
Deze vaccinatie, die beschermt tegen de meningokokkenbacterie, type C wordt sinds 2002 gegeven aan kinderen als ze 14 maanden zijn. Het wordt gelijktijdig met de BMR-vaccinatie toegediend op het consultatiebureau.
DKTP-vaccinatie
Dit vaccin is een herhalingsvaccin om de afweer op peil te houden en wordt gegeven aan kinderen op de leeftijd van 4 jaar. Ook deze vaccinatie wordt op het consultatiebureau gegeven.
DTP-vaccinatie
Deze vaccinatie wordt gegeven op de leeftijd van 9 jaar, tegelijk met de tweede BMR-vaccinatie. Kinderen die alle vaccinaties uit de serie gehad hebben zijn tot hun 19e beschermd. Een DTP-prik moet mogelijk later nog een keer herhaald worden, bijvoorbeeld wanneer men naar een risicoland reist of in aanraking is gekomen met straatvuil of een beet van een dier heeft gehad.
HPV-vaccinatie
Dit vaccin beschermt tegen twee typen van het HPV-virus. Dit zijn virussen die op termijn kunnen leiden tot baarmoederhalskanker. Om die reden wordt de vaccinatie alleen gegeven aan meisjes. Het verkleint de kans op baarmoederhalskanker door het HPV-virus met 70 tot 80%. Afhankelijk van de leeftijd waarop de injectie gegeven wordt krijgt men deze één, twee of drie keer. De prik kan men krijgen bij de GGD of een Centrum voor Jeugd en Gezin.
Bijwerkingen versus de risico's van niet-vaccineren
Na vaccinatie is er een kans op
milde bijwerkingen. Dit kan dan gaan om roodheid en spierpijn rondom de plaats van injectie, koorts, en bij jonge kinderen huilerigheid en hangerigheid. In uiterst zeldzame gevallen treden er ernstige bijwerkingen op. Jaarlijks worden 2,1 miljoen kinderen in Nederland ingeënt, en daarop volgen gemiddeld 1.400 meldingen bij het RIVM van mogelijk ernstige bijwerkingen. Dat zijn er dus 7 op de 10.000. Een groot gedeelte hiervan is dan waarschijnlijk ook nog eens puur toeval omdat jonge kinderen toch al vatbaar zijn voor besmettingen. De veiligheid van vaccinaties wordt uiteraard zonder ophouden gemonitord in Nederland.
Natuurlijk is het prima en ook volkomen logisch dat ouders zich zorgen maken en voldoende informatie over vaccinaties zoeken, maar niet laten vaccineren wordt door artsen en wetenschappers breed gezien als een foute beslissing. Een kind loopt hierdoor wel degelijk ernstig gevaar. Sommige ouders kiezen ervoor om hun kind wel te laten inenten, maar pas na de eerste verjaardag. Zij vinden dit nodig om zo het immuunsysteem eerste zelf tot ontwikkeling te laten komen. Er bestaat geen medisch onderzoek waaruit blijkt echter dan dit daadwerkelijk meerwaarde heeft.