Waarom heeft een baby fontanellen op het hoofdje?
Bij de geboorte is de schedel van een baby nog niet gesloten. De openingen tussen de schedeldelen worden fontanellen genoemd. De grootste fontanel zit bovenop het hoofd. Achterop het hoofd zit een kleine fontanel. Tijdens de bevalling schuiven de schedeldelen over elkaar zodat het hoofd beter door het geboortekanaal kan. Na de bevalling geven fontanellen de hersenen ruimte om te groeien. De openingen in de schedel zijn kwetsbaar en moeten met enige voorzichtigheid worden behandeld. Na verloop van tijd groeien de schedeldelen aan elkaar.
Wat zijn fontanellen?
De schedel van een baby is anders dan de schedel van een volwassene. Het bestaat uit verschillende delen die tegen elkaar aanliggen maar niet vast zitten. Er zit ruimte tussen de delen, dit zijn de fontanellen. Een baby heeft twee fontanellen, één bovenop het hoofd en één achterop het hoofd. De grootste fontanel is ruitvormig en zit bovenop het hoofd. De kleinere fontanel is driehoekig en zit achterop het hoofd. De huid van de grote fontanel beweegt op de hartslag van je baby. Je kunt het ook voelen. Als je zachtjes over het hoofd aait voel je een zachte plek. De kleine fontanel is minder goed zichtbaar.
Waarom zijn fontanellen noodzakelijk?
Fontanellen hebben meerdere functies. Zo zorgen ze ervoor dat de schedeldelen over elkaar kunnen schuiven tijdens de bevalling. Het hoofd wordt hierdoor kleiner en glijdt beter door het geboortekanaal. Na de bevalling krijgt het hoofd zijn oorspronkelijk vorm weer terug.
De groei van de hersenen
In het eerste levensjaar van een baby groeien de hersenen erg hard. De fontanellen zorgen ervoor dat de hersenen ruimte hebben om te groeien.
Fontanel - een kwetsbare plek op het hoofd van je baby
Een fontanel is kwetsbaar omdat het een open plek in de schedel is. Gelukkig worden de hersenen wel beschermd door bindweefsel en een stevig vlies. Aanrakingen en kleine stootjes worden opgevangen. Maar een fontanel moet wel voorzichtig worden behandeld. Te hard drukken of duwen kan beschadigingen aan de hersenen veroorzaken.
Wanneer zijn de fontanellen aan elkaar gegroeid?
De kleine fontanel op het achterhoofd is ongeveer twee maanden na de geboorte gesloten. De grote fontanel is niet bij elke baby even groot. Bij baby’s met een grote fontanel duurt het langer voordat de schedeldelen zijn dichtgegroeid. Dit kan variëren van zes maanden tot twee jaar. De schedeldelen groeien niet naar elkaar toe, maar het bindweefsel ertussen wordt hard.
Het consultatiebureau
Tijdens de controles op het consultatiebureau wordt de omtrek van het hoofd gemeten en het sluiten van de fontanellen bekeken. Als de grote fontanel ruim voor het eerste jaar is gesloten kan een bezoek aan de arts nodig zijn. Het kan de groei van de hersenen belemmeren. Het hoofd van de baby kan ook te snel groeien, dan sluiten de fontanellen niet. Ook dan kan een bezoek aan de kinderarts nodig zijn.
Een bolle of ingedeukte fontanel
Er kan een bolling op de fontanel ontstaan als de baby huilt, eet of perst. De bolling verdwijnt daarna weer. Als de fontanel bol blijft kan er sprake zijn van een infectie of een hersenvliesontsteking. De fontanel kan ook iets ingedeukt zijn. Meestal is dat een teken van uitdroging. De baby heeft extra vocht nodig. Als de fontanel ingedeukt blijft is het verstandig om advies te vragen aan de huisarts.
Vervorming van de schedel door een voorkeurshouding
Met een voorkeurshouding wordt bedoeld dat een baby veel in dezelfde houding ligt. De schedel, die nog niet is dichtgegroeid, kan hierdoor vervormen. Het hoofd wordt dan platter. Baby’s die veel op de rug liggen krijgen een plat achterhoofd. Baby’s die veel op één zijkant liggen krijgen een plattere zijkant. Het oortje schuift wat naar voren en het gezicht kan iets vervormen. Een afgeplat hoofdje ziet er minder mooi uit en het kan andere klachten veroorzaken.
Andere klachten
Baby’s met een voorkeurshouding kunnen worden beperkt in de ontwikkeling van hun motoriek. Ze bewegen de lichaamsdelen niet evenveel en kunnen niet goed recht liggen. Daardoor maken ze minder bewegingen. Soms ontstaan er kaakklachten omdat de kaak scheefgroeit. De kans op scheelkijken is ook groter omdat één oog minder vaak wordt gebruikt.
Kun je een voorkeurshouding voorkomen?
Een voorkeurshouding is zeker te voorkomen. Vooral in de eerste drie maanden na de geboorte van je baby is dit belangrijk. Baby’s slapen veel en liggen het grootste gedeelte van de dag. Bovendien zijn de spieren nog niet sterk genoeg om het hoofd op te tillen.
Enkele voorzorgsmaatregelen zijn
- Draag de baby afwisselend op de linker- en rechterarm, ook tijdens het voeden. Wissel tijdens het wassen, aankleden en verschonen van kant, links, rechts en recht naar voren.
- In bed draait een baby het hoofd vaak naar het licht. Draai het bedje dan geregeld om. Kan dat niet? Maak het bedje andersom op, het hoofdeind naar het voeteneind. En wissel dat af. Laat een baby in ieder geval nooit op de buik slapen. De kans op wiegendood is dan veel groter.
- Draai het hoofd van je baby tijdens het slapen om.
- Er zijn hulpmiddelen zoals een zijslaapkussen die je in de rug van je baby kunt leggen. De baby kan zo niet op de rug gaan liggen, maar ook dit is niet ongevaarlijk.
- Laat de baby op de buik liggen tijdens het spelen. De spieren in de nek worden daar sterker door. Blijf wel altijd in de buurt van je baby. Na het spelen draai je de baby weer op de rug.
- Baby’s met een voorkeurshouding kunnen baat hebben bij fysiotherapie. Een kinderfysiotherapeut stelt de oorzaak vast en begint met een behandeling. Bij een medische oorzaak kan een verwijzing naar een medisch specialist nodig zijn.