Hoe groeit babyhaar? Van nesthaar naar echt haar
Al tijdens de zwangerschap groeit het haar van een baby. Sommige baby’s worden geboren met veel haar, anderen zijn vrijwel kaal. De eerste haartjes zijn nog niet zo stevig als echt haar en ze vallen na de geboorte weer uit. Dit begint al een paar weken na de geboorte en gaat door totdat de baby een maand of zes is. Er komt echt haar voor in de plaats. Zowel de kleur als de structuur van het haar zijn genetisch bepaald. In de loop van de jaren kan de haarkleur nog veranderen, van blond naar donker.
Babyhaar in de zwangerschap
Rond de 16e week van de zwangerschap beginnen de haartjes te groeien. Het hele lichaam (uitgezonderd de voetzolen en handpalmen) van de baby wordt bedekt met donshaar, ook wel lanugo genoemd. De functie van donshaar is het op peil houden van de lichaamstemperatuur. Dat is nodig want de baby heeft nog niet zoveel onderhuids vet. Later in de zwangerschap valt het donshaar uit en maakt plaats voor nesthaar. Soms heeft een baby nog donshaar na de geboorte.
Donshaar maakt plaats voor nesthaar
Vanaf ongeveer de 36e week van de zwangerschap maken de donshaartjes plaats voor vellushaar (nesthaar). De uitgevallen donshaartjes komen in het vruchtwater terecht en worden door de baby ingeslikt. Na de bevalling komen ze met de eerste ontlasting (meconium) naar buiten.
Baby’s eerste haartjes
Een baby wordt geboren met vellushaar. Vellushaar is bij de meeste mensen bekend als nesthaar. De hoeveelheid haar en de kleur is per baby verschillend. Er zijn baby’s die nagenoeg kaal worden geboren terwijl anderen een grote hoeveelheid haar hebben. Nesthaar is dun en slap, echt haar is veel steviger en heeft een andere structuur.
Haaruitval door afname van hormonen
Dat de eerste haren weer uitvallen na de geboorte zou door de afname van hormonen kunnen komen. Tijdens de zwangerschap krijgt een baby hormonen van zijn moeder binnen via de navelstreng. Hormonen zorgen ervoor dat de haren gaan groeien. Na de bevalling verdwijnen de hormonen en vallen de haren uit. Dit gebeurt in de eerste zes maanden na de bevalling.
Een kale plek op het achterhoofd
Bij de meeste baby’s ontstaat er een kale plek op het achterhoofd. Dat komt omdat een baby veel ligt. Door wrijving breken de haren af, of vallen ze uit. Dat is niet te voorkomen en zal verminderen naarmate de baby ouder wordt. Een oudere baby heeft sterkere nekspieren en kan het hoofd al beter en vaker optillen. Oudere baby's slapen ook minder en liggen niet meer zoveel in bed.
De groeicyclus van een haar
In de hoofdhuid zitten haarzakjes (haarfollikel) waar haren uitgroeien. Haren groeien volgens een cyclus. De cyclus begint met:
- De anagene fase - In deze fase groeit het haar. Dit kan variëren van twee tot zes jaar.
- De catagene fase - Deze fase is van korte duur. Binnen enkele weken gaat het haar over van een groeiperiode naar rust.
- De telogene fase - Het haar is in rust en groeit niet meer. Deze fase duurt een paar maanden. Na deze fase begint er een nieuwe groeifase. Nieuwe haren verdringen de oude, die dan uitvallen.
Herhaling van de groeicyclus
Dit proces herhaalt zich tijdens het leven totdat de haarzakjes zijn uitgeput en er geen nieuwe haren meer groeien. Uit één haarzakje groeit twaalf tot twintig keer een nieuwe haar. Elke haar heeft zijn eigen groeicyclus zodat je nooit helemaal kaal wordt. Omdat de hormoonspiegel bij baby’s na de bevalling sterk daalt komen de vellusharen bijna gelijktijdig in de rustfase waardoor ze uitvallen. Hierdoor kan een baby tijdelijk (gedeeltelijk) kaal zijn.
Wanneer gaan de ‘echte’ haren groeien?
In het eerste half jaar na de bevalling vallen de nestharen (vellusharen) uit. Daar komen echte haren voor in de plaats. Deze haren zijn veel sterker dan nestharen en hebben een andere structuur. Echte haren beginnen te groeien vanaf (ongeveer) de zesde tot de twaalfde maand.
De structuur van babyhaar
Haren groeien vanuit een haarzakje. De vorm van de uitgang naar buiten is bepalend voor de structuur van het haar. Haren kunnen steil, kroezend, golvend of krullend zijn. Buiten het haarzakje zorgt de keratine (eiwit) in het haar ervoor dat de structuur blijft behouden.
Het haartype van je baby
Het haartype van je baby wordt bepaald door: de haardichtheid, textuur, elasticiteit, poreusheid en krulpatroon. Haren kunnen dun, medium of dik zijn. Maar de dikte van het haar heeft niets te maken met de hoeveelheid haar. De dichtheid van de haarinplant geeft de hoeveelheid aan.
Steil, golvend, krullend of kroezend haar
Steil haar is veerkrachtig, beschadigd niet snel maar wordt wel gauw vet. Dat komt omdat huidvet gemakkelijk naar beneden glijdt. Golvend haar is makkelijk in model te brengen. Ook krullend haar is makkelijk te behandelen. Het haar is heel elastisch. Kroezend haar is fijn haar, het is erg breekbaar en heeft veel vocht nodig.
De kleur van het haar
Zowel de haarkleur als de structuur van het haar zijn genetisch bepaald. Als ouders beiden dezelfde haarkleur hebben dan is de kans groot dat de baby ook deze haarkleur krijgt. Bij ouders waarbij de één licht en de ander donker haar heeft zit de haarkleur van de baby hier meestal tussenin.
Pigment geeft het haar kleur
Phaeomelanine en eumelanine zijn de twee pigmentsoorten die de kleur van het haar bepalen. Phaeomelanine zorgt voor een rode haarkleur. Eumelanine geeft het haar een bruine of zwarte kleur. Haar dat weinig eumelanine bevat wordt blond. In de loop van de jaren neemt de hoeveelheid eumelanine toe. Daarom kunnen baby’s met blonde haren beginnen en worden ze in de loop van de jaren donker van kleur. De haarkleur kan veranderen bij de overgang van nesthaar naar echt haar en in de puberteit.